Kwaliteitsrapport Werkloosheidsuitkeringenstatistiek (WUS)

Over deze publicatie

Het kwaliteitsrapport over de Werkloosheidsuitkeringenstatistiek (WUS) geeft inzicht in onder meer doel, proces, methodiek en publicatiebeleid bij de totstandkoming en het gebruik van de statistiek vanaf januari 2013. Het betreft uitkeringen en personen met een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW).

1. Inleiding

Dit rapport beoogt gebruikers inzicht te geven in onder meer doel, proces, methodiek en publicatiebeleid bij de totstandkoming en het gebruik van de Werkloosheidsuitkeringenstatistiek (WUS). Ook wordt aandacht besteed aan de kwaliteit van de output.

De WUS wordt verder conform het jaarplan en jaarverslag van het CBS gepubliceerd. Maatregelen die gelden voor alle statistieken, komen in dit rapport niet aan de orde. Denk hierbij aan maatregelen om de vertrouwelijkheid van de data en de kwaliteit van de output en processen te waarborgen. Raadpleeg hiervoor de CBS Kwaliteitsverklaring.

1.1 Behoeften en gebruikers

Een belangrijke gebruiker is het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Met het ministerie wordt jaarlijks een contract afgesloten voor het leveren van aanvullende statistische diensten, waaronder de WUS.

Voor bijvoorbeeld gemeentelijke beleidsmakers kan het interessant zijn om te weten hoeveel personen in hun gemeente (en wijken en buurten daarin) een werkloosheidsuitkering hebben. Deze informatie is te vinden in de Kerncijfers wijken en buurten (zie hiervoor 4.2 Gerelateerde tabellen).

2. Beschrijving van de statistiek

2.1 Algemeen

De WUS geeft inzicht in het aantal uitkeringen en het aantal personen met een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW). De WUS betreft daarbij alleen de ontslagwerkloosheid. Bijzondere uitkeringen als gevolg van tijdelijke werktijdverkorting, werkloosheid door meteorologische omstandigheden of faillissement zijn niet in de gegevensleveringen van UWV aan het CBS opgenomen en vallen dan ook buiten de WUS.

De WW biedt werknemers een (verplichte) verzekering tegen de geldelijke gevolgen van werkloosheid. De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit dienstbetrekking. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden. UWV beoordeelt of iemand voor een WW-uitkering in aanmerking komt.

Niet iedereen die werkloos is heeft recht op een werkloosheidsuitkering. Zo is de WW alleen voor werknemers in de zin van artikel 3 WW, waaronder werknemers met een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking. Daarnaast moeten eerst WW-rechten worden opgebouwd als werknemer, waarbij geldt dat iemand voorafgaande aan zijn of haar werkloosheid voldoende weken moet hebben gewerkt (referte-eis). Ook heeft de WW een beperkte duur, welke afhankelijk is van het arbeidsverleden. De WW-uitkering duurt minimaal drie maanden. Vanaf 1 april 2019 is de maximale duur van de uitkering 24 maanden.

2.2 Wet- en regelgeving

In de CBS-wet staat vermeld dat overheidsinstanties hun registraties moeten leveren aan het CBS indien zij deze nodig heeft voor het maken van haar statistieken. Op basis van deze wet worden registratiegegevens omtrent werkloosheidsuitkeringen verkregen van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV).

In de gegevensleveringsafspraak tussen het CBS en UWV is beschreven dat het CBS op reguliere wijze informatie van UWV ontvangt over uitkeringen in het kader van onder meer de Werkloosheidswet (WW).

2.3 Statistische eenheid

Onderwerp van meting

Uitkeringen verstrekt als gevolg van ontslag, in het kader van de Werkloosheidswet, en de personen aan wie deze zijn verstrekt.

Meetmethodiek

Maandcijfers over uitkeringen worden gebaseerd op het aantal werkloosheidsuitkeringen zoals die in de desbetreffende maand zijn verstrekt en als zodanig zijn geregistreerd in de administratie van UWV.

Deze methodiek wordt ook wel aangeduid als registratie-methodiek.

De gemeten uitkeringen zijn inclusief nuluitkeringen. Nuluitkeringen zijn uitkeringen die niet tot uitbetaling komen, onder andere omdat er inkomsten zijn uit arbeid of een andere sociale zekerheidsuitkering.

NB In de publicatie van maandcijfers over personen met een uitkering wordt rekening gehouden met administratieve vertraging in registers. Voor een toelichting hierop wordt verwezen naar 3.10 Corrigeren.

2.4 Populatie

Voor de statistiek over het aantal werkloosheidsuitkeringen en het aantal personen met een werkloosheidsuitkering wordt de populatie gevormd door uitkeringen verstrekt aan personen van 15 jaar tot de AOW-gerechtigde leeftijd die, als gevolg van ontslag, op grond van de Werkloosheidswet een uitkering ontvangen.

2.5 Variabelen

De teleenheid uitkeringen wordt in de statistiek niet verder uitgesplitst.

De teleenheid personen wordt in de statistiek uitgesplitst naar persoonskenmerken van de ontvangers. De persoonskenmerken zijn o.a. geslacht en leeftijd en zijn afkomstig uit de Basisregistratie Personen (BRP).

Ook vindt uitsplitsing plaats naar regio bij de cijfers over personen met een WW-uitkering die voor seizoeninvloeden zijn gecorrigeerd. De woongemeente van de ontvanger van de werkloosheidsuitkering en de daarop gebaseerde andere regionale uitsplitsingen zijn afkomstig uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG).

2.6 Meeteenheid

Aantal werkloosheidsuitkeringen en aantal personen met een werkloosheidsuitkering in het kader van ontslagwerkloosheid.

2.7 Verslagperiode

Maand.

2.8 Tijdreeks

Personen met een WW-uitkering vanaf januari 2013 (zie 4.1 StatLine-tabellen).

Personen met een WW-uitkering, seizoengecorrigeerd, vanaf januari 2013 (zie 4.1 StatLine-tabellen).

De tabellen ‘Personen met een uitkering’ (zie 4.2 Gerelateerde tabellen) bevatten ook cijfers over personen met WW en beginnen vanaf 2007.

WW-uitkeringen vanaf 1952, zijnde het jaar van inwerkingtreding van de WW, tot heden in de lange tijdreeks (zie 4.2 Gerelateerde tabellen).

WW-uitkeringen vanaf januari 1998 tot heden in de middellange tijdreeks (kerncijfers, zie 4.2 Gerelateerde tabellen).

2.9 Land

Nederland en buitenland.

Personen woonachtig in Nederland en personen, onder specifieke voorwaarden, woonachtig in het buitenland kunnen in aanmerking komen voor een WW-uitkering. Onder buitenland vallen de verdragslanden (uit de Europese Unie (EU) en de Europese Economische Ruimte (EER)) en Zwitserland. Alle personen met een WW-uitkering, ongeacht woonland, worden geteld en meegenomen in het totaal. ‘Buitenland’ is echter geen aparte categorie in de StatLinetabel. Het totaal is dus ongelijk aan de optelling van een regionale verdeling.

3. Statistisch proces

3.1 Primaire waarneming

Niet van toepassing.

3.2 Secondaire waarneming

Maandelijks levert UWV gegevensbestanden aan over de uitkeringen zoals die gedurende de betreffende maand zijn verstrekt en als zodanig zijn geregistreerd in hun uitkeringsadministratie.

3.3 Steekproeftrekken

Niet van toepassing. UWV levert een integrale registratie aan.

3.4 Respons

Binnen drie weken na het einde van de verslagmaand is het inputbestand van UWV doorgaans ontvangen. Zo nodig wordt gerappelleerd.

3.5 Gaafmaken

Bestanden worden geautomatiseerd gaafgemaakt. De relevante velden worden gecontroleerd op het juiste waardenbereik en er vinden relationele controles plaats. Ook mogen geen onverklaarbare verschillen voorkomen met de cijfers van de vorige maand.

Waar mogelijk worden waarden van variabelen gecorrigeerd. Als het aantal signaleringen van onjuiste waarden relatief hoog is, wordt UWV gevraagd om een verklaring en/of herlevering. 

3.6 Imputeren

Er is geen noodzaak om gegevens te imputeren.

3.7 Wegen en ophogen

Weging en ophoging vinden niet plaats, omdat er sprake is van integrale waarneming.

3.8 Transformeren

Er is geen noodzaak om de betekenis van velden aan te passen.

3.9 Koppelen

De microgegevens in bestandsvorm worden opgenomen in het Stelsel van Sociaal Statistische Bestanden (SSB). Met gegevens uit het SSB worden door het CBS over uiteenlopende onderwerpen statistieken gemaakt en wordt sociaal-wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd, ook door externen (zie ook 4.4 Microdata).

De microbestanden met personen met een werkloosheidsuitkering worden binnen het CBS gekoppeld met gegevens van de BRP. Hieruit worden gegevens zoals geslacht en geboortedatum overgenomen. De gegevens kunnen afwijken van de input van UWV, maar de BRP is hierin leidend om consistentie binnen het CBS te waarborgen. Ook worden de bestanden verrijkt met regio-informatie uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG).

3.10 Corrigeren

In de registratiebestanden van UWV zitten administratieve vertragingen. Daarom is er behoefte om te kunnen compenseren voor een vertraging van een aantal maanden. Om de gegevens van de personen met een uitkering voor een bepaalde maand (t) vast te stellen wordt gebruik gemaakt van de informatie behorend bij de verslagmaand (t) en van de drie daaropvolgende maanden (t+1, t+2 en t+3). Informatie over de verslagmaand die daarna (t+4 en later) nog beschikbaar komt, wordt niet meer meegenomen. De nagekomen informatie is vooral van belang voor een juiste bepaling van aanvang en beëindiging van een uitkering. Ook de betalingen die zijn gedaan in het kader van de betreffende uitkering zijn belangrijk. Zo wordt een uitkering die in de verslagmaand en in de drie maanden aansluitend op de verslagmaand niet daadwerkelijk tot uitbetaling is gekomen, niet als een lopende uitkering beschouwd. Wanneer in één van de drie opvolgende maanden wel een betaling heeft plaatsgevonden, wordt de uitkering wel als lopend beschouwd. De methodiek waarbij vertraagde informatie in de verslagmaand wordt opgenomen en betaling een voorwaarde is, wordt ook wel aangeduid als transactie-betalingsmethodiek, of kortweg de transactiemethodiek.

Bestanden met personen met een werkloosheidsuitkering worden ook gecorrigeerd voor seizoeninvloeden. Het is wenselijk om te corrigeren voor de korte termijn seizoeneffecten, zodat maand-op-maand-ontwikkelingen en ook de structurele ontwikkeling duidelijker zichtbaar zijn. De seizoencorrectie is gebaseerd op de zogeheten digitale filtertheorie. In de StatLinetabellen worden zowel cijfers met als zonder seizoencorrectie gepubliceerd.

4. Publicaties

4.1 StatLine-tabellen

Dit rapport heeft betrekking op de volgende actieve StatLinetabellen:

Personen met WW-uitkering; geslacht, leeftijd, migratieachtergrond

Personen met WW-uitkering, seizoengecorrigeerd; persoonskenmerken en regio

De voorlopige cijfers in de vorm van ramingen worden binnen twee maanden na het verstrijken van de verslagperiode gepubliceerd (op uiterlijk de laatste werkdag van de maand). Vijf maanden na de verslagmaand worden nader voorlopige cijfers gepubliceerd die zijn gecorrigeerd voor drie maanden nagekomen informatie. Dit geldt voor zowel de niet-seizoengecorrigeerde als de seizoengecorrigeerde cijfers.

Classificatiesysteem

De cijfers zijn uitgesplitst naar o.a. de volgende categorieën: geslacht, leeftijd en regio (totaal, provincies en arbeidsmarktregio’s).

Het kan voorkomen dat een waarde van één van deze variabelen voor een persoon niet bekend is. In dat geval wordt de persoon wel geteld en meegenomen in het totaal, maar wordt de persoon niet geteld in de desbetreffende categorie. Er is dus geen categorie ‘Onbekend’ in de tabel opgenomen. Het is daarom mogelijk dat het totaal niet overeenkomt met de optelling van een categorie.

Bij de tabel 'Personen met WW, seizoengecorrigeerd' worden onbekenden bovendien bij voorkeur niet gepubliceerd, omdat het geen homogene groep is. Zo valt bij de categorie regio ook 'buitenland' onder de groep onbekend (zie hiervoor paragraaf 2.9). Een heterogene groep onbekenden corrigeren voor seizoeninvloeden heeft inhoudelijk weinig betekenis en wordt afgeraden door de senior methodoloog van het CBS.

Frequentie

Maandelijks.

Revisies en bijstellingen

Bijstelling van voorlopige cijfers tot nader voorlopige cijfers vindt regulier plaats.

4.2 Gerelateerde tabellen

Daarnaast zijn er een aantal gerelateerde tabellen waarin ook cijfers voorkomen over (personen met) werkloosheidsuitkeringen.

Personen met een werkloosheidsuitkering:

1. Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per uitkeringssoort

2. Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per regio

3. Personen met een uitkering; kenmerken uitkeringsontvangers

4. Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2022

De tabellen geven inzicht in het aantal personen dat een uitkering heeft. Het betreft uitkeringen die te maken hebben met onder meer arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ouderdom of bijstand. Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dit kunnen zijn:

  • uitkeringen van eenzelfde type, bijvoorbeeld twee uitkeringen op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) of 
  • twee uitkeringen van verschillend type, zoals een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) en een bijstandsuitkering.

In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WIA). Bij de categorie personen met een uitkering (totaal) wordt de persoon in beide gevallen uiteraard ook maar één keer geteld.

Middellange tijdreeks (kerncijfers):

5. Sociale zekerheid; kerncijfers uitkeringen naar uitkeringssoort

Deze reeks loopt van 1998 tot heden. Dit worden ook wel de kerncijfers genoemd. Het betreft maandcijfers gebaseerd op het aantal werkloosheidsuitkeringen zoals die voor de desbetreffende maand zijn vastgelegd in de administratie van UWV. Deze methodiek wordt ook wel aangeduid als registratie-methodiek. De voorlopige cijfers worden binnen twee maanden na het verstrijken van de verslagperiode gepubliceerd (op uiterlijk de laatste werkdag van de maand). Twee maanden na publicatie worden de cijfers definitief.

Lange tijdreeks:

6. Tijdreeksen sociale zekerheid

Deze reeks loopt van 1900 tot heden en bevat jaarcijfers over de sociale zekerheid. WW-cijfers zijn aanwezig vanaf 1952, het jaar van de inwerkingtreding van de WW, tot heden.

Stopgezet maar nog wel toegankelijk via het archief:

7. Personen met WW, seizoengecorrigeerd; persoonskenmerken en regio, 2013-2023

8. Uitgekeerde bedragen WW per maand, kwartaal en jaar, 1998-2015

9. Aantal WW-uitkeringen; in- en uitstroom per maand, 1998-2015

10. Aantal WW-uitkeringen per jaar naar geslacht, leeftijd en duur, 1998-2015

11. Aantal WW-uitkeringen per maand naar geslacht, leeftijd en regio, 1998-2015

12. Werkloosheidswet, uitkeringen naar regio, leeftijd en geslacht, 1998-2015

13. Aantal WW-uitkeringen; seizoensgecorrigeerd, 1992-2015

Dit zijn de voorgangers van de tabellen die in dit rapport worden besproken.

Maatwerktabel:

14. Personen met WW-uitkering; peilmoment baansituatie en WW-situatie

Deze tabel wordt jaarlijks gemaakt op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Het CBS publiceert ook financiële gegevens over werkloosheiduitkeringen in de tabel Overheid; sociale uitkeringen. Er zijn conceptuele verschillen met de gegevens uit de WUS. Zo wordt bij deze tabel bijvoorbeeld ook uitvoeringskosten meegerekend.

4.3 Nieuwsberichten

Er wordt niet op reguliere basis in een nieuwsbericht gepubliceerd over cijfers die afkomstig zijn van de WUS. Wel wordt elke maand door het CBS het ‘maandbericht werkloosheid’ uitgebracht, waarin cijfers zijn opgenomen over werkloosheidsuitkeringen. De cijfers over uitkeringen die hierin staan vermeld zijn echter afkomstig van UWV. Op de CBS-website staat een publicatieplanning voor de nieuwsberichten.

4.4 Microdata

Geautoriseerde instellingen kunnen zelf onder voorwaarden en tegen betaling onderzoek doen met de microdatabestanden van het CBS . Het verkrijgen van toegang tot de microbestanden verloopt via CBS Microdata Services. Op dit moment zijn de microbestanden met werkloosheidsuitkeringen beschikbaar vanaf 2006 en bestanden met personen met een WW-uitkering vanaf 1999. In bijbehorende documentatierapporten staat de inhoud en structuur beschreven van de bestanden met werkloosheidsuitkeringen en personen met een uitkering op grond van de Werkloosheidswet.

4.5 Overige publicaties

Op de CBS-website onder het thema Arbeid en sociale zekerheid is informatie over personen met een werkloosheidsuitkering te vinden.

Ook in de digitale publicatie Arbeidsmarkt in cijfers staat informatie over het aantal personen met een werkloosheidsuitkering, zie bijvoorbeeld Arbeidsmarkt in cijfers 2022.

5. Kwaliteitsmanagement

Na ontvangst van de bestanden met informatie over de werkloosheidsuitkeringen, worden deze onderworpen aan een keur van technische en inhoudelijke controles en correcties. Vervolgens wordt de geschoonde informatie verwerkt voor vergelijking met eerdere opgaven en voor het vaststellen van de juiste actuele informatie. Verder vindt er controle plaats op de tijdige binnenkomst van bestanden. Tot slot is er sprake van een eindcontrole op diverse kwaliteitsaspecten van het gehele proces.

5.1 Volledigheid

Het reguliere statistische programma van CBS vormt de kern van de output van CBS en omvat een veelheid aan onderwerpen. Dit programma wordt gepubliceerd conform het jaarplan van het CBS. Er is bij veel gebruikers een grote (latente) behoefte aan statistische diensten. Voor zover deze diensten niet (meer) zijn opgenomen in het reguliere werkprogramma (zoals de Werkloosheidsuitkeringenstatistiek), kan het CBS tegen betaling statistische diensten aanbieden aan overheden. De uitkomsten van deze aanvullende statistische dienstverlening worden openbaar gemaakt.

Er wordt niet gepubliceerd als de brongegevens van onvoldoende kwaliteit zijn. Dit is echter met deze statistiek nog niet voorgekomen. Aanloopproblemen bij nieuwe of aangepaste regelingen kunnen aanleiding zijn om niet of later dan gebruikelijk te publiceren.

5.2 Nauwkeurigheid

Er is sprake van integrale waarneming: input voor de statistiek zijn de bronbestanden van UWV. In de bron wordt, wanneer het recht op een uitkering vaststaat, hiervoor een record opgenomen. Het aantal uitkeringen wordt gebaseerd op het aantal werkloosheidsuitkeringen op grond van ontslag zoals die in de desbetreffende maand zijn geregistreerd in de administratie van UWV. Belangrijkste fouten in de bronbestanden zijn ontbrekende of onjuiste gegevens van één of meer variabelen. Ook burgerservicenummers kunnen ontbreken of fout zijn. Wanneer er sprake is van (relatief) veel fouten wordt gevraagd om een herlevering.

In de registratiebestanden van UWV zitten administratieve vertragingen. Daarom is er behoefte om te kunnen corrigeren voor nuluitkeringen en nagekomen informatie in de drie maanden volgend op de verslagmaand. Dit wordt gedaan bij het bepalen van het aantal personen met een WW-uitkering. De uitkomsten van de drie meest recente maanden zijn het minst nauwkeurig, vanwege het nog (gedeeltelijk) ontbreken van nagekomen informatie. Voor deze maanden is dan ook een ramingsmethode noodzakelijk. De uitkomsten van eerdere maanden kunnen nauwkeuriger worden bepaald, omdat voor deze maanden de transactiemethode (zie 3.10 Corrigeren) kan worden toegepast.

De seizoengecorrigeerde cijfers kennen een bepaalde mate van onzekerheid. De uitkomsten in de StatLinetabellen worden daarom voorzien van een 95%-betrouwbaarheidsinterval. Met 95% zekerheid wordt verwacht dat de werkelijke waarde binnen de ondergrens en de bovengrens van het interval ligt.

6. Vergelijkbaarheid

6.1 Vergelijkbaarheid tussen landen

De sociale stelsels van de verschillende landen wijken te veel van elkaar af om de gegevens direct te kunnen vergelijken. Er zijn wel soortgelijke regelingen in de landen van de Europese Unie (EU), maar de voorwaarden voor het verkrijgen van een werkloosheidsuitkering als ook de bedragen verschillen sterk.

6.2 Vergelijkbaarheid in de tijd

De cijfers zijn in de periode 1952 tot heden in zekere mate vergelijkbaar. De gegevens geven een beeld van de ontwikkeling van het totaal aantal uitkeringen ingevolge de Werkloosheidswet (WW, vanaf 1952) en de Wet Werkloosheidsvoorziening (WWV, van 1965 tot 1 januari 1987). De maximale uitkeringsduur is in de tijd verschillende keren ingrijpend gewijzigd. De vergelijkbaarheid binnen bepaalde perioden is daarom beter dan over de totale periode.

Het aantal uitkeringen in het kader van de Werkloosheidswet is van 1952 tot en met 1986 vastgesteld op basis van de bij de arbeidsbureaus ingeleverde weekbriefjes. Op grond van deze weekbriefjes werd het recht op de WW-uitkering vastgesteld en kwam deze tot uitbetaling. Vanaf 1987 worden de aantallen vastgesteld op basis van de uitkeringenadministraties van de uitvoeringsinstellingen sociale zekerheid, zoals het Gemeenschappelijke Administratiekantoor (GAK). Tot en met 1989 betreft het 12-maandsgemiddelden. Vanaf 1990 gaat het om standcijfers per 31 december.

De Wet Werkloosheidsvoorziening (WWV) werd uitgevoerd door gemeenten en was bedoeld om een uitkering toe te kennen aan werkloze werknemers die geen recht meer hadden op een uitkering krachtens de werkloosheidswet (WW). Per 1 januari 1987 is de WWV opgeheven. Vanaf die datum kunnen, na beëindiging van de uitkering krachtens WW, aanspraken worden ontleend aan de Algemene Bijstandwet, van 1 januari 2004 tot 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (WWB) en sindsdien de Participatiewet. De aantallen betreffen 12-maandsgemiddelden.

In 1987 zijn de oude WW en de WWV samengevoegd. De vernieuwde WW was afhankelijk van leeftijd en arbeidsduur en  werd ook van toepassing op dienstplichtige militairen. De WW kende vanaf 1987 een basisuitkering van een half jaar en een verlengde uitkering van maximaal vier en een half jaar en een vervolguitkering van één jaar met een mogelijke verlenging voor ouderen naar drie en een half jaar.

Werknemers en gelijkgestelden zijn verplicht verzekerd voor de WW. Leerlingen en stagiairs zijn niet verzekerd, tenzij zij een reële beloning ontvangen voor de verrichte werkzaamheden.

Ook ambtenaren vallen, sinds 2001, onder de Werkloosheidswet.

Vóór 1 oktober 2006 waren er drie soorten uitkeringen: de kortdurende uitkering, de loongerelateerde uitkering en de vervolguitkering.

Vanaf 1 oktober 2006 duurde de WW-uitkering minimaal drie en maximaal 38 maanden, wat afhankelijk was van het arbeidsverleden. Als betrokkene aan de zogeheten wekeneis voldeed, bestond er recht op drie maanden WW. Wie daarnaast ook aan de jareneis voldeed, had recht op vier tot 38 maanden. Vanaf 1 april 2019 is de maximale duur van de uitkering 24 maanden.

In de tabellen ‘Personen met WW-uitkering’ en ‘Personen met WW-uitkering; seizoengecorrigeerd’ staan aantallen vanaf 2013. De tabellen ‘Personen met een uitkering’ (zie 4.2 Gerelateerde tabellen) bevatten ook cijfers over personen met WW en beginnen vanaf 2007. Het aantal WW-uitkeringen wordt gepubliceerd in de kerncijfers (zie 4.2 Gerelateerde tabellen) en is beschikbaar vanaf 1998. Vóór de introductie van StatLine was er sprake van diverse papieren publicaties met detailtabellen.

7. Samenhang en consistentie

7.1 Samenhang van concepten

Er zijn belangrijke verschillen tussen de aantallen personen met een uitkering en het aantal uitkeringen, die ook op StatLine worden gepubliceerd.

Een persoon kan meerdere WW-uitkeringen hebben. Dit is het geval wanneer iemand bijvoorbeeld twee banen heeft en voor beide banen (gedeeltelijk) werkloos raakt. Het aantal personen met een WW-uitkering daarom lager dan het aantal verstrekte WW-uitkeringen.

7.2 Consistentie tussen voorlopige en definitieve cijfers

De voorlopige en nader voorlopige cijfers zijn niet identiek aan elkaar. De voorlopige cijfers worden samengesteld op basis van een ramingsmethode en bij de nader voorlopige cijfers wordt gecorrigeerd voor drie maanden nagekomen informatie.

Aan de seizoengecorrigeerde cijfers ligt een zogeheten digitale filtertheorie ten grondslag. De uitkomsten kennen hierdoor een bepaalde mate van onzekerheid. De onzekerheid wordt weergegeven door een 95%-betrouwbaarheidsinterval.

7.3 Consistentie tussen korte en lange termijn cijfers

Jaarcijfers over uitkeringen staan in aparte tabellen, waaronder de ‘Tijdreeksen sociale zekerheid’. De gepubliceerde jaarcijfers in deze tabel komen overeen met de cijfers van ultimo december. Daarnaast wordt er ook gepubliceerd over jaren op basis van jaargemiddelden. Dit geldt voor de tabel met kerncijfers die jaargemiddelden over uitkeringen bevat, welke volgens vaste rekenregels zijn afgeleid van de maandcijfers over uitkeringen.

7.4 Consistentie met andere statistieken (plausibiliteit)

De statistiek vormt geen input voor de Nationale Rekeningen, omdat deze een andere meeteenheid hanteert (Euro en %) en ook andere concepten hanteert. Bij Nationale Rekeningen worden ook de uitvoeringskosten meegerekend. Consistentie met de Nationale Rekeningen is daarom niet van toepassing.

7.5 Modelmatige consistentie

Modelmatige consistentie met andere cijfers is niet van toepassing.

7.6 Consistentie tussen aggregaten en microdata

Na het gaafmaken zijn de microdata en de geaggregeerde cijfers consistent.

8. Afkortingen en begrippen

Aantal uitkeringen op registratiebasis

Het aantal uitkeringen zoals vastgelegd in de administratie van UWV op het einde van de verslagmaand.

Aantal personen met een uitkering op transactiebasis

Het aantal uitkeringen op registratiebasis geaggregeerd naar personen en gecorrigeerd voor nuluitkeringen en nagekomen informatie in de drie maanden volgend op de verslagmaand.

BAG

Basisregistratie Adressen en Gebouwen.

BRP

Basisregistratie Personen.

CBS

Centraal Bureau voor de Statistiek.

EER

Europese Economische Ruimte.

EU

Europese Unie.

GAK

Gemeenschappelijk Administratiekantoor.

SSB

Stelsel van sociaal statistische bestanden.

SZW

Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

UWV

Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen.

WUS

Werkloosheidsuitkeringenstatistiek.

WW

Werkloosheidswet.

WWV

Wet Werkloosheidsvoorziening.