Auteur: Luca Janssen, Marleen Wingen
Effectevaluatie Maatschappelijke Diensttijd (MDT) 2022

2. Methode

In dit hoofdstuk worden alle aspecten rondom de methodologische aanpak besproken. De eerste drie alinea’s gaan over de steekproef van MDT-deelnemers en de bijbehorende weging, de laatste drie alinea’s gaan over de analyses. De uitkomstmaten in het rapport zijn door het CBS en het Ministerie van OCW gezamenlijk gekozen.

2.1 Doelgroep

Kantar Public verzorgde de identificatie en selectie van de steekproef MDT’ers. Deze steekproef werd benaderd deel te nemen aan de SSW-vragenlijst 2022. Als referentiegroep zijn deelnemende jongeren in dezelfde leeftijdsgroep, van 16 tot en met 27 jaar, van de reguliere SSW-enquête 2022 genomen die (nog) geen MDT-traject hebben doorlopen. Alhoewel de MDT doelgroep een bredere leeftijdsklasse omvat, is bij de uitvoering van dit onderzoek voor deze leeftijdsafbakening gekozen vanwege aansluiting bij het lopende onderzoek SSW. De gehele steekproef is via de gebruikelijke manier door het CBS uitgenodigd voor de enquête.

2.2 Steekproef

Kantar Public leverde voor de steekproef bestanden aan met NAW (naam, adres, woonplaats) gegevens. Dit werd gedaan in 2 porties, gerelateerd aan de 2 waarneemperiodes. De bestanden werden door de afdeling Centrale Bestandskoppeling (CBK) van team SET gekoppeld aan de CBS registratie, en personen kregen een betekenisloos nummer toegekend (gepseudonimiseerd). Dit proces heet verrinnen. Dit gebeurde op basis van de door Kantar aangeleverde postcode, huisnummer, geboortedatum en geslacht.

Voor deze verrinde personen werd nagegaan welke personen er nog actueel in de Basisregistratie Persoonsgegevens aanwezig zijn en behoren tot particuliere huishoudens. Personen buiten de MDT doelpopulatie (leeftijd) werden er uitgefilterd. In deze stappen vielen er dus personen af. Personen uit dit MDT-bestand die in 2022 ook al zijn benaderd voor Sociale Samenhang, zijn uitgesloten van onderzoek.

In de steekproefbewerking vielen er weer personen uit het onderzoek. Dit betreft de volgende personen:

  • Personen waarvan de adresgegevens niet volledig zijn.
  • Personen die recent zijn verhuisd naar een instelling, inrichting of tehuis.
  • Personen die in 2022 reeds in de uitgezette steekproef voor Sociale Samenhang hebben gezeten.

Het oorspronkelijk streven voor dit onderzoek was een steekproef van maximaal 5000 personen en een respons van 2130 personen. Deze aantallen bleken door hoofdzakelijk praktische redenen niet haalbaar (zie voor meer informatie de bijbehorende onderzoeksdocumentatie).

Er zijn in totaal 3875 personen aangeleverd vanuit onderzoeksbureau Kantar, hiervan bleven uiteindelijk 1711 personen over die bruikbaar waren voor de enquête. Daarvan heeft uiteindelijk 36% (618 personen) de vragenlijst volledig ingevuld. Dit responspercentage is vergelijkbaar met het responspercentage van de reguliere SSW-enquête 2022. Verdiepende informatie over de steekproef, dataverzameling en de respons is te vinden in de onderzoeksdocumentatie.

2.3 Weging

Bij persoonsenquêtes die beogen uitspraken te doen over de totale populatie (bijvoorbeeld de gehele bevolking of alle jongeren in Nederland), is het nodig de responsgegevens met behulp van gewichten te corrigeren voor scheefheid als gevolg van non-respons.

Een reden om naar een bepaalde variabele te wegen, is dat deze variabele over- of ondervertegenwoordigd is in de respons. Om naar een variabele te kunnen wegen, moet deze variabele bekend zijn voor iedere respondent en moet het totaal aantal personen in de populatie bekend zijn voor iedere categorie van de variabele. Het oorspronkelijke doel voor dit onderzoek was om de respondenten te wegen naar de groep MDT’ers in Nederland, maar door praktische beperkingen was dit niet mogelijk (voor meer informatie zie de bijbehorende onderzoeksdocumentatie). Door onzekerheden in de registerdata over de totale MDT-populatie kan er voor de MDT groep alleen worden gewogen naar de steekproef2). De referentiegroep kan worden gewogen naar alle personen in Nederland van 16–27 jaar.

Het weegmodel dat is gebruikt bij zowel de weging van MDT als de controlegroep 2022:

[Leeftijd(4)×Geslacht(2)] + [Huishoudgrootte(5)] + [Herkomst(3)]

Het getal achter de variabele geeft het aantal categorieën van de variabele aan. Er geldt:

  • Leeftijd (4): Leeftijd op de startdatum van het MDT-traject. De categorieën zijn 16–17 jaar; 18–19 jaar, 20–24 jaar, 25–27 jaar.
  • Geslacht (2): Man, Vrouw3).
  • Huishoudgrootte (5): 1, 2, 3, 4, 5 of meer personen.
  • Herkomst (3): Geen migratieachtergrond, westerse migratieachtergrond, niet-westerse migratieachtergrond.

Dit weegmodel is tot stand gekomen door een verzameling kandidaat-weegvariabelen aan te wijzen. De volgende variabelen staan niet in het definitieve weegmodel, maar zijn wel onderzocht: burgerlijke staat, provincie, stedelijkheid, landsdeel en besteedbaar huishoudinkomen. Verdiepende informatie over de weging staat beschreven in de onderzoeksdocumentatie.

In dit rapport worden altijd de gewogen cijfers beschreven. Dit geldt niet voor paragraaf 3.1 over de korte verkenning van de steekproef , omdat hier geen gewogen cijfers van bestaan. In de Bijlagetabel staan alle gewogen en ongewogen cijfers naast elkaar. 

2.4 Analyses: Korte verkenning steekproef

Een verkennende analyse is uitgevoerd om de MDT’ers uit de steekproef in kaart te brengen. Op verzoek van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap wordt hier specifiek gekeken naar kenmerken rondom kansenongelijkheid. Het verrinde MDT steekproefbestand werd gekoppeld aan de stapelingsmonitor (editie 2020). Vanwege de kleine steekproefaantallen kan geen vergelijking worden gemaakt met de referentiegroep. De stapelingsmonitor is een microdatabestand van het CBS over het gebruik en stapeling van sociale regelingen en voorzieningen door personen en huishoudens (CBS, 2022). De gekozen variabelen voor dit rapport dekken de volgende hoofdonderwerpen; inkomen, onderwijs, jeugdzorg en justitie.

Bij inkomen werd gekeken naar het ontvangen van een verschillende uitkeringen (in 2020) en naar het aandeel huishoudens met een (langdurig) laag inkomen. Langdurig wil zeggen dat het huishouden al ten minste vier jaar achtereen met een laag inkomen leeft. In 2021 lag de grens voor laag inkomen tussen de 1130 netto per maand voor een alleenstaande en varieert afhankelijk van de huishoudsamenstelling tot een 2170 euro voor een paar met twee minderjarige kinderen (CBS, 2023).

Voor onderwijs werd gekeken wie in het bezit was van een startkwalificatie. Dat wil zeggen dat zij minstens een havo, vwo, of mbo 2 niveau (of hoger) diploma bezitten. Daarnaast werd ook gekeken naar de voortijdig schoolverlaters in het schooljaar 2019–2020 of 2020–2021. Schoolverlaters waren op dat moment jonger dan 23 waren en zonder startkwalificatie van school zijn gegaan.

Daarnaast werd ook gekeken naar gebruik van jeugdzorg, gebruik van ambulante jeugdhulp, ondertoezichtstelling of van de jeugdreclasseringsmaatregel. Ook werd gekeken naar het percentage dat (tijdelijk) in een pleeggezin woonde.

Bij justitie werd gekeken naar het aandeel dat in 2020 is geregistreerd als slachtoffer of verdachte van een misdrijf, en naar het aandeel dat datzelfde jaar naar bureau Halt is verwezen of is geregistreerd als gedetineerde.

2.5 Analyses: Persoonskenmerken MDT’ers en referentiegroep

De persoonskenmerken van MDT’ers en de referentiegroep worden hier met elkaar vergeleken. Verschillende kenmerken worden gegroepeerd om voldoende celvulling te behouden. De kenmerken die worden meegenomen zijn (1) Leeftijd (16–20 jaar of 21–28 jaar), (2) geslacht (man of vrouw)3), (3) actueel opleidingsniveau (VO, MBO, HBO&WO), (4) Herkomst (geboorteland: wel of niet geboren in Nederland), (5) werk (het wel of niet hebben van betaald werk), (6) Welvaart (financiële welvaart op huishoud niveau in kwintielen), gesplitst naar huishoudenssituatie (thuiswonend of uitwonend), en (7) mate van verstedelijking van de woongemeente (schaal van 1 tot 5, variërend van zeer sterk verstedelijkt tot helemaal niet verstedelijkt).

2.6 Analyses: Verschillen in Sociale samenhang

De groep MDT’ers wordt vergeleken met de referentiegroep op het gebied van sociale samenhang. Er wordt gekeken naar onderlinge verschillen in sociale participatie, maatschappelijke participatie en op het gebied van welzijn. De chi-kwadraat toets is gebruikt om de significantie tussen groepen te analyseren. Bij een significant verschil (p < 0.05) is met additionele regressieanalyses gecorrigeerd voor persoonskenmerken om te zien of het verschil dan nog steeds standhoudt.

2) Om uitspraken te kunnen doen op de hogere niveaus (in dit geval de totale groep MDT’ers in Nederland), zijn er populatietotalen nodig van hulpvariabelen zoals leeftijd en geslacht. Het is in dit onderzoek niet mogelijk om deze gegevens voldoende betrouwbaar vast te stellen. Het is daarom niet verantwoord om op basis van de respons uitspraken te doen over een grotere groep dan het gebruikte steekproefkader. Dit betekent ook dat er aan de hand van dit onderzoek geen conclusies getrokken kunnen worden over de totale groep MDT’ers in Nederland.
3) Vanwege geringe aantallen kan enkel statistisch representatief naar ‘man’ en ‘vrouw’ worden uitgesplitst. Het CBS erkent dat er meerdere genders zijn en niet iedereen zich ‘man’ of ‘vrouw’ voelt.