Auteur: Niels Schoenaker
Monitoring economische indicatoren circulaire economie

1. Inleiding

Dit rapport is onderdeel van het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie 2019-2023. Het werkprogramma is een samenwerkingsverband van verschillende kennisinstituten onder leiding van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het kabinet streeft naar een volledig circulaire economie (CE) in 2050. Het doel van het werkprogramma is om de door het kabinet uitgezette koers naar 2050 te kunnen monitoren en te evalueren en de overheid te voorzien van de kennis die nodig is voor de vormgeving of bijsturing van beleid.

Als onderdeel van de transitiemonitoring van de circulaire economie brengt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) het economische belang van de circulaire economie in kaart. De uitkomsten worden opgenomen als onderdeel van de transitiemonitoring in de ICER (Integrale Circulaire Economie Rapportage) (Hanemaaijer et al., 2023). Er wordt gekeken naar verschillende economische indicatoren, de werkgelegenheid, toegevoegde waarde en productiewaarde, en hoe deze zich door de tijd ontwikkelen. De circulaire activiteiten worden geclassificeerd naar de verschillende R-strategieën om beter zicht te krijgen op de onderliggende ontwikkelingen. De hiervoor door het CBS ontwikkelde top-down methode (CBS, 2019) brengt een deel van de circulaire economie in kaart, maar geeft geen volledige dekking van alle circulaire activiteiten. 

In 2020 heeft Royal HaskoningDHV in opdracht van het PBL een zogeheten webcrawl uitgevoerd voor de circulaire economie (RHDHV, 2021). Deze webcrawl, waarbij websites van bedrijven op systematische wijze worden gescand op trefwoorden die betrekking hebben op de circulaire economie, brengt allerlei circulaire activiteiten en bedrijven in kaart. Een deel van deze circulaire activiteiten wordt niet met de huidige CBS-methode meegenomen. Deze bottom-up benadering levert daarmee aanvullende informatie op bedrijfsniveau over de circulaire economie waarmee mogelijk een vollediger beeld van de circulaire economie verkregen kan worden.

Uit een in 2021 door het CBS uitgevoerde haalbaarheidsstudie CBS (2021) bleek echter dat het inzetten van de webcrawl resultaten ter aanvulling van de huidige top-down methode niet eenvoudig is. Voor een aantal belemmeringen zal een oplossing gevonden moeten worden alvorens de webcrawl als aanvulling op de huidige methode ingezet kan worden. Belangrijke belemmeringen zijn bijvoorbeeld dat de bedrijvenpopulatie die de webcrawl oplevert bedrijven bevat die niet tot de circulaire economie behoren (ruis) en dat er een verschil zit tussen de gehanteerde scope in de webcrawl en de scope die gehanteerd wordt voor het ramen van de economische indicatoren. In deze haalbaarheidsstudie is onderzocht of deze belemmeringen overkomelijk zijn en of de webcrawl als aanvullende bron kan worden ingezet. Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van de meest recente webcrawl die door Royal HaskoningDHV is uitgevoerd in 2022 (RHDHV, 2022). 

In dit rapport worden de bevindingen van deze haalbaarheidsstudie beschreven. In hoofdstuk 2 zal kort de huidige CBS-methode worden toegelicht, zal worden ingegaan op de daarbij gehanteerde afbakening van de circulaire economie en wordt de methodiek van de webcrawl-benadering beschreven. In hoofdstuk 3 worden vervolgens de bevindingen besproken van het onderzoek naar de haalbaarheid om de huidige CBS-methode aan te vullen met een bottom-up benadering op basis van de webcrawl wordt onderzocht. In dit onderzoek staat de door Royal HaskoningDHV uitgevoerde webcrawl centraal en zal de bruikbaarheid van de webcrawl grondig worden geanalyseerd. Het rapport wordt afgerond met een conclusie en discussie.