Familiebedrijven in Nederland, 2020

Bijlage 1 Naar een populatie van familiebedrijven

Definitie van familiebedrijven

Om familiebedrijven in kaart te brengen, moet eerst worden vastgesteld wat onder een familiebedrijf wordt verstaan. Het CBS volgt de definitie van de Europese Commissie. Deze definitie is in 2009 vastgesteld.

De definitie van de Europese Commissie geeft aan dat een bedrijf een familiebedrijf is als:

  • De meerderheid van de besluitvormingsrechten in het bezit is van de natuurlijke perso(o)n(en) die de onderneming opgericht heeft, of in het bezit is van de natuurlijke perso(o)n(en) die het aandelenkapitaal van de onderneming verworven heeft, of in het bezit is van hun echtgenoten, ouders, kinderen of directe erfgenamen van kinderen;
  • De meerderheid van de besluitvormingsrechten indirect of direct zijn;
  • Ten minste één vertegenwoordiger van de familie of verwanten formeel betrokken is bij het bestuur van de onderneming;
  • Beursgenoteerde ondernemingen voldoen aan de definitie van familiebedrijf als de persoon die de onderneming opgericht of verworven heeft (aandelenkapitaal) of hun familieleden of afstammelingen 25 procent van de beslissingsbevoegdheid bezitten.

De definitie omvat ook eerste generatie familiebedrijven die nog niet aan een volgende generatie zijn overgedragen. Eenmanszaken4) en zelfstandigen zonder personeel zijn volgens deze definitie ook familiebedrijven, mits er een juridische entiteit is die kan worden overgedragen (Europese Commissie, 2009:10).

Op zoek naar bronnen

Er bestaat geen register waaruit familiebedrijven direct geselecteerd kunnen worden. Om te weten of een bedrijf een familiebedrijf is, kiest het CBS er voor om gegevens uit bestaande registers te combineren. In vergelijking met steekproefonderzoek biedt dit een basis voor completere en gedetailleerdere inzichten. Bovendien voldoet het CBS hiermee aan de CBS-wet om de administratieve lastendruk voor ondernemingen zo laag mogelijk te houden. 

Bij het zoeken naar geschikte bronnen is eerst gekeken naar de relevantie van de bron. Biedt de bron informatie die op grond van de definitie nodig is? Oftewel, biedt een bron ofwel informatie over de populatie van bedrijven, dan wel informatie over hun juridische structuren, zeggenschap, de formele betrokkenheid bij het bestuur of familierelaties tussen personen. Daarna is gekeken naar een aantal aanvullende (statistische) criteria zoals validiteit, objectiviteit, tijdigheid, beschikbaarheid, transparantie en onafhankelijkheid.

Het onderzoek leverde diverse bronnen op. De volgende bronnen zijn uiteindelijk bij de identificatie van familiebedrijven gebruikt:

  • Het algemeen bedrijven register (ABR) van het CBS. Het ABR bevat informatie over de totale populatie van ondernemingengroepen en bijbehorende bedrijven en vestigingen. Het register is gebaseerd op het Nieuw Handelsregister (NHR) van de Kamer van Koophandel (KVK).
  • Het NHR van de KVK is ook direct gebruikt voor informatie over eigenaren, vennoten, maten en bestuurders van bedrijven en aandeelhouderschap.
  • Het UBO-register van de KVK bevat informatie over de mensen die de uiteindelijke eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over een organisatie.
  • Een bestand met fiscale loongegevens van de Belastingdienst bevat informatie over bestuurders en hun besluitvormingsrechten.
  • De Satelliet Zelfstandige Ondernemers (SZO) van het CBS bevat informatie over aandeelhouders. Het register is onder andere gebaseerd op het ABR en aangevuld met registergegevens die door de Belastingdienst aan het CBS zijn verstrekt.
  • Het verbintenissenbestand van het CBS bevat informatie over huwelijk of geregistreerd partnerschap van personen. Het bestand is gebaseerd op de Basisregistratie Personen (BRP).
  • Het kind-ouderbestand van het CBS bevat informatie over personen en hun juridische ouders. Het bestand is gebaseerd op de BRP.

Operationalisering

Toepassing van de definitie
Tijdens het onderzoek zijn een aantal keuzes gemaakt over de interpretatie van de definitie van familiebedrijven.

Identificatie op het niveau van ondernemingengroepen
Statistieken hebben tot doel informatie te geven over een verzameling van elementen met bepaalde (gelijke) kenmerken: de doelpopulatie. Met bedrijfsstatistieken kunnen bijvoorbeeld uitspraken gedaan worden over de doelpopulatie ‘bedrijven’. Om statistisch verantwoorde uitspraken te doen, moet op een bepaalde welomschreven manier duidelijk zijn wat als ‘een bedrijf’ wordt gezien. In het ABR van het CBS worden bedrijven en instellingen vastgesteld en geregistreerd in voor statistisch onderzoek geschikte eenheden. 

De statistische eenheid van het CBS waarop familiebedrijven zijn geïdentificeerd is de ondernemingengroep (OG)5). Dit is een term van het CBS voor de meest omvattende verzameling van in Nederland gevestigde juridische eenheden waarover overwegende zeggenschap kan worden uitgeoefend. De identificatie op het niveau van de OG is relevant omdat de definitie aangeeft dat de meerderheid van de besluitvormingsrechten (en bij beursgenoteerde ondernemingen 25 procent) indirect of direct kunnen zijn.

Betrokkenheid bij bestuur
De eis in de definitie over de betrokkenheid bij bestuur is geïnterpreteerd als: lid van de directie of lid van de Raad van Commissarissen (RvC).

Het CBS richt zich zowel op de personen die het centrale punt van een onderneming vormen ter zake van alle beleidsvoorbereiding, -vaststelling en uitvoering (de directie) als op personen die toezicht houden op het beleid van het bestuur (in de zin van de directie) en op de algemene gang van zaken in de vennootschap en de met haar verbonden onderneming (RvC). 

In de oorspronkelijk Engelstalige definitie staat de term governance als aanduiding voor bestuur. Governance omvat ook het toezicht op het bedrijf. Volgens de Nederlandse wet kunnen besloten vennootschappen (BV) en naamloze vennootschappen (NV) een toezichthoudend orgaan hebben. Dat is de RvC. Bij structuurvennootschappen is de RvC verplicht. Ook heeft hij aanvullende bevoegdheden rond de goedkeuring van bepaalde categorieën bestuursbesluiten (Burgerlijk Wetboek 2, Titel 4 en 5, Afdeling 5 en 6). Bij gewone vennootschappen schrijft de wet niet dwingend voor dat de RvC over specifieke besluitvormingsrechten beschikt. Wel kunnen de statuten aanvullende bepalingen over de taak en bevoegdheden van de RvC bevatten. Informatie of er aanvullende bepalingen zijn over besluitvormingsrechten van een RvC bij een gewone vennootschap is in registers niet beschikbaar. Het CBS is zich bewust dat er in dit onderzoek gewone vennootschappen als familiebedrijf kunnen zijn geïdentificeerd op basis van lid van RvC, terwijl die bij lezing van de aanvullende bepalingen over besluitvormingsrechten van een RvC als niet-familiebedrijf gezien zouden kunnen worden. Uiteraard zou dit alleen opgaan in die gevallen waar een meerderheid van besluitvormingsrechten bestaat én de betrokkenheid van de familie bij het bestuur van de onderneming geheel beperkt is tot de RvC.

Ondernemingengroepen met meer dan 1 werkzaam persoon
Hoewel de definitie van de Europese Commissie ook eenmanszaken en zelfstandigen omvat, zijn ondernemingengroepen met 1 werkzaam persoon als aparte groep onderscheiden. Zo zijn de cijfers goed te vergelijken met reguliere CBS-cijfers.

Zoals de definitie vereist, bestaan de ondernemingengroepen met 1 werkzaam persoon uit juridische entiteiten die kunnen worden overgedragen. Hoewel het geen eis volgens de definitie is, vroeg het CBS zich bij de methode van 2016 af of er naast een juridische entiteit ook sprake was van overdraagbare productiefactoren (of ondernemingsgoodwill) om het bedrijf bij overdracht voort te zetten. De handelsnaamwet geeft aan dat de handelsnaam vatbaar is voor overdracht in verbinding met de onderneming.

Identificeren van familiebedrijven
Per rechtsvorm zijn er methoden ontwikkeld om familiebedrijven te identificeren.

Eenmanszaken
De eenmanszaak is een rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid, waar precies één natuurlijke persoon de eigenaar van een onderneming is (wel kunnen meerdere personen bij de onderneming werkzaam zijn). De eigenaar is per definitie in het bezit van de meerderheid van de besluitvormingsrechten in de onderneming.

De eigenaar is ook geheel aansprakelijk voor alle handelingen en financiën van de onderneming. Hieronder valt ook het privévermogen van de eigenaar. Dit maakt het aannemelijk dat de eigenaar ook formeel betrokken is bij het bestuur van de onderneming. Eenmanszaken kunnen worden overgedragen via een activa-passiva transactie. Kortom, eenmanszaken kunnen worden gezien als familiebedrijf.

Eenmanszaken zijn direct geselecteerd uit het ABR. Zoals aangegeven zijn ondernemingengroepen met 1 werkzaam persoon als aparte groep onderscheiden.

Vennootschap onder firma en maatschap
Een vennootschap onder firma is een overeenkomst zonder rechtspersoonlijkheid tussen twee of meer vennoten om een onderneming te voeren. Er is een zakelijk vermogen, ingebracht door de vennoten en afgescheiden van hun privévermogen (‘afgescheiden vermogen’), dat alleen voor de bedrijfsuitoefening mag worden gebruikt. Elke vennoot is geheel aansprakelijk (inclusief hun privévermogen) voor verplichtingen die de vof is aangegaan. Ook als een andere vennoot deze is aangegaan.

Net als een vof is een maatschap een overeenkomst zonder rechtspersoonlijkheid tussen twee of meer maten om een onderneming te voeren. Over de bevoegdheden van elke maat zijn afspraken gemaakt, doorgaans in een maatschapscontract. Een daartoe bevoegde maat kan namens het samenwerkingsverband overeenkomsten afsluiten, waarna alle maten voor gelijke delen aansprakelijk zijn. Een onbevoegd handelende maat bindt alleen zichzelf.

In beide gevallen zijn de besluitvormingsrechten in handen van de vennoten of maten. En gezien dat vennoten en maten geheel aansprakelijk zijn, is het aannemelijk dat zij ook formeel betrokken zijn bij het bestuur van de onderneming. Tot slot kunnen vof’s en maatschappen worden overgedragen via een activa-passiva transactie. Familiebedrijven onder vof’s en maatschappen kunnen worden gevonden als een meerderheid van de vennoten of maten tot één familie behoren. In de eerste stap zijn vof’s en maatschappen geselecteerd in het ABR. Vervolgens is het NHR en het UBO-register gebruikt om de bijbehorende vennoten en maten te selecteren. In de laatste stap zijn de aan- of afwezigheid van familierelaties tussen vennoten en maten vastgesteld (zie vaststellen familierelaties tussen bestuurders, vennoten of maten).

Commanditaire vennootschap
Een commanditaire vennootschap (cv) is een bijzondere vorm van de vof. De vennoten kunnen in de cv een beherende vennoot of stille vennoot zijn. Een beherende vennoot is geheel aansprakelijk (inclusief hun privévermogen) voor verplichtingen die de cv is aangegaan. De beherende vennoot heeft de dagelijkse leiding in het bedrijf. Een stille vennoot is alleen financieel betrokken en slechts aansprakelijk tot het ingebrachte bedrag. Een stille vennoot mag in de winst van de vennootschap delen. De naam van de stille vennoot mag niet binnen de onderneming worden gebruikt. De stille vennoot mag ook geen daad van beheer verrichten, ook niet bij volmacht. Het kapitaal van een cv is niet verdeeld in aandelen (Wetboek van Koophandel, pp. Art.19-20). De besluitvormingsrechten in de cv zijn dus in het bezit van de beherende vennoten. Omdat de beherende vennoten geheel aansprakelijk zijn, is het aannemelijk dat zij ook formeel betrokken zijn bij het bestuur van de onderneming. Cv’s kunnen worden overgedragen via een activa-passiva transactie.

Familiebedrijven kunnen bij cv’s gevonden worden als de meerderheid van beherende vennoten bij één familie hoort. Familiebedrijven onder cv’s met minstens twee beherende vennoten zijn met dezelfde methoden geïdentificeerd als bij vof’s en maatschappen. Naast cv’s met minstens twee beherende vennoten, zijn er ook cv’s met één beherende vennoot. In dat geval vindt de identificatie plaats zoals bij de rechtsvorm eenmanszaak.

Besloten vennootschap en naamloze vennootschap
De besloten vennootschap en naamloze vennootschap zijn rechtspersonen, wiens kapitaal verdeeld is in aandelen. Bij BV’s zijn aandelen op naam en niet vrij verhandelbaar. De aansprakelijkheid van aandeelhouders is beperkt tot de omvang van hun participatie. Bij NV’s zijn aandelen vrij verhandelbaar. De verhandelbaarheid van aandelen kan beperkt zijn en de aandelen kunnen op naam of aan toonder zijn. BV’s en NV’s kunnen worden overgedragen door overdracht van activa en passiva of een transactie van aandelen. Verschillende identificatie methoden zijn gecombineerd om familiebedrijven onder BV’s en NV’s te identificeren:

  • Via fiscale loongegevens
  • Via de satelliet zelfstandige ondernemers of het UBO-register
  • Via het NHR

Familiebedrijven onder BV’s en NV’s identificeren met fiscale loongegevens
De loonheffing bestaat onder andere uit een voorheffing op de inkomstenbelasting en verplichte sociale verzekeringen. De Belastingdienst is verantwoordelijk voor de heffing en inning van de loonheffingen. Loonbelasting en premie volksverzekeringen worden vaak samen loonheffing genoemd, omdat ze als één bedrag worden ingehouden en afgedragen door werkgevers of uitkeringsinstanties.

De premies sociale verzekeringen bestaan deels uit premies werknemersverzekeringen. Dit is een wettelijke sociale verzekering die werknemers verzekert tegen de financiële gevolgen van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Deelname is verplicht en de werkgever neemt de premie volledig voor zijn rekening. De werkgever betaalt deze premies niet voor personen die volgens de wet niet worden gezien als werknemer. Die personen kunnen daardoor ook geen aanspraak maken op voorzieningen van de ziektewet, de wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de werkloosheidswet.

Of een bestuurder in aanmerking komt voor sociale zekerheid hangt af of de dienstbetrekking wordt beschouwd als een arbeidsverhouding als een werknemer. Een bestuurder wordt niet als werknemer gezien als (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2015):

a) de bestuurder die, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, houder is van een zodanig aantal aandelen, al dan niet van een bepaalde soort of aanduiding, dat hij, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, ingevolge de statuten van de vennootschap over zijn ontslag kan besluiten; of
b) de bestuurder die, tezamen met bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, houder is van aandelen, al dan niet van een bepaalde soort of aanduiding, die ten minste twee derde van de stemmen vertegenwoordigen, zodat hij, tezamen met zijn bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, over zijn ontslag kan besluiten;
c) a. en b. zijn ook van toepassing op de bestuurder die een zodanige zeggenschap heeft binnen die vennootschap door tussenkomst van een of meer rechtspersonen, waarvan hij bestuurder is, al dan niet met elkaar in een groep verbonden, of door tussenkomst van vennootschappen waarvan hij aandelen houdt, dat hij hierdoor over zijn ontslag kan besluiten. Dit is ten aanzien van de relatie tot de echtgenoot en bloed- en aanverwanten ook van toepassing.
d) bestuurders die samen alle aandelen van de vennootschap bezitten en als aandeelhouders een gelijk of nagenoeg gelijk deel van het kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen. Indien een bestuurder aandelen van de vennootschap bezit door tussenkomst van een of meer rechtspersonen waarvan hij bestuurder is of van vennootschappen waarvan hij aandelen houdt, is de eerste zin van overeenkomstige toepassing.

Jaarlijks ontvangt het CBS een bestand van de Belastingdienst met fiscale loongegevens van personen. Dit bestand bevat informatie over inkomenscategorieën waaronder: ‘bestuurder met sociale verzekering’ en ‘bestuurder zonder sociale verzekering’. Respectievelijk worden de inkomenscodes 13 en 17 gebruikt om deze categorieën aan te duiden. De indicatie van bestuurders met inkomenscategorie 17 is bruikbaar voor het identificeren van familiebedrijven. In het geval van één bestuurder, betekent dit kortweg dat deze bestuurder (alleen of met zijn familie) in het bezit is van een meerderheid van de besluitvormingsrechten (gerelateerd aan de eerste drie voorwaarden rond de beschouwing van een arbeidsrelatie).

En tegelijkertijd betekent dit dat deze familie een familielid heeft die betrokken is bij het bestuur van de onderneming. Daarmee kwalificeren deze ondernemingen als familiebedrijf.

In het geval van twee of meer bestuurders met inkomenscode 17 (gerelateerd aan de vierde voorwaarde rond de beschouwing van een arbeidsrelatie) moet een familierelatie tussen bestuurders worden vastgesteld om het bedrijf te kunnen kwalificeren als familiebedrijf (zie vaststellen familierelaties tussen bestuurders, vennoten of maten).

Familiebedrijven onder BV’s en NV’s identificeren met de Satelliet Zelfstandige Ondernemers of het UBO-register
De vennootschapsbelasting is een belasting over de winst. De Belastingdienst onderscheidt voor belasting over winst ‘lichamen’ en natuurlijke personen. Lichamen (zoals bedrijven en organisaties) moeten aangifte vennootschapsbelasting doen. Deze belastingaangiften bevatten ook informatie over aandeelhouders met een aanmerkelijk belang.

In plaats van de ruwe data wordt de SZO van het CBS gebruikt. De SZO is onder andere gebaseerd op het ABR en aangevuld met registergegevens die door de Belastingdienst aan het CBS zijn verstrekt. 

In de belastingaangiften wordt gezocht of er één persoon of een familiegroep van personen is die:

  • een meerderheid van aandelen heeft in alle juridische eenheden van de ondernemingengroep die zelfstandig belastingplichtig zijn, of
  • een meerderheid van aandelen heeft in de juridische eenheid die belastingaangifte doet voor de bovenste juridische eenheid van de ondernemingengroep.

De gevonden belastingaangiften worden vervolgens gekoppeld aan het ABR. 

Vergelijkbaar als de werkwijze met de belastingaangiften wordt met het UBO-register gezocht of er één persoon of een familiegroep van personen is die een meerderheid van eigendomsbelang heeft.

Ondernemingengroepen met 1 werkzaam persoon worden als aparte groep onderscheiden (zoals eerder aangegeven).

Daarna wordt vastgesteld of er een familielid van de gevonden aandeelhouder(s) betrokken is bij het bestuur van de ondernemingengroep. Twee registers zijn gebruikt om betrokkenheid bij het bestuur vast te stellen:

  • Het bestand fiscale loongegevens van de Belastingdienst
  • Het NHR van de KVK

Het bestand fiscale loongegevens bevat informatie over bestuurders (zie eerder). De geselecteerde ondernemingengroepen met hun aandeelhouders zijn gekoppeld met het bestand fiscale loongegevens om te zien of er een familielid als bestuurder met inkomenscode 13 of 17 is.

Het NHR van de KVK biedt een andere manier om bestuurlijke betrokkenheid van een familielid vast te stellen. De geselecteerde ondernemingengroepen met hun aandeelhouders zijn gekoppeld met het NHR om te zien of een familielid volgens het NHR bestuurslid is.

Familiebedrijven onder BV’s en NV’s identificeren met het Nieuw Handelsregister
Om familiebedrijven te identificeren, kan ook het NHR van de KVK als startpunt worden gebruikt in plaats van de fiscale loongegevens of de SZO.

Om familiebedrijven te identificeren zijn één of meerdere personen geselecteerd die zowel bestuurder als enig aandeelhouder zijn in minstens één juridische eenheid van de ondernemingengroep. Ondernemingengroepen met 1 werkzaam persoon zijn als aparte groep onderscheiden (zie eerder). Aanvullend zijn alleen ondernemingengroepen met de rechtsvormen BV en NV geselecteerd.

Het resultaat bestaat enerzijds uit ondernemingengroepen waar precies één persoon bestuurder en enig aandeelhouders is in minstens één juridische eenheid. En het resulteert in ondernemingengroepen waar minstens twee personen die bestuurder en enig aandeelhouder zijn in minstens één juridische eenheid. In dat geval moet een familierelatie tussen bestuurders worden vastgesteld om het bedrijf te kunnen kwalificeren als familiebedrijf (zie vaststellen familierelaties tussen bestuurders, vennoten of maten).

Vaststellen van familierelaties tussen bestuurders, vennoten of maten
Er zijn twee methoden gebruikt om een familierelatie tussen bestuurders, vennoten of maten vast te stellen. De methoden zijn via het:

  • NHR van de KVK
  • kind-ouderbestand en verbintenissenbestand van het CBS

Met gebruik van het NHR
Het NHR bevat informatie over bestuurders, vennoten of maten, inclusief de familienaam en de familienaam van de echtgenoot. Er wordt aangenomen dat een familierelatie tussen bijvoorbeeld twee bestuurders (BM1 en BM2) bestaat als minstens één van de volgende voorwaarde waar is:

  • Familienaam BM1 = Familienaam BM2
  • Familienaam BM1 = Familienaam echtgenoot BM2
  • Familienaam echtgenoot BM1 = Familienaam BM2
  • Familienaam echtgenoot BM1 = Familienaam echtgenoot BM2

Een familiebedrijf wordt verondersteld als meer dan 50% van de relaties tussen bestuurders met inkomenscode 17 een familierelatie is. Stel dat een ondernemingengroep drie bestuurders heeft met inkomenscode 17 (BM1, BM2, BM3). Dan zijn er drie relaties tussen bestuurders (BM1, BM2), (BM1, BM3) en (BM2, BM3). Om als familiebedrijf te kwalificeren, moeten minstens twee van de drie relaties familierelaties zijn. Eenzelfde gaat op bij vennoten of maten.

Met gebruik van het kind-ouderbestand en het verbintenissenbestand
De belangrijkste bronnen die gebruikt zijn om familierelaties tussen bestuurders, vennoten en maten af te leiden zijn het kind-ouderbestand en het verbintenissenbestand. Hiermee sluit het CBS aan bij hoe personen in het personen- en familierecht tot elkaar staan. Het kind-ouderbestand van het CBS bevat bijna alle (juridische) kind-ouder relaties sinds 1945. Data van kinderen die sinds 1966 zijn geboren, zijn hierin het meest betrouwbaar. Het register is gebaseerd op het BRP. 

Het verbintenissenbestand is ook gebaseerd op het BRP. Het bevat huwelijken en geregistreerd partnerschappen sinds 1 januari 1995 van personen die geregistreerd zijn in het BRP en die via huwelijk of geregistreerd partnerschap zijn of waren verbonden.

Een familiebedrijf wordt verondersteld als meer dan 50% van de relaties tussen bestuurders met inkomenscode 17 een familierelatie is. Stel dat een ondernemingengroep drie bestuurders heeft met inkomenscode 17 (BM1, BM2, BM3). Dan zijn er drie relaties tussen bestuurders (BM1, BM2), (BM1, BM3) en (BM2, BM3). Om als familiebedrijf te kwalificeren, moeten minstens twee van de drie relaties familierelaties zijn. Eenzelfde gaat op bij vennoten of maten.

Met gebruik van het kind-ouderbestand en het verbintenissenbestand
De belangrijkste bronnen die gebruikt zijn om familierelaties tussen bestuurders, vennoten en maten af te leiden zijn het kind-ouderbestand en het verbintenissenbestand. Het kind-ouderbestand van het CBS bevat bijna alle (juridische) kind-ouder relaties sinds 1945. Data van kinderen die sinds 1966 zijn geboren, zijn hierin het meest betrouwbaar. Het register is gebaseerd op het BRP. 

Het verbintenissenbestand is ook gebaseerd op het BRP. Het bevat huwelijken en geregistreerd partnerschappen sinds 1 januari 1995 van personen die geregistreerd zijn in het BRP en die via huwelijk of geregistreerd partnerschap zijn of waren verbonden.

Populatiekader
De methode gaat uit van een volumekader. In een volumekader zijn alle bedrijven die in een jaar hebben bestaan terug te vinden. Dit verbetert bijvoorbeeld het koppelresultaat wanneer de populatie bedrijven wordt gekoppeld aan andere statistieken. Zo ontstaat er een completer beeld.

Beschouwing
Zoals aangegeven is de methode om familiebedrijven te identificeren verder verfijnd ten opzichte van de methode uit 2020 (CBS, 2020). Met ingang van verslagjaar 2019 is het UBO-register als nieuwe bron aan de methode toegevoegd (CBS, 2021). In dit onderzoek is de doorkoppeling naar de eigenaren van de bedrijven verder verbeterd. Ook is met een lopend-basisjaar-met-revisie aanpak een voorlopige populatie naar typering afgebakend voor het jaar 2021. Bedrijven waar voor 2021 al informatie beschikbaar is voor de identificatie, zijn geclassificeerd volgens die informatie. Bedrijven waarvoor nog geen informatie beschikbaar was, zijn geclassificeerd volgens de categorie van 2020. De cijfers over 2021 zijn zodoende met een grotere onzekerheidsmarge omgeven.

Het is niet uitgesloten dat onderzoeks- of rekenmethodes nog verder worden verfijnd of verbeterd. Bijvoorbeeld op basis van nieuwe inzichten, nader onderzoek, nieuw beschikbare registers en informatie met aanknopingspunten voor het identificeren van familiebedrijven. Daardoor kunnen de cijfers in de toekomst worden gereviseerd.

4) Niet bedoeld in de zin van de rechtsvorm eenmanszaak.
5) De resultaten in deze publicatie op landelijk niveau worden, zoals voor veel bedrijfsstatistieken van het CBS, gerapporteerd op het niveau van de bedrijfseenheid (BE). Waar de OG als de feitelijke actor in financiële processen wordt beschouwd, is de BE de feitelijke actor in het productieproces. Voor de beschrijving van een regionale economie wordt bij het CBS gebruik gemaakt van de lokale bedrijfseenheid (LBE). In veel gevallen omvat een OG één BE, en één LBE. Bij grotere bedrijven komt het vaker voor dat aan een OG meerdere BE en en LBE-en zijn gekoppeld.