Familiebedrijven in Nederland, 2020

3. Werknemers en hun banen

Hoeveel familiebedrijven zijn als werkgever actief? Voor hoeveel werknemersbanen zorgen deze bedrijven? Wat zijn de kenmerken van deze banen? En wat zijn de achtergrondkenmerken van de werknemers? Tenzij anders vermeld, gaan de cijfers in dit hoofdstuk over de banen en werknemers in december 2020.

3.1 Aantal werknemersbanen

29 procent van alle werknemersbanen is een baan bij een familiebedrijf

In Nederland waren er in december 2020 8,44 miljoen werknemersbanen (zie figuur 3.1.1). In brede zin waren er 2,77 miljoen banen bij bedrijven in familie-eigendom en 5,67 miljoen bij bedrijven en instellingen niet in familie-eigendom. 

Bij de bedrijven in familie-eigendom waren 218 duizend familiebedrijven als werkgever actief. Zij zorgden op dat moment voor 2,63 miljoen werknemersbanen. Het aandeel van familiebedrijven in het totaal aan werknemersbanen is ruim 31 procent.

Bij de bedrijven en instellingen die niet in familie-eigendom waren, waren 4,31 miljoen werknemersbanen bij niet-familiebedrijven. De resterende 1,36 miljoen betrof werknemersbanen bij instellingen die geen bedrijf waren.

3.1.1 Werknemersbanen1), december 2020
WerknemersbanenBedrijven van ondernemingengroepen met 1 werkzaam persoon (x 1 000)Familiebedrijven (x 1 000)Niet-familiebedrijven (x 1 000)Geen bedrijf (x 1 000)
137,52629,84308,71362,9
1)Hiertoe behoren ook de directeuren-grootaandeelhouders (dga’s)

Ontwikkeling aandeel van familiebedrijven in het aantal werknemersbanen relatief stabiel

In figuur 3.1.2 is het aantal werknemersbanen weergegeven voor de jaren 2015-2020. Het aandeel van familiebedrijven in het totaal blijft in deze periode vrij stabiel.

3.1.2 Werknemersbanen1) per jaar, december
JarenBedrijven van ondernemingengroepen met 1 werkzaam persoon (x 1 000)Familiebedrijven (x 1 000)Niet-familiebedrijven (x 1 000)Geen bedrijf (x 1 000)
2015116,82349,24050,91274,8
2016119,62369,24147,41286,2
2017124,924704240,31316,9
2018128,92461,24461,71315,5
2019133,32586,44460,31344,0
2020137,52629,84308,71362,9
1)Hiertoe behoren ook de directeuren-grootaandeelhouders (dga’s)

3.2  Werknemersbanen per bedrijfsgrootte

Aandeel van familiebedrijven in het aantal werknemersbanen neemt af naarmate de bedrijfsgrootte toeneemt

Omdat familiebedrijven vooral microbedrijven (zie paragraaf 2.2) zijn, neemt het aandeel van familiebedrijven in het aantal werknemersbanen per bedrijfsgrootte af. Het aandeel familiebedrijven was het grootst onder het kleinbedrijf (tot 50 werkzame personen). Niet-familiebedrijven telden zowel absoluut als relatief meer banen in het midden- en grootbedrijf (zie tabel 3.2.1).

3.2.1 Werknemersbanen1) naar bedrijfsgrootte, december 2020 (x 1 000)
Bedrijven van ondernemingen-
groepen met
1 werkzaam persoon
Familie-
bedrijven
Niet-familie-
bedrijven
Geen bedrijfTotaal
Bedrijfsgrootte
0-50 werkzame personen137,51 366,867479,42 257,7
50-250 werkzame personen599,2736,41621 497,6
250 of meer werkzame personen663,82 898,31 121,44 683,6
Totaal137,52 629,84 308,71 362,98 438,9
1) Hiertoe behoren ook de directeuren-grootaandeelhouders (dga’s).

3.3 Werknemersbanen per bedrijfstak

Relatief veel werknemersbanen bij familiebedrijven in de landbouw

Hoeveel banen er per bedrijfstak zijn door familiebedrijven verschilt. Relatief veel werknemersbanen bij familiebedrijven waren te vinden in de landbouw, bosbouw en visserij, de autohandel en reparatie, de horeca en de bouwnijverheid (zie figuur 3.3.1). In andere bedrijfstakken, zoals de gezondheids- en welzijnszorg, waren relatief veel werknemersbanen bij niet-familiebedrijven.

In het totaal aan werknemersbanen bij familiebedrijven hadden de detailhandel, horeca en bouwnijverheid een aanzienlijk groter aandeel dan bij de niet-familiebedrijven. Gezondheids- en welzijnszorg had een aanzienlijk kleiner aandeel.

3.3.1 Werknemersbanen naar bedrijfstak, december 2020
BedrijfstakBedrijven van ondernemingengroepen met 1 werkzaam persoon (%)Familiebedrijven (%)Niet-familiebedrijven (%)Geen bedrijf (%)
Landbouw, bosbouw en visserij1,775,522,60,2
Autohandel en -reparatie1,367,331,20,1
Horeca0,562,536,40,6
Bouwnijverheid1,761,536,80
Detailhandel (niet in auto's)0,55049,50
Groothandel en handelsbemiddeling1,14355,90
Verhuur en overige zakelijke diensten0,342,655,41,7
Industrie0,334,75510
Vervoer en opslag0,434,7614
Verhuur en handel van onroerend goed5,131,151,312,5
Specialistische zakelijke diensten73158,73,3
Overige dienstverlening1,429,316,652,7
Cultuur, sport en recreatie126,345,327,4
Delfstoffenwinning0,426,171,71,8
Informatie en communicatie2,125,3711,5
Waterbedrijven en afvalbeheer0,222,556,420,8
Financiële dienstverlening18,118,661,91,4
Gezondheids- en welzijnszorg0,612,7833,8
Onderwijs0,34590,7
Energievoorziening0,83,895,30,1
Openbaar bestuur en overheidsdiensten000100

3.4 Werknemersbanen naar zeggenschap

Familiebedrijven met één eigenaar hebben het grootste aandeel in de werknemersbanen van familiebedrijven

Ruim 71 procent van de werknemersbanen bij familiebedrijven was bij bedrijven die volledig in eigendom van een familie waren. Ruim 13 procent was bij familiebedrijven met een enig eigenaar. 58 procent was bij familiegeleide ondernemingen en ruim 23 procent bij familiegecontroleerde ondernemingen (zie figuur 3.4.1).

3.4.1 Werknemersbanen familiebedrijven naar zeggenschap, december 2020
Zeggenschap familiebedrijfWerknemersbanen
Enig eigenaar13,5
Familiegeleide onderneming57,9
Familiegecontroleerde onderneming23,5
Niet met zekerheid vast te stellen5,1

3.5 Regionale spreiding van werknemersbanen

Het aandeel werknemersbanen van familiebedrijven loopt per provincie enigszins uiteen (zie figuur 3.5.1). In Drenthe en Overijssel was ruim 37 procent van de werknemersbanen bij een familiebedrijf. In Noord-Holland, Utrecht en Groningen was dit aandeel 28 procent of minder.

3.5.1 Werknemersbanen bij familiebedrijven naar provincie, december 2020
ProvincieStatcode
Groningen (provincie)28,1
Friesland33,6
Drenthe37,2
Overijssel36,6
Flevoland37,3
Gelderland35,5
Utrecht (provincie)27
Noord-Holland26,1
Zuid-Holland30,3
Zeeland35,1
Noord-Brabant33,1
Limburg31,5

3.6 Baankenmerken

Verschil in dienstverband van werknemersbanen tussen familie- en niet-familiebedrijven relatief klein

44 procent van alle werknemersbanen bij familiebedrijven is een voltijdbaan (zie figuur 3.6.1). De familiebedrijven wijken hierin nauwelijks af van de niet-familiebedrijven, die 45 procent voltijdbanen tellen.

3.6.1 Werknemersbanen naar dienstverband, december 2020
DienstverbandFamiliebedrijven (%)Niet-familiebedrijven (%)Geen bedrijf (%)
Voltijd444546
Deeltijd565554

Relatief meer contracten voor bepaalde tijd bij familiebedrijven

Bij 37 procent van de werknemersbanen van familiebedrijven hoorde een contract voor bepaalde tijd. Bij niet-familiebedrijven was dit 31 procent (zie figuur 3.6.2). In vergelijking met niet-familiebedrijven komen bij familiebedrijven alleen in de verhuur en overige zakelijke diensten relatief minder contracten voor bepaalde tijd voor. 

3.6.2 Werknemersbanen naar contractsoort, december 2020
ContractsoortFamiliebedrijven (%)Niet-familiebedrijven (%)Geen bedrijf (%)
Bepaalde tijd373120
Onbepaalde tijd586880
Niet van toepassing1)500
1) Directeuren-grootaandeelhouders

Relatief meer kortere werknemersbanen bij familiebedrijven

Bijna één op de vijf werknemersbanen bij familiebedrijven was voor 12 uur of minder per week (zie figuur 3.6.3). Bij niet-familiebedrijven is dit ruim één op de tien. Het grotere belang van de detailhandel en de horeca (met relatief veel kortere werknemersbanen) in het totaal aan werknemers bij familiebedrijven verklaart deels het verschil. In vrijwel alle andere bedrijfstakken hebben familiebedrijven relatief ook meer werknemersbanen van minder dan 12 uur per week. 47 procent van de werknemersbanen bij familiebedrijven kende een wekelijke arbeidsduur van meer dan 35 uur per week. Dit percentage is bij niet-familiebedrijven even groot.

3.6.3 Werknemersbanen naar wekelijkse arbeidsduur, december 2020
Wekelijkse arbeidsduurFamiliebedrijven (%)Niet-familiebedrijven (%)Geen bedrijf (%)
minder dan 12 uur per week19127
12 tot 20 uur per week1087
20 tot 25 uur per week91212
25 tot 30 uur per week6813
30 tot 35 uur per week91315
35 uur of meer per week474746

Relatief meer werknemersbanen bij familiebedrijven met een maandloon tot 1 000 euro

Bij 29 procent van de werknemersbanen bij familiebedrijven hoorde een maandloon tot 1 000 euro (zie figuur 3.6.4). Bij niet-familiebedrijven was dit 19 procent. Het maandloon hangt enerzijds samen met de wekelijkse arbeidsduur, waar familiebedrijven relatief meer kortere werknemersbanen tellen dan niet-familiebedrijven. Ook de leeftijd van werknemers speelt een rol. Zoals uit figuur 3.7.2 blijkt, was bijna een kwart van de werknemers van familiebedrijven jonger dan 25 jaar.

3.6.4 Werknemersbanen naar maandloon, december 2020
MaandloonFamiliebedrijven (%)Niet-familiebedrijven (%)Geen bedrijf (%)
Minder dan 1 000 euro291910
1 000 tot 1 500 euro1086
1 500 tot 2 000 euro131210
2 000 tot 2 500 euro121311
2 500 tot 3 000 euro121214
3 000 tot 3 500 euro71012
3 500 tot 4 000 euro5710
4 000 tot 4 500 euro359
4 500 tot 5 000 euro235
5 000 euro of meer61113

3.7 Persoonskenmerken

Relatief meer mannelijke werknemers bij familiebedrijven

In totaal was 59 procent van de werknemers bij familiebedrijven een man (zie figuur 3.7.1). Bij niet-familiebedrijven was de verdeling man-vrouw bijna gelijk. Dit hangt samen met het hoge aantal vrouwelijke werknemers in de gezondheids- en welzijnszorg en het lage percentage familiebedrijven in deze bedrijfstak.

3.7.1 Werknemers naar geslacht, december 2020
GeslachtFamiliebedrijven (%)Niet-familiebedrijven (%)Geen bedrijf (%)
Mannen594946
Vrouwen415154

Werknemers bij familiebedrijven zijn relatief jong

De werknemers bij familiebedrijven zijn relatief jong. Bijna een kwart van de werknemers was jonger dan 25 jaar (zie figuur 3.7.2). Bij niet-familiebedrijven was dit 16 procent. Het grotere belang van de detailhandel en de horeca (waar relatief veel jongeren werken) in het totaal aan werknemers bij familiebedrijven verklaart enerzijds het verschil. Anderzijds hebben een aantal bedrijfstakken waar relatief meer oudere werknemers werken een groot belang in het totaal aan werknemers bij niet-familiebedrijven.

3.7.2 Werknemers naar leeftijd, december 2020
LeeftijdFamiliebedrijven (%)Niet-familiebedrijven (%)Geen bedrijf (%)
jonger dan 25 jaar24166
25 tot 35 jaar212419
35 tot 45 jaar172022
45 tot 55 jaar202124
55 tot 65 jaar151726
65 jaar of ouder323

Verschillen tussen familie- en niet-familiebedrijven in herkomstland van werknemers klein

De verdeling van werknemers naar herkomstland laat bij de familiebedrijven grofweg hetzelfde beeld zien als bij de niet-familiebedrijven (zie figuur 3.7.3). Ongeveer drie kwart van de werknemers had Nederland als herkomstland.

3.7.3 Werknemers naar herkomstland, december 2020
HerkomstlandFamiliebedrijven (%)Niet-familiebedrijven (%)Geen bedrijf (%)
Nederland757381
Europa (exclusief Nederland)10106
Buiten Europa141613
Onbekend110