Welzijn

© ANP / Rob Engelaar

Hoe is de brede welvaart verdeeld als het gaat om subjectief welzijn? Subjectief welzijn staat centraal in de brede welvaart. Het gaat om de waardering die mensen hebben voor hun eigen leven. De verdeling van welzijn wordt gemeten met de tevredenheid met het leven.

Tevredenheid met het leven

Subjectief welzijn – het welbevinden van de bevolking – is een belangrijk aspect van brede welvaart omdat het sterk verweven is met de kwaliteit van leven (Diener en Suh, 1997). Informatie over het welbevinden van mensen geeft inzicht in hoe zij hun eigen leven waarderen, los van objectieve maatstaven zoals inkomen of positie op de arbeidsmarkt.

In de periode 2013-2019 was gemiddeld 88 procent van de personen van 18 jaar of ouder gelukkig en 85 procent tevreden met het leven. Het aandeel dat ongelukkig of ontevreden is met het leven was gemiddeld 3 procent. Voor meer informatie over het welzijn van de Nederlandse bevolking is te vinden op StatLine.

Tevredenheid met het leven

Situatie in 2021

In 2021 zei 83,6 procent van de volwassenen tevreden te zijn met zijn of haar leven, 13,0 procent was niet tevreden en niet ontevreden en een relatief kleine groep van 3,3 procent zei ontevreden met het leven te zijn.

  • De jongste groep is minder vaak tevreden met het leven dan de Nederlandse bevolking als geheel. Daarentegen zijn 55- tot 75 jarigen vaker dan gemiddeld tevreden met het leven.
  • Laagopgeleiden zijn minder vaak dan gemiddeld tevreden met het leven, hoogopgeleiden juist bovengemiddeld vaak.
  • Mensen met een Nederlandse achtergrond zijn bovengemiddeld vaak tevreden over het leven, mensen met een niet-westerse migratieachtergrond minder vaak dan gemiddeld.

Geslacht, leeftijd, onderwijsniveau en migratieachtergrond hangen samen. Het percentage hoogopgeleiden is bijvoorbeeld niet gelijk in alle leeftijdsgroepen. Door standaardisatie wordt hiermee rekening gehouden: er wordt gecorrigeerd voor de ongelijkheid in het voorkomen van bovenstaande kenmerken. Op basis van gestandaardiseerde cijfers over de tevredenheid met het leven blijven de bovenstaande bevindingen grotendeels in stand, echter:

  • Als we de 25- tot 35-jarigen corrigeren voor de ongelijke samenstelling naar geslacht, onderwijsniveau en migratieachtergrond ten opzichte van de andere leeftijdsgroepen, dan blijken ze minder dan gemiddeld tevreden te zijn met het leven. Het verschil in de niet gestandaardiseerde cijfers hangt dus samen met de specifieke samenstelling van de groep 25- tot 35-jarigen naar bovengenoemde kenmerken.

Veranderingen tussen 2019 en 2021

Het aandeel mensen dat tevreden is met het leven is in 2021 3,7 procentpunt lager dan in 2019. Vergeleken met die verandering voor de gehele bevolking heeft de volgende groep zich anders ontwikkeld:

  • 18- tot 25-jarigen: deze groep ontwikkelde zich sinds 2019 relatief ongunstig. In 2021 was het aandeel tevredenen met het leven in deze groep ruim 9 procentpunt lager dan in 2019.

Uitleg figuur

De kleuren geven aan of de waarde van de indicator van een bevolkingsgroep boven, onder of (min of meer) op het gemiddelde van de bevolking. Groen betekent dat waarde van een bevolkingsgroep hoger is dan het gemiddelde, rood dat de waarde lager is en grijs dat de waarde niet afwijkt van het gemiddelde. Bij verschillen naar geslacht geeft de kleur aan hoe de waarde bij mannen zich verhoudt tot de waarde bij vrouwen. Per indicator wordt ook met kleuren aangegeven of de indicatorwaarde van een bevolkingsgroep sinds het basisjaar 2019 is veranderd richting een hogere (groen) of lagere (rood) brede welvaart.