CBS en SCP verdiepen samenwerking
Samenwerking
Voor het onderzoek naar de Culturele Veranderingen/SCP Leefsituatie Index verzorgt het CBS al jaren de dataverzameling. Hetzelfde geldt voor het onderzoek naar ouderen in instellingen, dat op dit moment loopt. ‘Met een heel goede respons’, aldus Van de Maat. Zij is methodoloog en accountmanager voor het CBS bij het SCP. ‘We merken dat ouderen graag met de overheid delen hoe zij de zorg in hun verpleeghuis ervaren.’ Binnenkort start de Survey Integratie Minderheden, waarvoor het CBS de steekproef trekt en de weging (een rekenkundige manier om uit een niet representatieve respons een algemeen gemiddelde te berekenen die voor de populatie geldt, red.) verricht. ‘Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de vele gebieden waarop we met het CBS samenwerken. En die samenwerking verloopt heel prettig.’
Verdere verdieping
De nieuwe samenwerkingsovereenkomst borduurt voort op de bestaande, die na vijf jaar afloopt. ‘Als je zo intensief samenwerkt, is het handig om een aantal afspraken vast te leggen’, aldus Van de Maat. ‘Dat standaardiseert de samenwerking, voorkomt misverstanden en zorgt voor een soepel proces.’ In de nieuwe overeenkomst en de bijbehorende Algemene Voorwaarden is in verband met de invoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) vorig jaar extra aandacht voor privacy. CBS-accountmanager Maico Hoksbergen: ‘Daarnaast is de nieuwe overeenkomst meer inhoudelijk van aard. We streven naar verdere verdieping, zowel qua onderzoek en publicatie als qua innovatie. Het CBS wil met het SCP méér doen dan alleen de dataverzameling. We kijken nu naar intensivering van de samenwerking op het gebied van publicaties maken. Ook wordt gekeken in hoeverre er gebruik gemaakt kan worden van de data die het CBS al in huis heeft.’
Kennis inbrengen
‘In de nieuwe overeenkomst is vastgelegd dat we publicaties nog meer op elkaar gaan afstemmen, zoals bij de Emancipatiemonitor (een tweejaarlijks onderzoek van het SCP en het CBS naar de emancipatie van vrouwen in ons land) nu al gebeurt’, aldus Van de Maat. ‘Dat voorkomt dat cijfers net even anders geïnterpreteerd worden.’ Hoksbergen: ‘De Emancipatiemonitor is een goed voorbeeld van hoe wij als CBS en SCP kennis inbrengen.’ Bij de Monitor Brede Welvaart, die het CBS op 15 mei jl. in de Tweede Kamer presenteerde, gaven de drie planbureaus een verbeterpunt aan. Zij stelden dat de samenhang van de verschillende onderdelen in de monitor meer duidelijk moet worden. ‘Dat is te voorkomen door van te voren gezamenlijk over de inhoud van een publicatie te spreken. Het is belangrijk dat wij als overheidsorganisaties een helder beeld presenteren’, aldus Van de Maat.
Verschillende invalshoeken
SCP en CBS werken vanuit andere achtergronden en hebben een andere functie in de maatschappij. Van de Maat: ‘Het SCP wil graag ontwikkelingen duiden en verklaren. Het CBS presenteert de feitelijke cijfers. Dat zijn twee verschillende invalshoeken waarin we elkaar goed aanvullen.’ Soms moet het verschil in werkwijze van de organisaties wel uitgelegd worden. ‘Het CBS gaat zeer zorgvuldig om met de privacy van burgers en bedrijven. Daarom vindt het SCP het CBS soms te streng als het gaat om verzoeken om data te koppelen. Medewerkers vragen zich ook wel af waarom het lang duurt om een bestand te wegen. Het is mijn rol als accountmanager mijn collega’s uit te leggen hoe het CBS te werk gaat.’
‘We streven naar verdieping, zowel qua onderzoek en publicatie als qua innovatie’
Innovatie
Ondertussen blijven de accountmanagers van het CBS en het SCP nieuwe mogelijkheden verkennen, bijvoorbeeld door de werkprogramma’s van beide organisaties voor 2020 naast elkaar te leggen en te kijken waar ze elkaar kunnen versterken. Ook op het gebied van innovatie worden stappen gezet. Hoksbergen: ‘We willen innoveren waar mogelijk, bijvoorbeeld door het Tijdsbestedingsonderzoek (TBO) efficiënter in te richten. Dat is voor de respondenten een tijdrovend onderzoek: gedurende een week moeten zij elke 10 minuten een dagboek bijhouden over wat zij doen. We bekijken nu met het SCP hoe dit met moderne, digitale middelen anders kan.’