‘We stevenen mogelijk op een volgende crisis af’
‘Uit balans’ bestaat uit korte, goed leesbare hoofdstukken en behandelt een keur aan onderwerpen. Met behulp van een veelheid aan cijfers, tabellen en grafieken (veelal van CBS) laat Van Duijn verbanden zien en bouwt hij keer op keer een helder en goed te volgen betoog op. Daarbij gaat hij soms ver terug in de tijd. ‘Ik hou van lange tijdreeksen. Ik heb alle jaarboeken van CBS, teruggaand tot 1962. Ik wil laten zien wat er in onze economie is gebeurd. Dat het uitzonderlijk is wat we de laatste dertig jaar hebben meegemaakt.'
Volgende crisis
Komt uw boek te laat? Het gaat toch weer beter met de economie? Van Duijn: ‘Misschien ben ik eerder te vroeg. We lezen in de krant dat het goed gaat met de economie, maar in dezelfde krant lezen we dat de winsten van AEX-ondernemingen naar beneden zijn bijgesteld. Het IMF en de Wereldbank hebben hun ramingen ook naar beneden bijgesteld. De wereldhandel is aan het dalen. Hoe komt dat? Omdat de landen waar wij van afhankelijk zijn, het helemaal niet zo goed doen.’ Nee, volgens Van Duijn is de economie nog steeds uit het lood geslagen, omdat de onderliggende oorzaken die aan de crisis ten grondslag lagen niet aangepakt zijn. 'We stevenen mogelijk zelfs op een volgende crisis af.’
Overheidstaken
Van Duijn is de zoon van een tuinder uit het Westland. De tuinderij, het pad langs het huis, de slootjes waarover hij als jongetje sprong, het is allemaal verdwenen. ‘Het Westland is zo lelijk geworden. Overal staan blokkendozen van bedrijven in de logistiek. Er wordt steeds minder geteeld. Ieder dorp heeft bedrijventerreinen en kantoorpanden die leegstaan.’ Het illustreert volgens hem dat de centrale overheid de regie over de inrichting van ons land heeft losgelaten. Een overheidstaak, vindt hij. ‘De centrale overheid moet taken oppakken die wij als burger niet kunnen uitvoeren, zoals de inrichting en de verdediging van ons land. Ik kan geen weg aanleggen. Ik kan geen legertje op de been houden. Toch is het budget voor defensie voortdurend omlaag gegaan. Onze overheid wordt steeds kleiner, kijk maar naar cijfers van CBS. De overheidsinvesteringen zijn laag en we hebben relatief weinig ambtenaren. Wat er werkelijk gebeurt, is dat de overheid consumptie van huishoudens rondpompt. De overheid regelt zaken voor de burger die de burger van een rijk land als Nederland zelf zou moeten regelen.’
De economie is nog steeds uit het lood geslagen, omdat de onderliggende oorzaken die aan de crisis ten grondslag lagen niet aangepakt zijn
Pensioen, onderwijs en zorg
Volgens Van Duijn moet de burger zelf aan de slag met zijn pensioen, onderwijs en zorg. Hij moet meer sparen en minder lenen. Keuzes maken en de cijfers van het CBS kunnen daarbij helpen. ‘In Nederland hebben de huishoudens een schuld die meer dan 200 procent van het gezinsinkomen beslaat. In Duitsland is dat 66 procent en in Italië 34. Het is van de zotte dat de gemoederen zo hoog oplopen als we in 2018 maar 100 procent van de waarde van een koophuis kunnen opnemen als hypotheek. Tot in de jaren negentig was dat gewoon 70 procent. In Duitsland is het ook maar 80.’ Van Duijn blikt weer terug: ‘Vroeger ging je eerst huren, spaarde je en leende je geld bij je ouders voor de aankoop van een huis. Als dat gedaan was, sloot je vervolgens een hypotheek af die je zo snel mogelijk afloste, ook al bestond de hypotheekrenteaftrek toen ook al!’
Korte horizon
Volgens Van Duijn is er sprake van een verandering in de moraal en in de waardering voor het algemeen belang. ‘Mijn overgrootvader was één van de oprichters van de plaatselijke Raiffeisenbank. Mijn opa was voorzitter. De bank had een nutsfunctie. De directeur, toen nog kassier geheten, was gewoon een werknemer die verantwoording aan het bestuur moest afleggen. Zijn motivatie werd niet bepaald door bonussen maar door de belangen van de leden, die in feite eigenaren van de bank waren.’
Iedereen wil direct zijn winst en direct zijn consumptie
Hoge bonussen
Hetzelfde gold voor de bestuurders van grote ondernemingen, betoogt Van Duijn in zijn boek. De voorzitter van de Raad van Bestuur had een redelijk salaris en was een primus inter pares. Later werd hij de CEO, de sterke man met het enorme salaris en de ongekend hoge bonussen. Daarmee kwamen ook de fusies, overnames, de grote risico’s en het korte termijn denken. ‘Een CEO kijkt niet verder dan acht jaar vooruit, gemiddeld zijn zittingsperiode, dan is het de beurt aan zijn opvolger.’ Niet alleen grote ondernemingen, maar ook de overheid, pensioenfondsen, beleggers en burgers werken volgens Van Duijn met een te korte horizon. ‘Iedereen wil direct zijn winst en direct zijn consumptie. Mama, ik wil nu een ijsje. De enigen die nog een vergezicht hebben zijn de leiders van familiebedrijven, die kijken een generatie verder.‘
Nuchtere boerenverstand
Van Duijn blijft een tuinderszoon uit het Westland met een nuchtere kijk op de economie. ‘Ik mis in het debat vaak het nuchtere boerenverstand. Ik neem nooit wat van een ander aan, maar oordeel zelf op basis van de feiten. ‘If the facts change, I change my opinion, what about you, sir?’ zei de grote econoom Keynes al. Maar de meeste mensen doen dat niet. Ze blijven aan hun mening vasthouden, ook al zijn de feiten veranderd.’