Loopbanen van gediplomeerden in zorg en welzijn

© Hollandse Hoogte / Flip Franssen
In deze figuren staat hoe individuele loopbanen van gediplomeerden verlopen. Dit zijn gediplomeerden van de mbo- en hbo-opleidingen verpleegkunde, verzorgende en sociaal pedagogisch werk/hulpverlening.

Tien jaar na hun start als werknemer in zorg en welzijn hebben 15 035 gediplomeerden met een opleiding in zorg en welzijn een vaste aanstelling binnen zorg en welzijn, dat is 56 procent van het totaal. Van hen hadden er 2 360 onafgebroken deze vaste aanstelling in zorg en welzijn, en 12 675 hebben tussendoor minimaal één andere stap in hun loopbaan gezet. Van alle startende werknemers in zorg en welzijn wisselt 89 procent een of meerdere keren van aanstelling in de eerste tien jaar en kan daarbij de bedrijfstak verlaten en ook weer terugkomen.

Tellingen van groepen werknemers per jaar geven een jaarlijkse samenvatting van de arbeidsmarkt zorg en welzijn, maar de dynamiek op de arbeidsmarkt blijft daarmee onzichtbaar. Door individuele loopbanen weer te geven wordt de doorlopende dynamiek op de arbeidsmarkt zichtbaar gemaakt.

Figuur 1:

Hoe lees ik de figuur?

Je ziet hier alle individuele personen die met een diploma voor zorg en welzijn werknemer worden in zorg en welzijn. Zij startten met een baan in 2011 en werden tien jaar lang gevolgd . Alle loopbanen zijn op elkaar gestapeld en gesorteerd. Je kijkt dus naar alle 26 720 loopbanen tegelijk.

De kleuren in de figuur geven aan welke arbeidsmarktpositie iemand op dat moment heeft. Bijvoorbeeld: een lijn die van donkerblauw naar lichtblauw loopt, toont een loopbaan die begint met een flexibel contract en overgaat naar een vast contract.

Dynamiek loopbaanpaden

Voordat mensen een vaste aanstelling in zorg en welzijn krijgen, hebben ze meestal een flexibele baan in zorg en welzijn (de blokken met eerst donkerblauw en daarna lichtblauw). Ook blijft een aanzienlijk deel van alle werknemers die starten in zorg en welzijn continu wisselen tussen vaste en flexibele banen in zorg en welzijn (de lijnen met afwisselend licht- en donkerblauw), en ook tussen banen binnen en buiten zorg en welzijn (de diverse lijnen met zowel groen als blauw).

Ontwikkeling arbeidsmarktposities

Figuur 2 toont de verschillende arbeidsmarktposities in 2011 en 2021.
Het aantal werknemers met een vaste baan neemt toe en het aantal werknemers met een flexibele baan neemt af in deze tien jaar. Daarnaast nemen de groep van werknemers buiten zorg en welzijn en de groep ‘overig’ toe. Er zijn maar weinig zelfstandigen binnen en buiten zorg en welzijn en weinig mensen die een opleiding volgen.

 
Figuur 2, Arbeidsmarktposities van zorgmedewerkers, 2011 en 2021
JaarVaste werknemer zorgFlexibele werknemer zorgZelfstandige zorgWerknemer niet-zorgZelfstandige niet-zorgOnderwijsOverig
20118310115307039902015701240
20211504026807004870400403000
 

Verdere analyse

Op deze manier kunnen ook figuren worden gemaakt met groepen van diverse kenmerken, bijvoorbeeld persoonskenmerken (leeftijd en geslacht), of in welke opleiding een persoon is gediplomeerd. Met een loopbaananalyse kan worden onderzocht of deze groepen van elkaar verschillen voor diverse arbeidsmarktposities over een bepaalde tijdsperiode.

Een voorbeeld hiervan is het type gevolgde opleiding van verpleegkundigen: een mbo beroepsopleidende leerweg (bol), een mbo beroepsbegeleidende leerweg (bbl), of een hbo-opleiding. Een analyse kan uitwijzen of gediplomeerd verpleegkundigen dezelfde of een andere loopbaan volgen.

Naast arbeidsmarktposities kan bijvoorbeeld ook gekeken worden naar stromen van werknemers tussen AZW-branches: blijft een werknemer die gestart is in de VVT ook langdurig werken in de VVT? Of is deze mobiel naar andere AZW-branches?

1)Bij meerdere arbeidsmarktposities tegelijkertijd wordt voorrang gegeven aan arbeid binnen de zorg, aan werknemerschap boven zelfstandigheid, en aan arbeid boven het volgen van onderwijs of overig.