Loopbanen van gediplomeerden in zorg en welzijn

© Hollandse Hoogte / Flip Franssen
In deze figuren staat hoe individuele loopbanen van gediplomeerden verlopen. Dit zijn gediplomeerden van de mbo- en hbo-opleidingen verpleegkunde, verzorgende en sociaal pedagogisch werk/hulpverlening.

Hoe lees ik de figuur?

De horizontale as (x-as) toont de eerste tien jaar in blokken per jaar na het behalen van een diploma in zorg en welzijn van de hierboven genoemde opleidingen. Elke individuele loopbaan wordt weergegeven als een horizontale lijn. De figuur telt ruim 26 duizend lijnen. De verticale as (y-as) bestaat dus uit de stapeling van deze loopbanen.

De kleuren in de figuur geven aan welke arbeidsmarktpositie iemand op dat moment heeft. Bijvoorbeeld: een lijn die van donkerblauw naar lichtblauw loopt, toont een loopbaan die begint met een flexibel contract en overgaat naar een vast contract.

Beide figuren geven dezelfde verzameling van loopbanen weer, maar met een andere sortering. In de linker figuur is gesorteerd op de start van de loopbaan, in de rechter figuur op de positie na 10 jaar.

In beide figuren is te zien dat de meeste werknemers in zorg en welzijn tijdens hun loopbaan een of meerdere keren van arbeidsmarktpositie veranderen.

Uitkomsten uit de figuren

Als de figuur gesorteerd is op de eerste arbeidsmarktpositie na afstuderen, is bijvoorbeeld te zien dat na een flexibele baan in zorg en welzijn meestal een vaste aanstelling volgt (de blokken met eerst donkerblauw en daarna lichtblauw). Ook blijft een aanzienlijk deel van alle werknemers die starten in zorg en welzijn continu wisselen tussen vaste en flexibele banen in zorg en welzijn (de diverse blauwe lijnen na de vaste en flexibele banen in zorg en welzijn, en ook tussen banen binnen en buiten zorg en welzijn (de diverse groene en blauwe lijnen na de vaste en flexibele banen in zorg en welzijn).

Als de figuur gesorteerd is op het eind van de tien jaar, is bijvoorbeeld te zien dat vanuit de groep ‘overig’ ook weer vaak eerst een flexibele baan in zorg en welzijn volgt, en daarna een vaste baan in zorg en welzijn (de smalle oranje lijnen die uitmonden in donkerblauw en daarna lichtblauw).

Uitkomsten uit de combinatie van de figuren

De combinatie van de twee figuren laat zien dat de groep van werknemers buiten zorg en welzijn en de groep overig in tien jaar iets toeneemt. Daarnaast is er een afname van het aantal werknemers met een flexibele baan en een toename van het aantal werknemers met een vaste baan. Het aantal zelfstandigen binnen en buiten zorg en welzijn, en het aantal personen dat een opleiding volgt, is en blijft klein.

Verdere analyse

Op deze manier kunnen ook figuren worden gemaakt van allerlei kenmerken, bijvoorbeeld persoonskenmerken (leeftijd en geslacht), of in welke opleiding een persoon is gediplomeerd. Met een loopbaananalyse kan worden onderzocht of deze groepen van elkaar verschillen voor diverse posities over de tijd.

Een voorbeeld hiervan is het type gevolgde opleiding van verpleegkundigen: een mbo beroepsopleidende leerweg (bol), een mbo beroepsbegeleidende leerweg (bbl), of een hbo-opleiding. Een analyse kan uitwijzen of deze gediplomeerd verpleegkundigen dezelfde of andere loopbanen volgen. Ook kunnen andere kenmerken worden onderscheiden dan arbeidsmarktposities en de dynamiek daarvan in de tijd (bijvoorbeeld stromen van werknemers tussen de verschillende AZW-branches). Arbeidsmarktposities kunnen bijvoorbeeld vervangen worden door de AZW-branches; dan is in één oogopslag duidelijk hoe loopbanen zich bewegen binnen en buiten de verschillende AZW-branches.

1)Bij meerdere arbeidsmarktposities tegelijkertijd wordt voorrang gegeven aan arbeid binnen de zorg, aan werknemerschap boven zelfstandigheid, en aan arbeid boven het volgen van onderwijs of overig.