Kleinere groei aantal werknemers zorg en welzijn in eerste kwartaal 2020

Verpleegkundige met mondkapje en gezichtsbescherming voor de spiegel in de quarantainekamer van een ziekenhuis
© Hollandse Hoogte / Robin Utrecht
De instroom van werknemers in de sector zorg en welzijn was in het eerste kwartaal van 2020 lager dan een jaar eerder. Tegelijkertijd was de uitstroom hoger. Per saldo groeide het aantal werknemers in het eerste kwartaal van 2020 nog steeds, maar minder sterk dan in de laatste jaren. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS voor het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. In de loop van het eerste kwartaal werd de gezondheidszorg geconfronteerd met de eerste gevolgen van de coronapandemie. In hoeverre dat effect heeft gehad op de hier gepresenteerde ontwikkelingen is niet onderzocht.

Tussen het eerste kwartaal van 2010 en hetzelfde kwartaal van 2020 groeide het aantal werknemers in de sector zorg en welzijn van ruim 1,2 miljoen naar ruim 1,3 miljoen. Vanaf het vierde kwartaal van 2016 nam het aantal werknemers vrijwel elk kwartaal sneller toe. In het laatste kwartaal van 2019 kwamen er nog bijna 51 duizend bij ten opzichte van een jaar eerder, in het eerste kwartaal van 2020 ruim 39 duizend. Dat was het verschil tussen ruim 164 duizend instromers en ruim 125 duizend uitstromers.

Arbeidsmobiliteit werknemers zorg en welzijn*
   Saldo (verandering t.o.v. een jaar eerder, x 1 000)Uitstroom (verandering t.o.v. een jaar eerder, x 1 000)Instroom (verandering t.o.v. een jaar eerder, x 1 000)
20101e kwartaal72,5108,3180,8
20102e kwartaal74,3105,4179,7
20103e kwartaal67,4113,6181,0
20104e kwartaal54,2114,7168,9
20111e kwartaal36,3115,7152,0
20112e kwartaal31,9116,2148,1
20113e kwartaal30,7123,2153,9
20114e kwartaal28,6121,1149,7
20121e kwartaal17,1125,6142,8
20122e kwartaal9,1127,9137,1
20123e kwartaal6,3132,9139,3
20124e kwartaal3,5129,9133,4
20131e kwartaal-4,7134,8130,1
20132e kwartaal-22,5140,5117,9
20133e kwartaal-24,5145,7121,2
20134e kwartaal-28,3143,5115,2
20141e kwartaal-34,4145,5111,2
20142e kwartaal-30,8135,0104,2
20143e kwartaal-31,4140,9109,5
20144e kwartaal-27,9139,0111,1
20151e kwartaal-25,3147,0121,7
20152e kwartaal-20,7140,2119,5
20153e kwartaal-18,7144,8126,1
20154e kwartaal-16,1139,8123,7
20161e kwartaal-20,0142,5122,6
20162e kwartaal-4,0129,1125,1
20163e kwartaal-2,4130,3127,9
20164e kwartaal5,9124,7130,6
20171e kwartaal27,9117,4145,3
20172e kwartaal23,2116,3139,5
20173e kwartaal26,2118,0144,2
20174e kwartaal28,6118,0146,6
20181e kwartaal30,9117,7148,6
20182e kwartaal33,5115,8149,4
20183e kwartaal37,7119,0156,7
20184e kwartaal39,3119,4158,7
20191e kwartaal47,1118,7165,8
20192e kwartaal50,9115,8166,7
20193e kwartaal49,3120,5169,8
20194e kwartaal50,7119,1169,8
20201e kwartaal39,2125,2164,4
*De cijfers zijn voorlopig.

Minder herintreders dan begin vorig jaar

In het eerste kwartaal van 2019 bestond de instroom in de sector uit bijna 166 duizend werknemers, ruim duizend meer dan begin 2020. Dit verschil is volledig toe te schrijven aan de vermindering van het aantal herintreders. Terwijl het aantal afstudeerders, zij-instromers en overige instromers hoger lag, kwamen er begin dit jaar ruim 3 duizend herintreders minder de sector binnen.

Vooral minder instroom in jeugdzorg

De terugloop van het aantal instromers in de sector was niet algemeen. In 4 van de 10 branches kwamen er in het eerste kwartaal meer werknemers bij dan een jaar eerder. Bij de huisartsen en gezondheidscentra, de bedrijfstak met de minste werknemers, kwam er ruim een tiende bij (300). Ook in de omvangrijke branche verpleging, verzorging en thuiszorg lag de instroom hoger (5,9 procent). Daar stroomden bijna 3,4 duizend meer werknemers in dan in het eerste kwartaal van 2019.

Uitschieters de andere kant op waren er in de branches sociaal werk en jeugdzorg. Stroomden een jaar geleden in de jeugdzorg nog bijna 5,3 duizend werknemers in, begin dit jaar waren dat er minder dan 3,7 duizend (-30,8 procent). In het sociaal werk verminderde de instroom van 10,4 duizend naar bijna 9 duizend (-14,1 procent).

Ontwikkeling instroom werknemers sector zorg en welzijn, 1e kwartaal 2020
Branche% verandering t.o.v. een jaar eerder (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
Zorg en welzijn (breed)-0,9
Huisartsen en
gezondheidscentra
10,3
Verpleging, verzorging
en thuiszorg
5,9
Universitair medische centra2,1
Ziekenhuizen en overige
medisch specialistische zorg
1,9
Gehandicaptenzorg-1,5
Geestelijke gezondheidszorg-3,5
Kinderopvang
(incl. peuterspeelzaalwerk)
-4,1
Overige zorg en welzijn-6,3
Sociaal werk-14,1
Jeugdzorg-30,8

Alleen in ziekenhuizen en overige specialistische zorg minder uitstroom

Ook de ontwikkeling van de uitstroom van werknemers uit de sector in het eerste kwartaal verschilt per branche. In alle branches lag die hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2019, behalve voor de branche ziekenhuiszorg en overige medisch specialistische zorg. Daar lag de uitstroom 7,4 procent lager (16,4 duizend werknemers in het eerste kwartaal van 2019 tegen 15,2 duizend in het eerste kwartaal van dit jaar).

Vooral in de branches kinderopvang en overige zorg en welzijn viel de uitstroom begin 2020 hoger uit dan een jaar eerder. In de kinderopvang ging de uitstroom van 8,7 duizend naar 9,9 duizend (+14,5 procent) en in de overige zorg en welzijn van 14,2 duizend naar 16,8 duizend (+18,1 procent). Onder deze laatste branche vallen onder andere tandartsen, fysiotherapeuten, ambulancediensten en verloskundigen.

Ontwikkeling uitstroom werknemers sector zorg en welzijn, 1e kwartaal 2020
Branche% verandering t.o.v. een jaar eerder (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
Zorg en welzijn (breed)5,5
Overige zorg en welzijn18,1
Kinderopvang
(incl. peuterspeelzaalwerk)
14,5
Gehandicaptenzorg8,6
Sociaal werk7,1
Huisartsen en
gezondheidscentra
5,1
Universitair medische centra4,5
Verpleging, verzorging
en thuiszorg
4,0
Jeugdzorg2,5
Geestelijke gezondheidszorg1,5
Ziekenhuizen en overige
medisch specialistische zorg
-7,4