17,6 miljard euro aan loonkosten en vaste lasten vergoed in 2020
Erratum: 9-4-2021 14:27
In een eerdere versie van dit bericht waren voor enkele bedrijfstakken foutieve waarden opgenomen in de derde grafiek. Dat is in deze versie aangepast.
In 2020 hebben bedrijven in totaal 17,6 miljard euro ontvangen ter compensatie voor loonkosten en vaste lasten tijdens de coronacrisis. De overheidsuitgaven stegen 13 procent in 2020 vergeleken met een jaar eerder, hiervan kwam 5 procentpunt voor rekening van deze twee typen coronasteunmaatregelen. Het grootste bedrag aan loonkostenvergoeding ging naar de handel, en de grootste vergoeding voor vaste lasten ging naar horecabedrijven. Dat meldt het CBS op basis van cijfers over steunmaatregelen voor bedrijven, gemaakt op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).
De tegemoetkomingen in loonkosten en vaste lasten zijn twee typen coronasteunmaatregelen die de overheid ter ondersteuning van ondernemers tijdens de coronacrisis heeft ingevoerd. Naast vergoedingen voor loonkosten en vaste lasten hebben bedrijven ook de mogelijkheid tot uitstel van belastingbetaling, en bestaan er diverse garanties, leningen en kleinere subsidieregelingen. Deze worden in dit nieuwsbericht buiten beschouwing gelaten.
In 2020 hebben bedrijven in totaal 15 miljard euro aan loonkosten vergoed gekregen via de NOW-regeling. Daarnaast is 2,6 miljard euro aan vaste lasten vergoed vanuit de TOGS/TVL-regelingen. Voor zowel NOW als TOGS/TVL waren er in 2020 drie aanvraagperioden. Het uitgekeerde bedrag was voor de NOW het hoogst in de eerste aanvraagperiode. Bij de vaste-lastenregelingen is het hoogste bedrag uitgekeerd in de derde aanvraagperiode. Toen werd de TVL-regeling, die eerst alleen opengesteld was voor specifieke sectoren, uitgebreid naar vrijwel alle branches. Het gaat bij beide type regelingen om toegekende subsidies op basis van een verwacht omzetverlies. De daadwerkelijke subsidies worden achteraf vastgesteld op basis van het werkelijke omzetverlies, en kunnen hoger of lager uitvallen.
Uitgekeerde bedragen loonkosten- en vaste-lastenregelingen, 2020
coronasteunmaatregel
Uitgekeerd bedrag (mld euro)
Loonkosten
NOW-1
7,9
Loonkosten
NOW-2
4,3
Loonkosten
NOW-3.1
2,8
Vaste lasten
TOGS
0,9
Vaste lasten
TVL-1
0,5
Vaste lasten
TVL Q4 2020*
1,2
* Alle bedrijven kunnen aanspraak maken op de TVL Q4 2020, terwijl de TOGS en de TVL-1 openstonden voor bedrijven in specifieke sectoren.
Uitgekeerde bedragen loonkosten- en vaste-lastenregelingen, 2020
coronasteunmaatregel
Uitgekeerd bedrag (mld euro)
Loonkosten
NOW-1
7,9
Loonkosten
NOW-2
4,3
Loonkosten
NOW-3.1
2,8
Vaste lasten
TOGS
0,9
Vaste lasten
TVL-1
0,5
Vaste lasten
TVL Q4 2020*
1,2
* Alle bedrijven kunnen aanspraak maken op de TVL Q4 2020, terwijl de TOGS en de TVL-1 openstonden voor bedrijven in specifieke sectoren.
Stijging overheidsuitgaven
In 2020 gaf de overheid ruim 44 miljard euro meer uit dan een jaar eerder, een stijging van 13 procent ten opzichte van 2019. Als de uitgaven aan loonkosten- en vaste-lastenvergoedingen de enige toevoegingen waren geweest, waren de overheidsuitgaven met 5 procent gestegen ten opzichte van 2019. Bijna twee vijfde van de stijging in overheidsuitgaven is dus toe te rekenen aan de NOW- en TOGS/TVL-regelingen. Andere subsidies, waaronder ook andere coronasteunmaatregelen, zijn goed voor 29 procent van de uitgavenstijging.
Er zijn wel enkele methodologische verschillen tussen cijfers over subsidies die worden geregistreerd in de overheidsfinanciën en de cijfers in de rest van dit nieuwsbericht.
Aandeel in stijging overheidsuitgaven 2020 t.o.v. 2019
Aandeel
Subsidies voor loonkosten en vaste lasten (NOW en TOGS/TVL)
38,6
Andere subsidies (niet NOW of TOGS/TVL)
28,9
Sociale uitkeringen en uitkeringen in natura1)
12,1
Beloning van werknemers
9,1
Overig
11,3
1) Onder sociale uitkeringen vallen bijvoorbeeld de AOW en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Uitkeringen in natura zijn goederen en diensten die (gedeeltelijk) door overheidsinstellingen worden vergoed, bijvoorbeeld uitkeringen van de zorgverzekeringswet.
Aandeel in stijging overheidsuitgaven 2020 t.o.v. 2019
Aandeel
Subsidies voor loonkosten en vaste lasten (NOW en TOGS/TVL)
38,6
Andere subsidies (niet NOW of TOGS/TVL)
28,9
Sociale uitkeringen en uitkeringen in natura1)
12,1
Beloning van werknemers
9,1
Overig
11,3
1) Onder sociale uitkeringen vallen bijvoorbeeld de AOW en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Uitkeringen in natura zijn goederen en diensten die (gedeeltelijk) door overheidsinstellingen worden vergoed, bijvoorbeeld uitkeringen van de zorgverzekeringswet.
Grootste bedrag naar handel
Het grootste deel (17 procent) van de subsidies voor loonkosten en vaste lasten werd uitbetaald aan bedrijven in de handel. Het gaat in totaal om bijna 3 miljard euro, waarvan 2,6 miljard euro subsidies voor loonkosten. Binnen de handel ontving de groothandel de meeste coronasteun (1,5 miljard euro), daarna volgen de detailhandel (1 miljard euro) en de autohandel en –reparatie (0,5 miljard euro). Na de handel ontvingen bedrijven in de verhuur en overige zakelijke diensten het hoogste bedrag aan loonkostenvergoeding (2,3 miljard euro). Hiervan ging het grootste deel naar de uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling (1,5 miljard euro). Op de gezondheids- en welzijnszorg na zijn de handel en verhuur en overige zakelijke diensten de bedrijfstakken met de meeste werknemersbanen, met respectievelijk 17 en 12 procent van het aantal werknemersbanen in december 2020.
In de horeca werden minder loonkosten vergoed, maar werd veruit het hoogste bedrag uitgekeerd uit de steunmaatregelen voor vaste lasten: 791 miljoen euro. Inclusief loonkostenvergoeding ontvingen horecabedrijven 2,8 miljard euro, 16 procent van de totale subsidies voor loonkosten en vaste lasten. De horeca was in december 2020 goed voor 4 procent van de werknemersbanen.
Uitgekeerde bedragen loonkosten- en vaste-lastenregelingen naar bedrijfstak, 2020
Loonkosten (NOW-1, NOW-2, NOW 3.1) (mln euro)
Vaste lasten (TOGS, TVL-1, TVL Q4 2020) (mln euro)
Handel
2594
389
Horeca
2043
791
Verhuur en overige zakelijke diensten
2284
160
Nijverheid (geen bouw)
2052
70
Vervoer en opslag
1867
140
Specialistische zakelijke diensten
1104
111
Cultuur, sport en recreatie
754
286
Informatie en communicatie
572
67
Bouwnijverheid
472
70
Overige dienstverlening
296
145
Gezondheids- en welzijnszorg
345
75
Onderwijs
220
74
Landbouw, bosbouw en visserij
136
80
Financiële dienstverlening
107
11
Verhuur en handel van onroerend goed
87
18
Uitgekeerde bedragen loonkosten- en vaste-lastenregelingen naar bedrijfstak, 2020
Loonkosten (NOW-1, NOW-2, NOW 3.1) (mln euro)
Vaste lasten (TOGS, TVL-1, TVL Q4 2020) (mln euro)
Handel
2594
389
Horeca
2043
791
Verhuur en overige zakelijke diensten
2284
160
Nijverheid (geen bouw)
2052
70
Vervoer en opslag
1867
140
Specialistische zakelijke diensten
1104
111
Cultuur, sport en recreatie
754
286
Informatie en communicatie
572
67
Bouwnijverheid
472
70
Overige dienstverlening
296
145
Gezondheids- en welzijnszorg
345
75
Onderwijs
220
74
Landbouw, bosbouw en visserij
136
80
Financiële dienstverlening
107
11
Verhuur en handel van onroerend goed
87
18
Meeste loonkosten en vaste lasten vergoed in Groot-Amsterdam
De uitgekeerde vergoeding van loonkosten en vaste lasten aan bedrijfsvestigingen is in 2020 per werknemersbaan het hoogst in Groot-Amsterdam: 3,9 duizend euro. Hier wordt van alle regio’s (COROP-gebieden) ook relatief het vaakst gebruik gemaakt van één of meerdere steunmaatregelen (41 procent van de bedrijfsvestigingen). Daarna volgen IJmond (2,5 duizend euro per werknemersbaan), Het Gooi en Vechtstreek en Zuidoost-Noord-Brabant (beide 2 duizend euro per werknemersbaan).
De meeste regio’s waar gemiddeld minder dan 1 500 euro aan subsidie voor loonkosten en vaste lasten is verleend per werknemersbaan liggen in het noorden van het land. In Oost-Groningen is het bedrag per werknemersbaan met duizend euro het laagst.
Uitgekeerde bedragen loonkosten- en vaste-lastenregelingen, 2020, per werknemersbaan*
COROP
Bedrag per werknemersbaan* ( euro per werknemersbaan)
Achterhoek
1635
Agglomeratie Haarlem
1977
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek
1605
Agglomeratie 's-Gravenhage
1524
Alkmaar en omgeving
1647
Arnhem/Nijmegen
1479
Delft en Westland
1650
Delfzijl en omgeving
1509
Flevoland
1751
Groot-Amsterdam
3872
Groot-Rijnmond
1803
Het Gooi en Vechtstreek
2031
IJmond
2534
Kop van Noord-Holland
1457
Midden-Limburg
1824
Midden-Noord-Brabant
1893
Noord-Drenthe
1111
Noord-Friesland
1262
Noord-Limburg
1835
Noordoost-Noord-Brabant
1788
Noord-Overijssel
1386
Oost-Groningen
1037
Oost-Zuid-Holland
1460
Overig Groningen
1389
Overig Zeeland
1575
Twente
1690
Utrecht
1626
Veluwe
1547
West-Noord-Brabant
1704
Zaanstreek
1582
Zeeuwsch-Vlaanderen
1770
Zuid-Limburg
1842
Zuidoost-Drenthe
1548
Zuidoost-Friesland
1270
Zuidoost-Noord-Brabant
2013
Zuidoost-Zuid-Holland
1865
Zuidwest-Drenthe
1667
Zuidwest-Friesland
1459
Zuidwest-Gelderland
1659
Zuidwest-Overijssel
1411
* Uitgekeerde bedrag gedeeld door het totaal aantal werknemersbanen in december 2019
Uitgekeerde bedragen loonkosten- en vaste-lastenregelingen, 2020, per werknemersbaan*
COROP
Bedrag per werknemersbaan* ( euro per werknemersbaan)
Achterhoek
1635
Agglomeratie Haarlem
1977
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek
1605
Agglomeratie 's-Gravenhage
1524
Alkmaar en omgeving
1647
Arnhem/Nijmegen
1479
Delft en Westland
1650
Delfzijl en omgeving
1509
Flevoland
1751
Groot-Amsterdam
3872
Groot-Rijnmond
1803
Het Gooi en Vechtstreek
2031
IJmond
2534
Kop van Noord-Holland
1457
Midden-Limburg
1824
Midden-Noord-Brabant
1893
Noord-Drenthe
1111
Noord-Friesland
1262
Noord-Limburg
1835
Noordoost-Noord-Brabant
1788
Noord-Overijssel
1386
Oost-Groningen
1037
Oost-Zuid-Holland
1460
Overig Groningen
1389
Overig Zeeland
1575
Twente
1690
Utrecht
1626
Veluwe
1547
West-Noord-Brabant
1704
Zaanstreek
1582
Zeeuwsch-Vlaanderen
1770
Zuid-Limburg
1842
Zuidoost-Drenthe
1548
Zuidoost-Friesland
1270
Zuidoost-Noord-Brabant
2013
Zuidoost-Zuid-Holland
1865
Zuidwest-Drenthe
1667
Zuidwest-Friesland
1459
Zuidwest-Gelderland
1659
Zuidwest-Overijssel
1411
* Uitgekeerde bedrag gedeeld door het totaal aantal werknemersbanen in december 2019