2020: Onderwijs in coronatijd

De coronacrisis, die in 2020 begon, heeft wereldwijd een grote impact gehad op het dagelijks leven, waaronder het onderwijs. Om verspreiding van het COVID-19-virus tegen te gaan, werden landelijk verschillende maatregelen getroffen.

Kinderen werken thuis aan school tijdens de Corona Pandemie
© CBS
Kinderen werken thuis aan school tijdens de coronapandemie.

Schoolsluitingen en onderwijsonderbrekingen

Vanaf maart 2020 werden de scholen in Nederland geconfronteerd met sluitingen om de verspreiding van COVID-19 te beperken. De eerste sluiting startte op 16 maart 2020. Op 11 mei gingen de basisscholen weer gedeeltelijk open, met halve klassen. Op 8 juni gingen de basisscholen weer geheel open. Vanwege de tweede COVID-19-golf sloten basisscholen van 14 december 2020 tot 8 februari 2021 opnieuw hun deuren. Een week voor de kerstvakantie in 2021 bleven de basisscholen nogmaals dicht, om op 10 januari 2022 weer open te gaan.

Deze sluitingen leidden tot onderbrekingen in het reguliere onderwijsproces. Scholen moesten in korte tijd overschakelen op afstandsonderwijs, wat zowel voor leerkrachten als leerlingen een grote uitdaging was. Leerkrachten moesten zich snel aanpassen aan nieuwe technologieën en lesmethoden om onderwijs op afstand te kunnen geven. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) bood ondersteuning in de vorm van richtlijnen en subsidies voor digitale leermiddelen.

Tijdens de schoolsluitingen werd noodopvang georganiseerd voor kinderen van ouders met cruciale beroepen en voor kwetsbare leerlingen. Deze maatregel was bedoeld om ervoor te zorgen dat deze kinderen toch onderwijs en begeleiding konden krijgen.

Leerachterstanden

Het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs (NCO) heeft onderzoek gedaan naar de leergroei van leerlingen in het basisonderwijs. Kinderen die aan het begin van de coronacrisis in groep 3, 4 of 5 zaten, liepen vertragingen op in begrijpend lezen, spelling en rekenen-wiskunde. Drie jaar later was er nog steeds een achterstand in leergroei te zien, vooral bij leerlingen die op dat moment in groep 7 en 8 zaten (en dus in groep 4 en 5 aan het begin van de coronacrisis).

Nationaal Programma Onderwijs

In februari 2021 riep het kabinet het Nationaal Programma Onderwijs in het leven. Het doel hiervan was om leervertragingen in te halen en het onderwijs te verbeteren. Voor het funderend onderwijs (primair en voortgezet onderwijs) werd in totaal 5,8 miljard euro beschikbaar gesteld. Scholen konden dat investeren in de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van leerlingen en in het inhalen van coronavertragingen. Ze konden daarvoor kiezen uit een lijst van zogenaamde ‘kansrijke interventies’. Veel gekozen interventies waren bijvoorbeeld instructie in kleine groepen, inzet van onderwijsassistenten en interventies gericht op welbevinden.

Eindtoets

Sinds het schooljaar 2014/'15 is het voor (reguliere) basisscholen verplicht om in groep 8 een eindtoets basisonderwijs af te nemen. Op basis van dit toetsadvies kan het voorlopig schooladvies worden herzien. Als gevolg van de coronapandemie en de daarmee samenhangende sluiting van de scholen is in het schooljaar 2019/’20 geen eindtoets afgenomen. Daarmee verviel de kans om het voorlopig schooladvies naar boven bij te stellen. Daardoor waren de definitieve schooladviezen gemiddeld genomen lager dan in de voorgaande jaren.

Het definitieve schooladvies was in 2018/’19 gemiddeld al iets lager dan in 2017/’18. Maar in 2019/’20 daalde het niveau nog iets verder, zeer waarschijnlijk als gevolg van het niet doorgaan van de eindtoets. Het aandeel leerlingen met een schooladvies voor voortgezet speciaal onderwijs (vso), praktijkonderwijs (pro) of vmbo-b tot en met vmbo-gt nam toe en het aandeel leerlingen met een schooladvies voor vmbo-gt/havo tot en met vwo nam af. Deze daling was sterker te zien bij meisjes dan bij jongens. In 2019/’20 lag het aandeel meisjes met een definitief advies voor vmbo-gt/havo tot en met vwo 7 procent lager dan een jaar eerder. Onder jongens bedroeg de afname 4 procent. Meisjes behaalden in het verleden vaker dan jongens een hogere score op de eindtoets en kregen daarna ook vaker dan jongens een bijstelling van het schooladvies. Ook leerlingen uit lagere sociaaleconomische klassen kregen vaker te maken met een lager schooladvies door het wegvallen van de eindtoets.

In de schooljaren na 2019/’20, toen de eindtoets wel weer werd afgenomen, is te zien dat de schooladviezen redelijk vergelijkbaar zijn met de schooladviezen van vóór de coronapandemie.

Definitief schooladvies (2014-2022)
Schooljaar vso/pro/vmbo-b (%) vmbo-b/k (%) vmbo-k (%) vmbo-k/gt (%) vmbo-gt (%) vmbo-gt/havo (%) havo (%) havo/vwo (%) vwo (%)
2022/'235,74,08,75,916,111,116,212,020,2
2021/'226,04,18,75,616,511,116,111,820,1
2020/'216,04,08,75,216,610,516,811,720,4
2019/'207,64,110,14,918,29,717,110,218,1
2018/'196,53,79,24,517,79,817,610,820,3
2017/'186,93,59,23,617,88,818,710,121,3
2016/'177,03,49,23,318,48,518,89,921,5
2015/'167,82,810,62,520,86,720,67,620,6
2014/'158,52,511,41,822,55,322,16,119,7

Bronnen