SDG 4 Kwaliteitsonderwijs
- De krapte op de arbeidsmarkt in het onderwijs wordt groter. Het aantal gewerkte uren van werknemers in het onderwijs groeit sneller dan de bevolking. De vacaturegraad in het onderwijs stijgt echter ook trendmatig en is hoog vergeleken met andere EU-landen.
- Deelname aan het onderwijs is relatief hoog en groeit trendmatig. Een steeds kleiner deel van de jongeren verlaat voortijdig hun opleiding en een steeds groter deel van de volwassenen volgt een opleiding of cursus (‘leven lang ontwikkelen’).
- Vergeleken met andere EU-landen heeft Nederland relatief veel hoogopgeleiden en weinig middelbaar opgeleiden. Het percentage middelbaar opgeleiden loopt terug, het percentage hoogopgeleiden neemt toe.
- Het niveau van specifieke vaardigheden varieert. De rekenvaardigheden van leerlingen en de digitale rekenvaardigheden van de bevolking horen bij de hoogste in de EU. Bij de leesvaardigheden van leerlingen staat Nederland aan de onderkant van EU-ranglijst.
- De tevredenheid met de opleidingskansen is groot en stijgt trendmatig.
Het dashboard en de indicatoren
Middelen en mogelijkheden
in EU
in 2022
in EU
in 2022
in EU
in 2022
Gebruik
in EU
in 2021
in EU
in 2022
in EU
in 2022
Uitkomsten
in EU
in 2022
in EU
in 2022
in EU
in 2022
in EU
in 2022
in EU
in 2023
Beleving
in EU
in 2017
Categorie | Indicator | Waarde | Trend | Positie in EU | Positie op EU-ranglijst |
---|---|---|---|---|---|
Middelen en mogelijkheden | Overheidsuitgaven aan onderwijs | 5,1% van het bruto binnenlands product in 2022 | 11e van 27 in 2022 | midden van de ranglijst | |
Middelen en mogelijkheden | Vacaturegraad in het onderwijs | 21 vacatures per 1 000 banen op 31 december in 2023 | stijgend (daling brede welvaart) | 18e van 25 in 2022 | onderste kwart van de ranglijst |
Middelen en mogelijkheden | Gewerkte uren in het onderwijs | 44,7 gewerkte uren per inwoner in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | 20e van 27 in 2022 | midden van de ranglijst |
Gebruik | Participatie in voorschoolse educatie | 96,9% van de kinderen van 4 jaar tot de leerplichtige leeftijd participeert in vroegschoolse educatie in 2021 | 7e van 26 in 2021 | bovenste kwart van de ranglijst | |
Gebruik | Voortijdige schoolverlaters | 5,6% van de bevolking van 18-24 jaar in 2022 | dalend (stijging brede welvaart) | 7e van 27 in 2022 | bovenste kwart van de ranglijst |
Gebruik | Leven lang ontwikkelen | 23,0% van de bevolking van 25-74 jaar volgde onderwijs in de afgelopen 4 weken in 2022 | stijgend (stijging brede welvaart) | 3e van 27 in 2022 | bovenste kwart van de ranglijst |
Uitkomsten | Middelbaaropgeleide bevolking | 37,0% van de bevolking van 15-74 jaar heeft een middelbare opleiding in 2023 | dalend (daling brede welvaart) | 21e van 27 in 2022 | onderste kwart van de ranglijst |
Uitkomsten | Hoogopgeleide bevolking | 36,4% van de bevolking 15-74 jaar heeft hoger onderwijs diploma in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | 7e van 27 in 2022 | bovenste kwart van de ranglijst |
Uitkomsten | Rekenvaardigheden leerlingen B) | 493 gemiddelde PISA-score van 15-jarigen in 2022 | 2e van 26 in 2022 | bovenste kwart van de ranglijst | |
Uitkomsten | Leesvaardigheden leerlingen B) | 459 gemiddelde PISA-score van 15-jarigen in 2022 | 20e van 26 in 2022 | onderste kwart van de ranglijst | |
Uitkomsten | Digitale vaardigheden B) | 82,7% van de bevolking (16-74) heeft tenminste digitale vaardigheden op basisniveau in 2023 | 1e van 26 in 2023 | bovenste kwart van de ranglijst | |
Beleving | Tevredenheid met opleidingskansen | 83,5% van de bevolking van 18+ dat tevreden is in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | 14e van 27 in 2017 | midden van de ranglijst |
Uitleg dashboard, kleuren en noten
Het doel van SDG 4 is dat iedereen toegang heeft tot goed onderwijs. Passende en toegankelijke scholing is van belang, van kleuter- en basisonderwijs tot beroeps- en hoger onderwijs, en via ‘je leven lang ontwikkelen’. Onderwijs draagt eraan bij dat de bevolking nu en in de toekomst over goede vaardigheden beschikt om te functioneren in een kennisintensieve omgeving en om volwaardig mee te draaien in de maatschappij.
In Nederland is het beleid gericht op het waarborgen en verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en het scheppen van kansen voor jongeren via onderwijs, training of werk. Er zijn ook maatregelen genomen op het gebied van ‘leven lang ontwikkelen’. Onderwijs in de context van deze SDG betreft dan ook zowel het initiële onderwijs als het verder ontwikkelen door trainingen of cursussen.
De trends in het dashboard wijzen merendeels op een stabiele of stijgende brede welvaart. Waar genoeg datapunten beschikbaar zijn om een middellangetermijntrend te bepalen voor de periode 2016-2023, is deze bij vijf indicatoren gunstig en bij twee ongunstig.
Middelen en mogelijkheden betreffen de omvang en betaalbaarheid van onderwijs. Gunstig vanuit het oogpunt van brede welvaart en het behalen van de duurzame ontwikkelingsdoelen, is de stijgende trend bij gewerkte uren in het onderwijs. In 2023 lag dit op gemiddeld 44,7 uur per inwoner, aan het begin van de trendperiode (2016) was dit 40 uur. De oplopende vacaturegraad in het onderwijs wijst desondanks op personele krapte. Nederland hoort hier bij de groep landen met de meeste vacatures per 1000 banen van de EU.
Gebruik heeft betrekking op de deelname aan het onderwijs. Bijna 97 procent van de kinderen in de leeftijdsgroep vanaf vier jaar tot het begin van de leerplicht (met ingang van de vijfde verjaardag), nam in 2021 al deel aan onderwijs (vroegschoolse educatie). Waar het percentage eerder trendmatig afnam, is dit nu stabiel. Vergeleken met de andere EU-landen stoppen hier weinig leerlingen voortijdig met hun opleiding: in 2022 volgde 5,6 procent van de jongeren van 18 tot 25 jaar zonder startkwalificatie (ten minste havo, vwo, of mbo niveau 2) geen onderwijs. De trend is dalend (groen). Ook het percentage van de volwassen bevolking (van 25 tot 75 jaar), dat een opleiding of cursus volgt (‘leven lang ontwikkelen’) is hoog vergeleken met de andere EU-landen. Hier is de trend stijgend.
Uitkomsten betreffen het hoogst behaalde onderwijsniveau en het niveau van specifieke vaardigheden. Van de bevolking van 15 tot 75 jaar had in 2023 36,4 procent een hbo- of universitair diploma, en de trend is stijgend. De groep mbo’ers is met 37,0 procent nog net iets groter, maar daalt trendmatig. Binnen Europa neemt Nederland met het relatief lage percentage mbo’ers een positie in de achterhoede in.
Het is lastig om een continu beeld te krijgen van de ontwikkeling van de reken- en taalvaardigheid van leerlingen in het onderwijs en van de bevolking in het algemeen. De monitor maakt nu gebruik van het driejaarlijkse PISA-onderzoek onder 15-jarigen in de OESO-landen. Daarvan zijn er cijfers over 2022. Niet eerder daalden de wiskundevaardigheden in Nederland zo sterk als tussen 2018 en 2022. Omdat ook in andere EU-landen de wiskundeprestaties van 15-jarigen afnamen, scoren Nederlandse leerlingen nog steeds hoger dan veel van hun leeftijdsgenoten. De scores op leesvaardigheid daalden in het PISA-onderzoek van 2018 al ten opzichte van het onderzoek in 2015, en zijn nu nog verder teruggelopen. Nederlandse leerlingen behoren bij leesvaardigheden tot de onderste groep van de EU. Deze PISA-meting volgde op een periode van scholensluitingen en thuisonderwijs vanwege de coronapandemie. Ruim de helft van de leerlingen gaf aan dat zij, ondanks grotendeels positieve ervaringen met de hulp van docenten bij het thuisonderwijs, achterop raakten met hun schoolwerk.
Het beeld wordt bevestigd in de peiling die de Inspectie van het Onderwijs publiceerde over het schooljaar 2021/2022. Het betrof hier de reken- en wiskundeprestaties van leerlingen aan het einde van het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs. Het onderzoek laat zien dat de reken- en wiskundevaardigheden van leerlingen zich in deze eerste twee leerjaren onvoldoende ontwikkelen. Hierdoor is het voor een deel van de leerlingen onzeker of ze aan het einde van het voortgezet onderwijs de wettelijk gevraagde niveaus halen. Deze niveaus zijn nodig om zelfstandig in de maatschappij te kunnen functioneren en een vervolgopleiding succesvol af te ronden. De volgende peiling vindt plaats in het voorjaar van 2025.
Digitale vaardigheden zijn in een kennisintensieve economie onmisbaar. Hier is het beeld gunstiger. Bijna 83 procent van de inwoners in de leeftijd van 16 tot 75 jaar heeft ten minste digitale vaardigheden op basisniveau. Op dit punt gaat Nederland in 2023 aan kop in de EU.
Beleving heeft betrekking op hoe mensen onderwijs en opleidingskansen ervaren. De tevredenheid met de opleidingskansen is groot. In 2023 was 83,5 procent van de volwassen bevolking tevreden met de opleidingskansen - vrijwel evenveel als in 2022. De middellangetermijntrend is stijgend. Mogelijk speelt de huidige krapte op de arbeidsmarkt hierbij een rol, en zorgen werkgevers voor extra scholingsfaciliteiten voor hun werknemers.