Regionale rekeningen naar grootteklasse

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het geven van een kwantitatieve beschrijving van het economische proces van regio’s binnen Nederland uitgesplitst naar grootteklasse. Het is een onderverdeling van enkele variabelen uit de regionale rekeningen. De nadruk ligt op de economische structuur in de verschillende regio’s.

Domeinbeschrijving

De variabelen in de regionale rekeningen naar grootteklasse zijn: productie, toegevoegde waarde, beloning van werknemers en arbeidsvolume van werknemers en werkzame personen. Er wordt gepubliceerd op het niveau van landsdelen, provincies en COROP gebieden, 4 bedrijfsgroepen en grootteklasse van de vestiging.

Aanvang onderzoek

2007

Frequentie

Jaarlijks

Publicatiestrategie

De uitsplitsing naar grootteklasse volgt enkele maanden na de publicatie van de regionale economische jaarcijfers. Alle beschikbare cijfers worden aan het einde van het jaar via StatLine bekendgemaakt.

Hoe wordt het uitgevoerd

Belangrijkste bronnen

De belangrijkste bronnen zijn de regionale rekeningen en de Statistiek Werkgelegenheid en Lonen.

Globale structuur integratiekader

Met behulp van een verdeelsleutel wordt een aantal variabelen uit de regionale rekeningen toegerekend aan groot-, midden- en kleinbedrijf en zelfstandigen. De verdeelsleutel is bepaald op basis van het aantal werkzame personen cq werknemers per coropgebied, bedrijfsgroep en grootteklasse van de vestigingen. Hij wordt op dezelfde wijze samengesteld als de verdeelsleutel om nationale totalen over de COROP-gebieden te verdelen.

In de Enquête Werkgelegenheid en Lonen wordt het aantal banen weergenomen. Dit wordt door middel van het toepassen van de deeltijdfactor omgerekend naar arbeidsvolume van werknemers. Het arbeidsvolume van zelfstandigen wordt berekend door het verschil te berekenen tussen arbeidsvolume werkzame personen en arbeidsvolume werknemers. Vervolgens worden de procentuele aandelen van het arbeidsvolume van werknemers naar GMK berekend om te komen tot een verdeelsleutel voor werknemersvariabelen. Vervolgens worden de procentuele aandelen van het arbeidsvolume van werknemers en zelfstandigen berekend om te komen tot een verdeelsleutel voor variabelen die op de hele economie betrekking hebben. Deze verdeelsleutel wordt toegepast op de productiestructuur van de Regionale rekeningen.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Revisies

nvt

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De cijfers over 2007 zijn nog gebaseerd op sbi’93, vanaf 2008 is sbi 2008 toegepast. Dit levert op het niveau van de vier gehanteerde bedrijfsgroepen slechts kleine verschuivingen op. Daarom is besloten om in één tabel beide sbi-indelingen naast elkaar te gebruiken..

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Het uitgangspunt is de kwaliteit van de regionale rekeningen. De regionale rekeningen worden zoveel mogelijk op basis van micro-data samengesteld. Vanuit het bronmateriaal wordt per bedrijfsgroep een raming gemaakt van de variabelen per regio. De ontwikkeling van de variabelen worden per bedrijfsgroep, per regio en grootteklasse beoordeeld op plausibiliteit en op de aansluiting met de nationale cijfers. Hierbij wordt ook informatie uit externe bronnen gebruikt. De bijstellingen tussen de opeenvolgende ramingen systematisch gevolgd.
Bij toedeling van de RR-variabelen aan de verschillende grootteklassen, is van de veronderstelling uitgegaan dat de toegevoegde waarde per wp (of baan) gelijk is voor de verschillende grootteklassen. In de praktijk blijkt echter dat de toegevoegde waarde per wp bij grotere bedrijven hoger is dan bij kleinere bedrijven. Dat heeft onder andere te maken met de kapitaalintensiteit. De toegevoegde waarde bestaat (afgezien van de niet-productgebonden belastingen en subsidies) uit Beloning van werknemers en Exploitatieoverschot/gemengd inkomen. Het exploitatieoverschot is bruto. Bij hogere investeringen horen hogere afschrijvingen. Een hogere toegevoegde waarde per wp hoeft dus niet te leiden tot een hogere beloning van werknemers.