Patentaanvragers en -aanvragen uit Nederland

Wat behelst het onderzoek?

Doel

De statistiek Patentaanvragers en -aanvragen uit Nederland beschrijft welke ondernemingen uit Nederland patent aanvragen uitgesplitst naar bedrijfsklasse, grootteklasse, land van zeggenschap en technologiegebied. Daarnaast wordt in beeld gebracht of er bij patentaanvragen is samengewerkt met een buitenlandse partij.

Doelpopulatie

De doelpopulatie betreft alle directe patentaanvragen uit Nederland bij het European Patent Office (EPO) en Octrooicentrum Nederland (OCNL), de patentverlenende instantie voor Nederland welke onderdeel is van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het grootste deel van de patentaanvragers wordt gekoppeld aan een onderneming uit het Algemeen Bedrijvenregister (ABR).

Statistische eenheid

Ondernemingen. Dit zijn rechtspersoonlijkheid bezittende ondernemingen of natuurlijke personen. In officiële CBS-terminologie wordt gesproken over de ondernemingengroep. Het betreft de meest omvattende eenheid van in Nederland gevestigde personen waarover overwegende zeggenschap kan worden uitgeoefend. De onderneming wordt beschouwd als de feitelijke actor in financiële processen, vooral het financierings- en inkomensverdelingsproces.

Aanvang onderzoek

Het onderzoek is gestart in 2022 met de publicatie van uitkomsten over de periode 2013 tot en met 2019.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

In de zomer van 2022 zijn de gegevens over 2013 t/m 2019 gepubliceerd. De gegevens van 2018 zijn nader voorlopig, en van 2019 voorlopig. De publicatiestrategie is als volgt: medio jaar T wordt de dataset aangevuld met gegevens over jaar T – 3. De gegevens over het jaar T – 5 worden definitief, en de gegevens over het jaar T – 4 worden nader voorlopig. Omdat de gegevens over alle jaren doorlopend lichtelijk blijven veranderen zal er na enkele jaren een revisie plaatsvinden; onderzoek zal uitwijzen of dat nodig is.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Het onderzoek is gebaseerd op registerinformatie.

Waarnemingsmethode

Elektronische opvraag van registers met patentaanvragen.

Berichtgevers

Alle gegevens over patentenfamilies worden verkregen via PATSTAT online, een database welke tegen betaling beschikbaar wordt gesteld door de European Patent Office (EPO). De gegevens die worden opgehaald uit de database betreffen uitsluitend informatie over Nederlandse aanvragers. Zowel aanvragen/aanvragers bij de EPO als aanvragen/aanvragers bij het Octrooicentrum Nederland (OCNL) worden opgehaald uit de database. PATSTAT is gebaseerd op de centrale EPO documentatie database (DOCDB). Additionele adresgegevens van Nederlandse aanvragers die ontbreken uit PATSTAT online worden geleverd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), welke enkel wordt gebruikt voor het koppelen van patentaanvragers met het bedrijvenregister maar niet wordt gepubliceerd.

Steekproefomvang

Niet van toepassing (integrale waarneming uit registers).

Controle- en correctiemethoden

Op basis van de naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de aanvrager van het patent is een koppeling gelegd met de statistische eenheid onderneming uit het ABR. Er is gekozen om een patentaanvraag te koppelen aan een onderneming omdat het conceptueel helderder is en praktisch gezien ook makkelijker dan aan één van de andere statistische eenheden. Het eigendom van een patent ligt doorgaans op het niveau van de onderneming en is moeilijk door te vertalen naar bepaald (lokale) onderdelen of vestigingen van een onderneming. Opgemerkt zij dat ook universiteiten en instellingen onder de eenheid onderneming vallen. Niet alle patentaanvragen konden worden gekoppeld. Patentaanvragen die niet aan een onderneming uit het ABR gekoppeld konden worden, betreffen bijvoorbeeld patentaanvragen op persoonlijke titel.

Weging

De uitkomsten m.b.t. de aanvragers (ondernemingen met patentaanvraag) en aanvragen zijn gewogen. Indien twee of meer ondernemingen betrokken zijn bij één en dezelfde patentaanvraag dan telt de aanvraag voor een fractie (afhankelijk van het aantal betrokken) mee bij indeling naar bedrijfsklasse, grootteklasse of land van zeggenschap. Ook wanneer een aanvraag naar twee (of meer) technologiegebieden is te classificeren dan telt deze op elk technologiegebied voor een fractie mee. Als een aanvrager op twee of meer technologiegebieden patenten heeft aangevraagd dan telt deze in totaal ook mee als 1 aanvrager, en worden de onderliggende technologiegebieden fractioneel geteld.

De gepresenteerde indeling naar technologiegebied is geënt op de International Patent Classification-code. Technologiecodes worden aan patentaanvragen toegekend vanuit technologisch perspectief door de patentverlenende organisatie. De code(s) die een patentaanvraag krijgt is afhankelijk van de functie van de uitvinding of het toepassingsgebied. De IPC is verdeeld naar secties, klassen, subklassen, groepen en subgroepen (in totaal beslaat de IPC zo’n 70 000 categorieën). Op basis van de IPC heeft het CBS zelf aggregaten samengesteld. Daarnaast is in de tabel ook een aggregaat van technologiegebieden weergegeven die is ingedeeld volgens de technologie-concordantietabel van de WIPO (World Intellectual Property Organisation). Deze indeling verbindt de symbolen van de Internationale Patenten Classificatie (IPC) met vijfendertig technologiegebieden. Iedere patentaanvraag wordt aan de hand van de IPC-codes waarop de aanvraag betrekking heeft toegekend aan één of meerdere hoofdgebieden.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

De statistiek is gebaseerd op registerinformatie die door het CBS verrijkt wordt met informatie uit het ABR. Het koppelen van de registerinformatie aan het ABR zal niet geheel foutloos zijn; het is mogelijk dat in een enkel geval een aanvraag aan een verkeerde onderneming is gekoppeld of dat een patentaanvraag ten onrechte niet gekoppeld is.

PATSTAT is gebaseerd op de centrale EPO documentatie database (DOCDB). Ook de EPO produceert patentstatistieken. De aantallen voor Nederland zoals gerapporteerd door de EPO liggen hoger dan de aantallen die in dit onderzoek gepubliceerd worden. Hier zijn verschillende verklaringen voor. Ten eerste bevat PATSTAT enkel gepubliceerde patenten, terwijl de EPO ook aanvragen incorporeert die (nog) niet zijn gepubliceerd en die door de aanvrager eventueel worden ingetrokken. Daarnaast worden wereldwijde aanvragen meegenomen door de EPO, terwijl deze aanvragen in dit onderzoek niet worden meegenomen. Het betreft hierbij zogeheten EURO-PCT-aanvragen: dit zijn patentaanvragen bij de World Intellectual Property Organisation (WIPO), waarvoor ook patentrecht wordt aangevraagd in één of meerdere landen die zijn aangesloten bij het Europees Octrooiverdrag. Aanvragen buiten Europa die in de Europese fase zijn beland vallen hier ook onder. Deze aanvragen zijn in dit onderzoek niet meegenomen omdat de wereldwijde aanvragen uit PATSTAT geen adresgegevens bevatten, dus de koppeling aan het ABR is met de huidige methode niet mogelijk. Dit verklaart het grootste deel van het verschil met de EPO publicatie.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De cijfers zijn goed volgtijdig vergelijkbaar. De gegevens uit het laatst gepubliceerde jaar T – 3 en het jaar T – 4 worden bij een nieuwe publicatie als voorlopig respectievelijk nader voorlopig beschouwd. Met name het jaar T – 3 zal bij de volgende publicatie verder worden aangevuld met gegevens die op het moment van de voorgaande publicatie nog niet beschikbaar waren in PATSTAT online.

In PATSTAT online kan er data toegevoegd worden aan eerdere periodes, wat gebeurt bij de twee updates van de database in de lente en in de herfst. De EPO is namelijk afhankelijk van de data die wordt aangeleverd door nationale patent offices, waar soms vertraging in zit. Deze wijzigingen in de eerdere periodes zijn dermate klein dat de cijfers in deze jaren vooralsnog als definitief kunnen worden beschouwd, maar na enkele jaren kan het nodig zijn om de statistieken te reviseren als de veranderingen groter worden.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

De koppeling tussen de patentregisters en het ABR heeft in eerste instantie automatisch plaatsgevonden via een aantal algoritmen die naam- en adresgegevens vergelijken. Aan elke automatische koppeling is een score toegekend die geïnterpreteerd kan worden als ‘rapportcijfer’ van de tot stand gebrachte koppeling. Het geeft aan in hoeverre de koppeling als juist beschouwd kan worden. Na het automatische koppelproces zijn een aantal bewerkingen uitgevoerd om de kwaliteit van de koppeling te verhogen. Het betrof niet alleen het controleren van koppelingen maar ook het verrichten van extra inspanningen om koppelingen met lage scores en ongekoppelde aanvragen alsnog handmatig te koppelen.