Lozing van afvalwater

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het verkrijgen van gegevens over de lozing van afvalwater door huishoudens, bedrijven en instellingen. 

Doelpopulatie 

Afvalwater van huishoudens, bedrijven en instellingen. Het betreft de lozing van zuurstofbindende stoffen naar het riool en oppervlaktewater, uitgedrukt in inwonerequivalenten. Er zijn gegevens o.a. per provincie en stroomgebied en per economische activiteit.

Statistische eenheid 

Bedrijfseenheid.

Aanvang onderzoek 

1975. De huidige tijdreeks loopt vanaf 1995.

Frequentie 

Jaarlijks.

Publicatiestrategie 

Definitieve cijfers worden ruim twee jaar na het verslagjaar gepubliceerd in de StatLinepublicaties over de lozing van afvalwater en de belasting van het oppervlaktewater.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Integrale enquête onder de waterkwaliteitsbeheerders van de wateren waarop het afvalwater wordt geloosd.

Waarnemingsmethode

  • De lozingen worden berekend op basis van de verontreinigingsheffingen die de waterkwaliteitsbeheerders opleggen aan alle huishoudens en bedrijven en instellingen.
  • De waterkwaliteitsbeheerders maken een schatting van de verdeling van de totale lozingen over riool, bodem en oppervlaktewater. 
  • Gegevens voor de bedrijven die lozen op rijkswateren worden verkregen via Rijkswaterstaat. 
  • Bruto lozingen zijn lozingen zoals die bij de bron vrijkomen, ongeacht of er later nog zuivering plaatsvindt. Met informatie over de restlozing van rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) kan de totale netto lozing, ofwel de belasting van het oppervlaktewater, worden berekend.

Berichtgevers 

Waterkwaliteitsbeheerders (25 water- en zuiveringschappen plus Rijkswaterstaat).

Steekproefomvang 

Integraal, alle 26 waterkwaliteitsbeheerders.

Controle- en correctiemethoden 

De gegevens per waterkwaliteitsbeheerder worden vergeleken met de enquêtegegevens van voorgaande jaren. Gegevens over de economische activiteiten van bedrijven worden voor een deel van de berichtgevers gecompleteerd en/of gecontroleerd door koppeling aan het Algemeen Bedrijfsregister (ABR) van het CBS.

Weging 

  • Er zijn bedrijfslozingen die niet volledig zijn ingedeeld naar SBI doordat de informatie op het enquêteformulier niet volledig is. Deze worden per provincie herverdeeld naar een SBI-subsectie of -afdeling op basis van de landelijke emissiefactoren en de aantallen werknemers per SBI. De gemiddelde landelijke emissiefactor (geloosde i.e. per werknemer) wordt berekend uit waterbeheersgebieden waar wel een volledig bestand is verkregen. Het aantal werknemers is afkomstig uit de statistieken over werkzame personen. 
  • De uitkomsten worden weergegeven per provincie en van daaruit wordt een optelling gemaakt naar de totale lozingen per stroomgebied (Rijn, Maas, Eems en Schelde). Indien een provincie in twee stroomgebieden ligt, worden de lozingen in die provincie opgedeeld naar rato van de vervuilingswaarde (in i.e.) van het aangevoerde afvalwater van de rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) per stroomgebied. Voorbeeld: indien in een provincie eenderde van het totale afvalwater (in i.e.) wordt verwerkt door rwzi’s die het gezuiverde afvalwater lozen in het stroomgebied van de Rijn en tweederde door rwzi’s die lozen in het stroomgebied van de Eems, dan worden de lozingen van bedrijven en huishoudens (uitgezonderd de lozingen op Rijkswateren) volgens dezelfde verdeling toegekend aan de twee genoemde stroomgebieden. Voor de directe lozingen op Rijkswateren is altijd bekend tot welk stroomgebied ze behoren.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

  • De vaststelling van de lozingen van bedrijven en huishoudens door de waterkwaliteitsbeheerders wordt sinds 1971 volgens landelijke standaardprocedures uitgevoerd. Deze zijn vastgelegd in de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo).
  • De verdeling van de totale lozingen over riool, bodem en oppervlaktewater wordt geschat door de waterkwaliteitsbeheerders. De nauwkeurigheid van deze schattingen is niet bekend.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid 

De gepresenteerde resultaten vanaf 1995 zijn goed met elkaar vergelijkbaar.

Beschrijving kwaliteitsstrategie 

De uiteindelijk geaggregeerde gegevens ondergaan een plausibiliteitscontrole door vergelijking met voorgaande jaren.