Energiekosten

Wat behelst het onderzoek?

Doel

Het geven van inzicht in de kosten die industriële bedrijven maken voor de aankoop van energie, zowel absoluut als per Joule verbruikte energie.

Doelpopulatie

Alle industriële bedrijven en bedrijven met als hoofdaktiviteit delfstoffenwinning exclusief de winning van aardolie en aardgas en exclusief sociale werkplaatsen, de klassen van de Standaard Bedrijfsindeling 10 en 14 t/m 37, exclusief SBI 36.631.

Statistische eenheid

Standaard bedrijfseenheid (BEID).

Aanvang onderzoek

Verslagjaar 1990. Het onderzoek is per 2007 stopgezet.

Frequentie

Jaarlijks

Publicatiestrategie

Er worden alleen definitieve cijfers gepubliceerd.

Hoe wordt het uitgevoerd?

Soort onderzoek

Cijfers worden ontleend aan de Produktiestatistieken Industrie en Delfstoffenwinning en gecorrigeerd met behulp van data ontleend aan energieverbruiksenquêtes. Voor verslagjaar 2004 is ook gebruik gemaakt van de klantenbestanden van de energiebedrijven.
Voor bedrijven met 50 of meer werknemers gaat het om een integraal onderzoek, bij kleinere bedrijven om een aselekte steekproef. Van bedrijven met 20-50 werknemers valt ongeveer twee derde in de steekproef. Van nog kleinere bedrijven wordt circa 10 procent benaderd.

Waarnemingsmethode

Schriftelijke enquêtering van bedrijven, energieverbruiksenquêtes, die gebruikt worden om de uitkomsten te optimaliseren vinden deels elektronisch (per e-mail) plaats.

Berichtgevers

Bedrijven met personeel.

Steekproefomvang

Integraal benaderd worden ruim 6 duizend bedrijven. De steekproef van kleinere bedrijven levert ruim 3 duizend eenheden, die worden opgehoogd tot circa 40 duizend eenheden van de gecoördineerde populatieschatter (GPS).

Controle- en correctiemethoden

Voor alle bedrijven, waarvan uitkosten van verbruiksenquêtes beschikbaar zijn, worden de uitkomsten hiervan gebruikt voor controle en invullen van ontbrekende data. Uitkomsten worden ook altijd getoetst aan die van het jaar ervoor. Voor bedrijven met minder dan 20 werknemers wordt de verdeling van de kosten over de verschillende energiedragers niet gevraagd, maar geschat uit het totaal, voor verslagjaar 2004 met behulp van de klantenbestanden van de energiebedrijven. Van enkele bedrijven worden benodigde gegevens telefonisch opgevraagd.

Weging

De wegingsfaktoren van de Produktiestatistiek worden overgenomen.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?

Nauwkeurigheid

  • Non-responsfouten Van bedrijven met 50 of meer werknemers beantwoordt circa 80 procent de enquête, van bedrijven met 20-50 werknemers circa 75 procent en van kleinere bedrijven circa 55 procent. Gedeeltelijke non-respons komt hierbij vaak voor. Energievragen worden soms helemaal niet ingevuld, soms wordt alleen het verbruik van elektriciteit en aardgas opgegeven, terwijl ook andere energiedragers worden gebruikt, en vaak worden alleen de betaalde bedragen ingevuld, maar niet de fysieke eenheden energie.
  • Kaderfouten. Het is mogelijk dat een bedrijf een uitzonderlijk energieverbruik heeft, maar buiten de steekproef valt als het minder dan 50 werknemers heeft.

Meetfouten. Het komt heel vaak voor dat een bedrijf bij de energievragen iets invult, dat daar niet thuis hoort, vooral bij de vragen naar ‘overige energiedragers’. Ook worden vaak fysieke hoeveelheden van de aangekochte energie opgegeven, die onmogelijk kunnen passen bij de ervoor betaalde prijs.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De vraagstelling is sinds 1993 niet wezenlijk veranderd. Tot en met 2002 werd op de vragenlijsten onderscheid gemaakt tussen aardgas geleverd door een regionaal gasbedrijf en aardgas rechtstreeks geleverd door de Gasunie. Bij de uitkomsten is dit echter altijd bij elkaar geteld.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Alle binnengekomen gegevens worden gecontroleerd. Zie hierboven bij controle- en correctiemethoden. Bij de verwerking van de gegevens vindt afstemming plaats met de verwerking van de Produktiestatistieken Industrie en Delfstoffenwinning.