Banen van werknemers naar woon- en werkregio

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het in kaart brengen van het aantal banen van werknemers per woon- en werkregio en de afstand over de weg tussen de middelpunten van de woon- en werkregio.

Doelpopulatie

Alle banen in Nederland van werknemers in de maand december, in praktijk gebracht door alle banen die onder de Nederlandse loonheffing vallen. Banen van Nederlanders die in het buitenland werken vallen hier in de regel niet onder, banen van buitenlanders die in Nederland werken in de regel juist wèl. Er gelden geen beperkingen op basis van leeftijd of wekelijkse arbeidsduur. Banen van zelfstandigen vallen buiten het onderzoek.

Statistische eenheid

Baan. Omdat bij elke baan een persoon en bedrijf hoort, kunnen banen ook getypeerd worden naar persoons- en bedrijfskenmerken.

Aanvang onderzoek

De statistiek is gestart in 2006, met de komst van de Statistiek Werkgelegenheid en Lonen (SWL). De statistiek is vernieuwd per verslagjaar 2014, waarbij is overgegaan op afstanden over de weg in plaats van hemelsbrede afstanden. Ook worden vanaf 2014 de afstanden van banen van mensen die wonen en werken in dezelfde gemeente gepubliceerd, waarbij de afstand over de weg tussen de wijk waar men woont en de wijk waar men werkt wordt gebruikt.

De statistiek is opnieuw vernieuwd per verslagjaar 2021, waarmee het ook mogelijk is om afstanden op buurtniveau te berekenen. Vanaf het publicatiejaar 2021 is de ERW (Enquête Regionale Werkgelegenheid) gewijzigd van opzet. In de nieuwe opzet vraagt het CBS aan bedrijfseenheden hoeveel werkzame personen zij per eigen vestiging (per postcode-6) in dienst hadden (in december). Als bedrijven (ook) werkzame personen in dienst hadden die buiten de eigen vestigingen werkten, dan vraagt het CBS om het aantal werkzame personen per gemeente op te geven. Aan de hand van de verdeling van het aantal werkzame personen per gemeente per bedrijfseenheid uit de steekproef van de Enquête Regionale Werkgelegenheid (ERW) worden de banen per bedrijfseenheid verdeeld naar gemeenten (en hogere regionale indelingen). Tot slot is de methode verbeterd waarbij wordt berekend hoe groot de kans is dat een werklocatie de daadwerkelijke werklocatie betreft.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

In het eerste kwartaal komen de cijfers van het voorafgaande beschikbaar.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Combinatie van registraties en een steekproef.

Waarnemingsmethode

Uit de Statistiek Werkgelegenheid en Lonen (SWL) worden de banen geselecteerd, met de daarbij behorende woongemeente. De werkgemeente van elke baan is afgeleid uit de Statistiek Werkgelegenheid en Lonen, banen naar regio.

Het aantal banen van werknemers per bedrijfseenheid wordt bepaald vanuit de gegevens van de Statistiek Werkgelegenheid en Lonen (SWL). Aan de hand van de verdeling van het aantal werkzame personen per gemeente per bedrijfseenheid uit de steekproef van de Enquête Regionale Werkgelegenheid (ERW) worden de banen per bedrijfseenheid verdeeld naar gemeenten (en hogere regionale indelingen). De banen van bedrijfseenheden die niet in de ERW zitten worden geteld in de gemeente van de hoofdvestiging.

Vanaf het publicatiejaar 2021 is de ERW gewijzigd van opzet. Vóór 2021 vroeg het CBS aan bedrijfseenheden met 10 of meer werkzame personen hoeveel werknemers zij per gemeente in dienst hadden (in december). In de nieuwe opzet vraagt het CBS aan bedrijfseenheden hoeveel werkzame personen zij per eigen vestiging (per postcode-6) in dienst hadden (in december). Als bedrijven (ook) werkzame personen in dienst hadden die buiten de eigen vestigingen werkten, dan vraagt het CBS om het aantal werkzame personen per gemeente op te geven.

Voorheen werden alleen bedrijfseenheden geënquêteerd die volgens het Handelsregister van de Kamer van Koophandel vestigingen met werkzame personen in meerdere gemeenten hadden. De steekproef werd aangevuld met die bedrijven die in voorgaande enquêtes werknemers in meerdere gemeenten hebben opgegeven. Het gegeven “aantal werkzame personen per vestiging” is echter vervallen in het Handelsregister. Mede daarom is de steekproef van ERW vanaf statistiekjaar 2021 uitgebreid naar (a) alle bedrijven met 10 of meer werkzame personen en met meer dan één vestiging (op postcode-6 niveau), en (b) bedrijven met minder dan 10 werkzame personen met een relatief grote wijziging in het aantal werkzame personen en/of in het aantal vestigingen volgens het Handelsregister. Tot slot wordt de steekproef net als in de oude opzet aangevuld met bedrijven die in voorgaande enquêtes werkzame personen in meerdere gemeenten hebben opgegeven.
De methodewijziging in de ERW heeft naar verwachting niet of nauwelijks tot een trendbreuk geleid voor het aantal banen per regio.

De bedrijfstak van de baan is afkomstig uit het Algemene Bedrijvenregister (ABR) van het CBS. In het ABR zijn bedrijfsgegevens per bedrijfseenheid opgenomen. Banen van uitzendkrachten worden geteld onder SBI ‘N Verhuur en overige zakelijke diensten’ (tenzij het uitzendbureau werknemers naar slechts één bepaalde bedrijfstak uitzendt en het ABR het uitzendbureau in deze bedrijfstak heeft ingedeeld; in dat geval worden de banen tot de betreffende bedrijfstak geteld).

Banen bij bedrijven waar de werknemers niet (alleen) op eigen locaties van het bedrijf werken worden geteld bij de gemeenten waar de werkzaamheden daadwerkelijk plaatsvinden. Voorbeelden van dit soort bedrijven zijn uitzendbureaus, schoonmaakbedrijven, catering en thuiszorg. Thuiswerkers en ambulant personeel zoals vertegenwoordigers en chauffeurs worden geteld bij de gemeente van waaruit zij aangestuurd worden. Hier wordt de afstand van gemeente naar gemeente weergeven.

Bij banen waar wel enkel op eigen locaties van het bedrijf gewerkt wordt kan worden weergegeven per buurt (of anders wijk of gemeente als een dieper regionaal niveau niet beschikbaar is). Hier wordt de afstand van buurt naar buurt weergegeven.

De werklocatie wordt bepaald door de dominante gemeente-, wijk- en buurtcode (GWB-code) van de postcode-6 te kiezen. De afstand wordt bepaald door de afstand over de weg tussen de kernen (op zwaartepunt bepaald) van de woonbuurt naar de werkbuurt, of anders van de woonwijk naar de werkwijk, of anders van de woongemeente naar de werkgemeente. Dit ligt aan het soort bedrijf (waar de werknemers niet (alleen) op eigen locaties van het bedrijf werken) of omdat een dieper regionaal niveau niet beschikbaar is (door bijvoorbeeld het opgeven van een postbus bij de vestiging).

Ten gevolge van gemeentelijke herindelingen kan het voorkomen dat werknemers niet van woon- en werkadres veranderen maar dat toch hun woon-werkafstand verandert, omdat de kern van de woon- en/of werkregio verplaatst. Aan werknemers die in het buitenland wonen of een onbekend woonadres hebben, kan geen woon-werkafstand worden toegekend.

Omdat niet bekend is op welke vestiging de baan van een werknemer zich bevindt, wordt de kans berekend per mogelijke werklocatie, waarnaar de meest waarschijnlijke werklocatie wordt gekozen. De kans is eerst berekend met een model met o.a. afstand tussen de woonregio en werkregio, geslacht, leeftijd, reiskosten, stedelijkheid, uurloon, arbeidsduur en grootteklasse. Daarna is de kans genormaliseerd zodat deze per baan van een werknemer optelt tot 1. Tot slot zijn de kansen ingepast met een inpasmodule, waardoor als er wordt gesommeerd de totalen per vestiging zo goed mogelijk overeenkomen met de capaciteit die de vestiging heeft. Dit kan enkel afwijken als de gekozen baan niet de gehele maand december werkzaam heeft bestaan. De totalen worden dan op gemeenteniveau consistent gemaakt met de statistiek Regionale Werkgelegenheid.

Ten gevolgen van verhuizingen van werknemers binnen het bedrijf is het mogelijk dat de gekozen werklocatie verandert, waardoor deze niet stabiel is door de jaren heen (ook als de eigen woonlocatie niet verandert).

Berichtgevers

Bedrijven en instellingen met personeel, Belastingdienst en UWV.

Steekproefomvang

De Polisadministratie bevat de gehele doelpopulatie. Het gaat in 2015 om ongeveer 433 duizend bedrijven die samen circa 7,8 miljoen banen tellen. De steekproefomvang van een van de bronnen van de statistiek, de Enquête Regionale Werkgelegenheid (ERW), bedroeg toen ongeveer 14 duizend bedrijven en instellingen.

In 2021 waren er circa 8,7 miljoen banen in Nederland in december. De ERW had toen een steekproefomvang van circa 35 duizend bedrijven.

Controle- en correctiemethoden

Er wordt gecontroleerd op interne consistentie en volledigheid van de Polisadministratie. Verder wordt gecontroleerd op consistentie tussen de opgaven van de enquête, het ABR en de Polisadministratie. Ook wordt gekeken of de ontwikkeling met voorgaande jaren plausibel is. Waar nodig worden de gegevens gaafgemaakt.

Weging

N.v.t.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

Er kan sprake zijn van meet-en/of procesfouten.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De gegevens zijn volgtijdelijk vergelijkbaar. Door de verschillende gemeentelijke herindelingen op te nemen wordt het mogelijk gemaakt om éénduidig verschillende jaren met elkaar te vergelijken.

Specifieke banen van werknemers zijn niet volgtijdelijk vergelijkbaar. Ten gevolge van gemeentelijke herindelingen kan het voorkomen dat werknemers niet van woon- en werkadres veranderen maar dat toch hun woon-werkafstand verandert, omdat de kern van de woon- en/of werkregio verplaatst. Ook is hier sprake van een meetonzekerheid, doordat de meest waarschijnlijke werklocatie van het bedrijf waar de werknemer werkt wordt geschat.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Het CBS werkt nauw samen met UWV en Belastingdienst aan verdere kwaliteitsverhoging. Hierbij is de strategie om de kwaliteit van de aangiften zo veel mogelijk te verbeteren, zodat het CBS zo weinig mogelijk hoeft te corrigeren.
Het CBS bewaakt de kwaliteit door het beoordelen van de plausibiliteit van tijdreeksen van een groot aantal aggregaten en in voorkomende gevallen van individuele bedrijfs- of baandata.