Methodebeschrijving afbakening voortijdig schoolverlaters

De gegevens over voortijdig schoolverlaters zijn gebaseerd op de directe door- en uitstroom tussen twee opeenvolgende schooljaren (het basisjaar en het bestemmingsjaar) binnen het door de overheid bekostigde voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en voortgezet algemeen volwassenenonderwijs. Personen uit het basisjaar die in het bestemmingsjaar geen onderwijs meer volgen én niet in het bezit zijn van een startkwalificatie worden als voortijdig schoolverlaters gekwalificeerd. Alle andere personen die tot de doelpopulatie behoren, zijn niet-voortijdig schoolverlaters. Niet-voortijdig schoolverlaters omvatten dus zowel personen die nog altijd onderwijs volgen, als personen die geen onderwijs meer volgen maar in het bezit zijn van een startkwalificatie.

De gegevens van het basisjaar zijn gebaseerd op de aantallen personen in een tweetal onderwijsnummerbestanden (BRON-bestanden) of op de aantallen personen in de ééncijferbestanden van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Bij het voortgezet onderwijs gaat het om BRON-VO tot en met schooljaar 2005/’06, daarna het bestand ééncijfer voortgezet onderwijs, exclusief de personen in het praktijkonderwijs, de Engelse Stroom en het Internationaal Baccalaureaat en de personen die zijn uitbesteed aan het vavo (zogenaamde Rutte-leerlingen). Bij het middelbaar beroepsonderwijs gaat het om het bestand ééncijfer middelbaar beroepsonderwijs, inclusief de personen die geen onderwijs volgen, maar slechts ingeschreven staan voor het doen van een examen. Bij het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs gaat het om BRON-VE, exclusief de educatie plus de personen die staan ingeschreven in het vo maar zijn uitbesteed aan het vavo (Rutte-leerlingen). De vavo-gegevens zijn niet beschikbaar voor het schooljaar 2004/’05, waardoor de vsv-populatie van dat schooljaar alleen bestaat uit vo- en mbo’ers.

Tot en met 2011/’12 werden alle personen die op 1 oktober in het basisjaar stonden ingeschreven meegenomen in de afbakening van voortijdig schoolverlaters. Vanaf 2012/’13 is dat niet langer het geval (voor de periode 2012/’13 zijn in de tabellen zowel gegevens beschikbaar die gemaakt zijn volgens de oude als de nieuwe afbakening zodat de grootte van het effect van de methodewijziging duidelijk is). Vanaf dat moment worden personen die op 1 oktober van het bestemmingsjaar staan ingeschreven in het praktijkonderwijs, de Engelse Stroom, het Internationaal Baccalaureaat en het speciaal onderwijs uit de onderzoekspopulatie gehouden evenals personen die op dat moment een vrijstelling van de leerplicht hebben. De bepaling van personen die staan ingeschreven in het praktijkonderwijs, de Engelse Stroom en het Internationaal Baccalaureaat vindt plaats aan de hand van het bestand ééncijfer voortgezet onderwijs. Of personen speciaal onderwijs volgen wordt bepaald met behulp van het bestand ééncijfer WEC (Wet op de Expertisecentra) van DUO. Vrijstellingen van de leerplicht worden sinds 11 september 2013 vastgelegd in het register vrijstellingen en vervangende leerplicht. DUO levert aan het CBS jaarlijks een uittreksel uit dit register.

Van alle personen die op 1 oktober van het basisjaar staan ingeschreven (minus – vanaf 2012/’13 - de eerder genoemde groepen) wordt nagegaan of zij op 1 oktober van het bestemmingsjaar een onderwijsinschrijving hebben en/of een startkwalificatie hebben behaald.

De volgende bestanden worden gebruikt om na te gaan of een leerling/deelnemer op 1 oktober van het schooljaar volgend op het basisjaar nog door de overheid bekostigd onderwijs volgt:

  • Het BRON-VO voor het schooljaar 2005/’06, daarna het bestand ééncijfer voortgezet onderwijs.
  • Het bestand ééncijfer middelbaar beroepsonderwijs (inclusief de personen die slechts ingeschreven staan voor het doen van een examen)
  • Het BRON-VE (alleen wat betreft het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs)
  • Het bestand ééncijfer hoger onderwijs

Van de groep die overblijft (de schoolverlaters) wordt nagegaan of zij in het bezit zijn van een startkwalificatie, dat wil zeggen een havo- of vwo-diploma, of mbo-diploma op minimaal niveau 2. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het Examen Resultaten Register (ERR) over het voortgezet onderwijs, de examenresultaten binnen het onderwijsnummerbestand voortgezet onderwijs (BRON-VO/ééncijfer-vo), middelbaar beroepsonderwijs (ééncijfer-mbo) en voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (onderdeel van BRON-VE), voor wat betreft diploma’s die behaald zijn vóór 1 oktober van het schooljaar volgend op het basisjaar. Er is ook gebruik gemaakt van de vooropleidingsgegevens zoals geregistreerd in het bestand ééncijfer hoger onderwijs. Personen kunnen zowel in het basisjaar als in voorafgaande jaren een startkwalificatie hebben behaald. Gegevens over examens in het voortgezet onderwijs uit het ERR zijn beschikbaar vanaf 2000/’01, uit het BRON-VO voor 2005/’06 en uit het ééncijfer-vo vanaf 2006/’07. De mbo-examenresultaten in het ééncijfer-mbo zijn beschikbaar sinds het schooljaar 2004/'05; de vavo-examenresultaten worden meegeleverd met BRON-VE, vanaf het schooljaar 2005/’06. Het bestand ééncijfer hoger onderwijs is beschikbaar vanaf het studiejaar 1986/’87 en bevat de hoogste behaalde vooropleiding van alle daarin geregistreerde studenten.

Vanwege de koppeling met achtergrondkenmerken uit andere registraties en om de vergelijking tussen de groep voortijdig schoolverlaters en de niet-voortijdig schoolverlaters zuiver te houden, worden alleen de leerlingen/deelnemers weergegeven die op beide peilmomenten tot de GBA-bevolking behoren (dat wil zeggen die op zowel 1 oktober van het basis als bestemmingsjaar staan ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens). De achtergrond- en bestemmingskenmerken zijn afkomstig uit het Sociaal Statistisch Bestand (SSB).

In de tabellen wordt geen leeftijdsgrens gehanteerd bij de definitie van voortijdig schoolverlater. Een in Nederland gangbare leeftijdsgrens is 23 jaar op het moment van schoolverlaten. De gegevens kunnen wel naar de leeftijdsgroep 22 jaar of jonger worden uitgesplitst.