Economie krimpt met 0,3 procent in derde kwartaal 2023

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© Hollandse Hoogte / Ramon van Flymen
Volgens de tweede berekening van het CBS is het bruto binnenlands product (bbp) in het derde kwartaal van 2023 met 0,3 procent gedaald ten opzichte van het tweede kwartaal van 2023. Bij de eerste berekening, die is gepubliceerd op 14 november, daalde het bbp met 0,2 procent. De tweede berekening van het bbp wordt ongeveer 85 dagen na afloop van het kwartaal gepubliceerd.

De krimp van de economie was een fractie groter dan bij de eerste berekening. Vooral de consumptie door huishoudens is neerwaarts bijgesteld. Ook de investeringen zijn wat naar beneden bijgesteld. De krimp in het derde kwartaal is vooral toe te schrijven aan een daling van de investeringen in vaste activa, een daling van de voorraadmutatie en een daling van de consumptie door huishoudens.

Bruto binnenlandse product (volume), seizoengecorrigeerd
JaarKwartaalIndex (2015=100)
20171e kwartaal104
20172e kwartaal104,9
20173e kwartaal105,6
20174e kwartaal106,4
20181e kwartaal106,9
20182e kwartaal107,6
20183e kwartaal107,8
20184e kwartaal108,3
20191e kwartaal109,2
20192e kwartaal109,5
20193e kwartaal109,7
20194e kwartaal110,4
20201e kwartaal108,9
20202e kwartaal99,8
20203e kwartaal106,2
20204e kwartaal106,8
20211e kwartaal108,1
20212e kwartaal111,4
20213e kwartaal113,7
20214e kwartaal114,5
20221e kwartaal115,1
20222e kwartaal117,1
20223e kwartaal117,3
20224e kwartaal118,1
20231e kwartaal117,5
20232e kwartaal117
20233e kwartaal116,6

Tweede berekening

De tweede berekening wordt 85 dagen na afloop van het kwartaal gemaakt. De eerste berekening, ongeveer 45 dagen na afloop van een kwartaal, is op basis van de dan beschikbare informatie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, zoals van de bouw, de zakelijke dienstverlening, de horeca, de overheid, de zorg en de financiële instellingen die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen.

De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar (2018-2022) gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,3 en 0,7 procentpunt, allebei in 2021.

Bijstelling groei in voorgaande kwartalen

Bij elke nieuwe berekening van het bbp bepaalt het CBS ook opnieuw de seizoengecorrigeerde reeks van de eerder gepubliceerde kwartalen. Dat heeft niet geleid tot een bijstelling van de bbp-groei in de voorgaande drie kwartalen.

Krimp ten opzichte van het derde kwartaal van 2022

Ten opzichte van een jaar eerder kromp de economie in het derde kwartaal met 0,8 procent. Volgens de eerste berekening was de krimp 0,6 procent. De neerwaartse bijstelling wordt vooral veroorzaakt door de nieuwe cijfers over de industrie, de handel, de reis- en uitzendbranche.

Het totaalbeeld is niet veranderd. De krimp is vooral toe te schrijven aan de uitvoer van goederen en diensten, de voorraadmutaties aardgas en de consumptie door huishoudens.

Bruto binnenlands product (volume)
JaarKwartaalIndex (%-mutatie t.o.v. jaar eerder)
20171e kwartaal3,2
20172e kwartaal3,0
20173e kwartaal2,8
20174e kwartaal2,6
20181e kwartaal2,6
20182e kwartaal2,7
20183e kwartaal2,2
20184e kwartaal1,9
20191e kwartaal1,8
20192e kwartaal1,9
20193e kwartaal2,1
20194e kwartaal2,0
20201e kwartaal-0,3
20202e kwartaal-8,8
20203e kwartaal-3,3
20204e kwartaal-2,9
20211e kwartaal-1,1
20212e kwartaal11,8
20213e kwartaal6,9
20214e kwartaal7,4
20221e kwartaal6,4
20222e kwartaal5,2
20223e kwartaal3,0
20224e kwartaal2,9
20231e kwartaal1,9
20232e kwartaal-0,2
20233e kwartaal-0,8

Aantal banen groeit met 28 duizend

Volgens de tweede berekening steeg het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in het derde kwartaal met 28 duizend ten opzichte van het tweede kwartaal van 2023. De eerste berekening kwam uit op een toename van 31 duizend banen.

Ten opzichte van het derde kwartaal van 2022 waren er in het derde kwartaal van 2023 volgens de tweede berekening 142 duizend banen van werknemers en zelfstandigen meer. Dat was bij de eerste berekening 147 duizend.

De banencijfers zijn bijgesteld op basis van aangevulde broninformatie.

Banen van werknemers en zelfstandigen (seizoengecorrigeerd)
   mutatie (verandering t.o.v. kwartaal eerder (x 1 000))
20171e kwartaal62
20172e kwartaal68
20173e kwartaal77
20174e kwartaal76
20181e kwartaal76
20182e kwartaal65
20183e kwartaal66
20184e kwartaal58
20191e kwartaal62
20192e kwartaal38
20193e kwartaal35
20194e kwartaal52
20201e kwartaal6
20202e kwartaal-303
20203e kwartaal173
20204e kwartaal1
20211e kwartaal5
20212e kwartaal142
20213e kwartaal172
20214e kwartaal69
20221e kwartaal125
20222e kwartaal108
20223e kwartaal76
20224e kwartaal68
20231e kwartaal29
20232e kwartaal10
20233e kwartaal28

De cijfers in dit bericht zijn voorlopig en kunnen worden bijgesteld.