Aantal bijstandsontvangers in 2022 verder gedaald

Klanten in een kringloopwinkel bekijken kleding
© Hollandse Hoogte / William Hoogteyling
Eind december 2022 kregen 394 duizend mensen tot de AOW-leeftijd een algemene bijstandsuitkering. Dat zijn er 14 duizend minder dan een jaar eerder, een daling van ruim 3 procent. In 2021 daalde het aantal mensen met een bijstandsuitkering met bijna 5 procent ten opzichte van een jaar eerder. Onder 27- tot 45-jarigen daalde het aantal bijstandsontvangers in 2022 relatief het meest, bij 45-plussers het minst. Dit blijkt uit nieuwe, voorlopige cijfers van het CBS.

Mensen tot de AOW-leeftijd met een algemene bijstandsuitkering
JaarKwartaalTot de AOW-leeftijd (x 1 000)
20131e kwartaal395
20132e kwartaal402
20133e kwartaal403
20134e kwartaal413
20141e kwartaal425
20142e kwartaal430
20143e kwartaal427
20144e kwartaal434
20151e kwartaal442
20152e kwartaal442
20153e kwartaal440
20154e kwartaal449
20161e kwartaal458
20162e kwartaal460
20163e kwartaal458
20164e kwartaal465
20171e kwartaal472
20172e kwartaal468
20173e kwartaal459
20174e kwartaal457
20181e kwartaal455
20182e kwartaal448
20183e kwartaal436
20184e kwartaal432
20191e kwartaal432
20192e kwartaal425
20193e kwartaal416
20194e kwartaal415
20201e kwartaal421
20202e kwartaal430
20203e kwartaal424
20204e kwartaal428
20211e kwartaal430
20212e kwartaal423
20213e kwartaal412
20214e kwartaal408
20221e kwartaal406
20222e kwartaal402
20223e kwartaal397
20224e kwartaal394

In 2021 en 2022 daalde het aantal mensen met een bijstandsuitkering in totaal met 34 duizend. In 2020, het jaar waarin de coronacrisis uitbrak, kwamen er in een jaar tijd ruim 13 duizend bijstandsgerechtigden bij. Van 2016 tot en met 2019 daalde het aantal met bijna 50 duizend. In de periode daarvoor (2009 tot 2016) was het aantal mensen met een bijstandsuitkering juist gestegen.

Mensen tot de AOW-leeftijd met een algemene bijstandsuitkering, eind december
jaarbijstandsuitkeringen (verandering t.o.v. een jaar eerder (x 1 000))
201616
2017-8
2018-24
2019-18
202013
2021-20
2022-14

Vooral onder 27- tot 45-jarigen minder bijstandsontvangers

Onder alle leeftijdsgroepen waren er eind 2022 minder bijstandsontvangers dan een jaar eerder. Bij mensen van 27 tot 45 jaar was de daling het sterkst: ruim 6 procent, een afname van ruim 9 duizend. In andere leeftijdsgroepen was de daling minder sterk. Bij jongeren tot 27 jaar nam het aantal bijstandsontvangers met ruim duizend af (-4 procent). Bij 45-plussers nam het aantal bijstandsontvangers met bijna 4 duizend af (-2 procent).

Mensen met een algemene bijstandsuitkering naar leeftijd, eind december
jaarJonger dan 27 jaar (x 1 000)27 tot 45 jaar (x 1 000)45 jaar tot AOW-leeftijd (x 1 000)
200824,6122,5157,1
200932,1133,8164,5
201037,8145,4173,5
201136,7151,0179,7
201235,2159,3186,2
201338,2176,4198,4
201438,4184,9210,4
201542,2185,8220,7
201648,3186,0230,2
201746,6176,4233,8
201840,1160,2232,1
201935,8147,7231,2
202039,8153,2235,1
202135,3143,3229,6
202234,0134,0226,0

Uitstroom bijstand groter dan instroom

De verandering van het aantal bijstandsontvangers is het verschil tussen instroom en uitstroom. De nieuwste cijfers hierover gaan over het derde kwartaal van 2022. In dat kwartaal stroomden meer mensen de bijstand uit dan in: 23,2 duizend uitstromers en 20,6 duizend instromers. Ook in de eerste twee kwartalen van 2022 verlieten meer mensen de bijstand dan erin terechtkwamen.

De uitstroom uit de bijstand door het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd zit niet in deze cijfers. In het tweede kwartaal en derde kwartaal van 2022 verlieten in totaal bijna 3,2 duizend mensen de bijstand omdat ze de AOW-leeftijd bereikten. Vanaf 2022 is de AOW-leeftijd met drie maanden verhoogd naar 66 jaar en 7 maanden. In het eerste kwartaal was er daardoor geen uitstroom door het bereiken van de AOW-leeftijd.

In- en uitstroom algemene bijstand van mensen tot AOW-leeftijd
JaarKwartaalInstroom (x 1 000)Uitstroom (x 1 000)
20171e kwartaal34,927,8
20172e kwartaal28,029,4
20173e kwartaal27,233,8
20174e kwartaal26,927,1
20181e kwartaal26,527,9
20182e kwartaal22,127,8
20183e kwartaal23,632,9
20184e kwartaal23,625,0
20191e kwartaal23,824,7
20192e kwartaal19,724,3
20193e kwartaal22,129,1
20194e kwartaal22,821,9
20201e kwartaal29,220,6
20202e kwartaal27,316,5
20203e kwartaal24,527,6
20204e kwartaal27,220,9
20211e kwartaal26,322,1
20212e kwartaal20,124,8
20213e kwartaal19,929,1
20214e kwartaal21,222,1
20221e kwartaal19,321,6
20222e kwartaal18,420,5
20223e kwartaal20,623,2