407 duizend mensen in de bijstand: laagste aantal in achtenhalf jaar

Mensen lopen UWV binnen
© CBS / Alrik Swagerman
Eind maart 2022 ontvingen 407 duizend mensen tot de AOW-leeftijd een algemene bijstandsuitkering. Dat is 23 duizend minder dan een jaar eerder. Het is het laagste aantal sinds september 2013. Ten opzichte van eind 2021 gaat het om een daling van ruim duizend personen. Onder jongeren tot 27 jaar was de daling van het aantal bijstandsgerechtigden ten opzichte van een jaar eerder relatief het sterkst, onder 45-plussers het geringst. Dit blijkt uit nieuwe kwartaalcijfers van het CBS.

Personen met een algemene bijstandsuitkering tot de AOW-leeftijd
JaarKwartaalTot de AOW-leeftijd (x 1 000)
20151e kwartaal442
20152e kwartaal442
20153e kwartaal440
20154e kwartaal449
20161e kwartaal458
20162e kwartaal460
20163e kwartaal458
20164e kwartaal465
20171e kwartaal472
20172e kwartaal468
20173e kwartaal459
20174e kwartaal457
20181e kwartaal455
20182e kwartaal448
20183e kwartaal436
20184e kwartaal432
20191e kwartaal432
20192e kwartaal425
20193e kwartaal416
20194e kwartaal415
20201e kwartaal421
20202e kwartaal430
20203e kwartaal424
20204e kwartaal428
20211e kwartaal430
20212e kwartaal423
20213e kwartaal412
20214e kwartaal408
'221e kwartaal407

Vooral minder jongeren in de bijstand

Voor het vierde kwartaal op rij is het aantal bijstandsontvangers lager dan een jaar eerder. De jaar-op-jaardaling was elk kwartaal iets sterker, oplopend van 2 tot 5 procent. De sterkste daling deed zich steeds voor onder jongeren tot 27 jaar met percentages tussen de 6 en 15 procent, in aantallen variërend van ruim 2 duizend tot 6 duizend. Eind maart 2022 was het aantal jongeren in de bijstand daardoor teruggelopen tot minder dan 35 duizend. Bij 27- tot 45-jarigen was, in vergelijking met de jongste groep, het verschil met een jaar eerder in deze vier kwartalen minder groot. Eind maart 2022 telde deze leeftijdsgroep ongeveer 8 procent minder bijstandsontvangers dan een jaar eerder, oftewel 12 duizend personen. Ook het aantal 45-plussers in de bijstand lag in elk van deze vier kwartalen steeds lager dan een jaar eerder. De percentages varieerden hier tussen een half procent en 2 procent eind maart 2022.

Personen met een algemene bijstandsuitkering naar leeftijd
JaarKwartaalJonger dan 27 jaar (verandering t.o.v. een jaar eerder (x 1 000))27 tot 45 jaar (verandering t.o.v. een jaar eerder (x 1 000))45 jaar tot AOW-leeftijd (verandering t.o.v. een jaar eerder (x 1 000))
20151e kwartaal-0,24,911,8
20152e kwartaal-0,22,210,5
20153e kwartaal2,30,810,2
20154e kwartaal3,80,910,3
20161e kwartaal4,11,511,0
20162e kwartaal5,21,510,9
20163e kwartaal6,21,710,4
20164e kwartaal6,10,39,4
20171e kwartaal5,4-1,08,7
20172e kwartaal3,8-3,17,2
20173e kwartaal1,3-6,15,8
20174e kwartaal-1,7-9,63,6
20181e kwartaal-4,6-13,21,6
20182e kwartaal-5,6-14,70,1
20183e kwartaal-6,5-15,6-1,3
20184e kwartaal-6,5-16,2-1,7
20191e kwartaal-6,1-15,9-1,9
20192e kwartaal-5,9-15,2-1,3
20193e kwartaal-4,9-14,0-0,8
20194e kwartaal-4,3-12,6-0,9
20201e kwartaal-1,5-7,9-0,9
20202e kwartaal2,8-0,11,7
20203e kwartaal2,92,32,9
20204e kwartaal4,05,53,9
20211e kwartaal2,44,12,4
20212e kwartaal-2,5-3,3-1,0
20213e kwartaal-3,0-6,3-3,3
20214e kwartaal-4,5-9,9-5,5
'221e kwartaal-6,0-12,1-4,6

Meer mensen stromen de bijstand uit dan erin

De verandering van het aantal bijstandsontvangers is het saldo van instroom en uitstroom. De meest recente stroomcijfers hebben betrekking op het vierde kwartaal van 2021. In dat kwartaal stroomden iets meer personen de bijstand uit dan erin. Het gaat om 22 duizend uitstromers versus 21 duizend instromers. Ter vergelijking: een jaar eerder, in het vierde kwartaal van 2020, was de uitstroom nog 6 duizend lager dan de instroom. In geheel 2021 kwamen ruim 87 duizend mensen in de bijstand terecht en verlieten er 98 duizend de uitkeringsregeling. In drie van de vier kwartalen had de uitstroom de overhand. In 2020 was de instroom nog duidelijk hoger dan de uitstroom. De uitstroom vanwege het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd is hierin niet meegeteld. Nemen we deze ook mee, dan ligt de uitstroom nog 6,3 duizend personen hoger.

In- en uitstroom algemene bijstand van personen tot AOW-leeftijd, per kwartaal
JaarKwartaalInstroom (x 1 000)Uitstroom (x 1 000)
20171e kwartaal34,927,8
20172e kwartaal28,029,4
20173e kwartaal27,233,8
20174e kwartaal26,927,1
20181e kwartaal26,527,9
20182e kwartaal22,127,8
20183e kwartaal23,632,9
20184e kwartaal23,625,0
20191e kwartaal23,824,7
20192e kwartaal19,724,3
20193e kwartaal22,129,1
20194e kwartaal22,821,9
20201e kwartaal29,220,6
20202e kwartaal27,316,5
20203e kwartaal24,527,6
20204e kwartaal27,220,9
20211e kwartaal26,322,1
20212e kwartaal20,124,8
20213e kwartaal19,929,1
20214e kwartaal21,222,1

Bijstand wordt verleend aan huishoudens. Dit kunnen alleenstaanden zijn of paren, met of zonder kinderen. Ingeval bijstand wordt verstrekt aan een paar worden beide partners meegeteld als bijstandsgerechtigde. Bijstandsgerelateerde uitkeringen, zoals op grond van de IOAW, IOAZ en het Bbz, zijn in deze cijfers niet meegenomen.