Urgenda-doel uitstoot broeikasgassen in 2020 gehaald
Elektriciteit (megaton CO2-equivalent) | Mobiliteit (megaton CO2-equivalent) | Landbouw (megaton CO2-equivalent) | Industrie (megaton CO2-equivalent) | Gebouwde omgeving (megaton CO2-equivalent) | Urgenda-doel (megaton CO2-equivalent) | |
---|---|---|---|---|---|---|
1990 | 39,6 | 32,2 | 32,4 | 86,4 | 29,9 | |
1991 | 40,1 | 32,7 | 33,7 | 87,5 | 34,1 | |
1992 | 40,6 | 34,1 | 33,5 | 89,0 | 31,5 | |
1993 | 41,9 | 35,2 | 33,6 | 85,5 | 33,3 | |
1994 | 45,7 | 34,6 | 32,1 | 86,7 | 31,1 | |
1995 | 47,8 | 35,2 | 32,1 | 81,9 | 33,2 | |
1996 | 48,3 | 36,6 | 32,8 | 84,8 | 38,5 | |
1997 | 48,5 | 36,6 | 30,6 | 84,6 | 32,7 | |
1998 | 50,2 | 37,3 | 29,7 | 84,8 | 31,3 | |
1999 | 47,2 | 38,1 | 28,9 | 76,0 | 29,7 | |
2000 | 48,4 | 37,9 | 27,8 | 74,3 | 29,6 | |
2001 | 51,9 | 38,2 | 27,2 | 69,9 | 31,4 | |
2002 | 53,0 | 38,7 | 25,5 | 69,1 | 30,2 | |
2003 | 53,7 | 39,1 | 25,2 | 67,8 | 31,3 | |
2004 | 54,9 | 39,5 | 25,2 | 67,9 | 31,1 | |
2005 | 52,1 | 39,8 | 25,4 | 66,3 | 29,3 | |
2006 | 47,9 | 40,7 | 25,0 | 64,9 | 29,4 | |
2007 | 50,6 | 39,7 | 25,6 | 64,1 | 26,3 | |
2008 | 50,0 | 39,9 | 26,7 | 59,8 | 29,3 | |
2009 | 49,9 | 38,3 | 26,7 | 55,8 | 29,3 | |
2010 | 52,0 | 39,0 | 28,3 | 58,8 | 33,9 | |
2011 | 47,8 | 38,9 | 26,8 | 57,6 | 26,6 | |
2012 | 44,8 | 37,1 | 26,6 | 56,3 | 28,8 | |
2013 | 44,9 | 36,3 | 26,8 | 55,8 | 30,0 | |
2014 | 48,6 | 34,3 | 25,6 | 54,6 | 22,9 | |
2015 | 53,1 | 34,6 | 26,6 | 54,4 | 24,4 | |
2016 | 52,0 | 34,8 | 26,7 | 55,0 | 25,1 | |
2017 | 48,3 | 35,3 | 27,0 | 55,9 | 24,6 | |
2018 | 44,6 | 35,8 | 26,7 | 54,7 | 24,2 | |
2019 | 41,5 | 35,1 | 26,5 | 53,9 | 23,1 | |
2020 | 32,7 | 30,6 | 26,2 | 53,1 | 21,8 | |
Urgenda 2020 | 165,4 | |||||
Bron: CBS, RIVM/Emissieregistratie |
Kwart minder uitstoot dan in 1990
In Nederland geldt sinds 2015 de Urgenda-doelstelling om in 2020 de uitstoot van broeikasgassen met minimaal 25 procent te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990. Met 25,5 procent reductie is het Urgenda-doel in 2020 gehaald. Vanaf 2015 is de uitstoot door de elektriciteitssector met 39 procent gedaald, mede dankzij het sluiten van enkele kolencentrales. De uitstoot door kolencentrales is de laatste vijf jaar met 80 procent gedaald.
Aanzienlijk minder broeikasgasuitstoot in 2020
In 2020 bedroeg de uitstoot van broeikasgassen 164 megaton CO2-equivalent. Dat is 56 megaton CO2-equivalent minder dan in 1990. Van deze daling werd 16 megaton CO2-equivalent in 2020 gerealiseerd. In 2020 stootte de elektriciteitssector bijna 9 megaton CO2-equivalent minder uit dan een jaar eerder door minder steenkool te gebruiken.
In de mobiliteitssector (verkeer en vervoer) werd 4,5 megaton CO2-equivalent minder uitgestoten dan in 2019. Dit hangt samen met een 15 procent lagere uitstoot door het wegverkeer als gevolg van het corona-advies om zoveel mogelijk thuis te blijven, en indien mogelijk thuis te werken. Door in het relatief warme jaar 2020 minder aardgas te verstoken stootten woonhuizen en kantoren ongeveer 1,5 megaton CO2-equivalent minder uit.
Uitstoot door Nederlandse economie 21 procent hoger dan IPCC
Naast de IPCC-cijfers, waar de Urgenda-doelstelling op is gebaseerd, berekent het CBS de uitstoot ook volgens andere richtlijnen: de broeikasgasemissies door de Nederlandse economie (conform de milieurekeningen) en de broeikasgasvoetafdruk).
De broeikasgasuitstoot door alle Nederlandse economische activiteiten was in 2020 gelijk aan 199 megaton CO2-equivalent. Dit is 21 procent hoger dan de IPCC-uitstoot (164 megaton). Dit komt onder andere doordat in deze emissieberekening het verbranden van biomassa (19 megaton CO2-equivalent) en de uitstoot door de Nederlandse lucht- en zeevaart (respectievelijk 8 en 5 megaton CO2-equivalent) volledig worden meegeteld, in tegenstelling tot de IPCC-berekening.
Voetafdruk Nederlanders bijna 40 procent hoger dan IPCC-uitstoot
De uitstoot is nog hoger als er gerekend wordt volgens de broeikasgasvoetafdruk, gebaseerd op de consumptie van goederen en diensten door Nederlandse ingezetenen. Dit komt doordat in het buitenland veel uitstoot van broeikasgassen plaatsvindt bij de productie van goederen en diensten die bestemd zijn voor Nederlandse consumptie. Nederland stoot volgens deze berekening 14 procent meer broeikasgassen uit dan de uitstoot door de Nederlandse economie, en 38 procent meer dan de IPCC-uitstoot.
Bronnen
- StatLine - Emissies van broeikasgassen berekend volgens IPCC-voorschriften
- Emissieregistratie - Nationale Broeikasgasemissies volgens IPCC
- Compendium voor de Leefomgeving - Emissies broeikasgassen, 1990-2020
Relevante links
- Achtergrond - Dossier Broeikasgassen
- Visualisatie - Mobiliteit in coronatijd
- Nieuwsbericht - Uitstoot broeikasgassen lager in derde kwartaal 2021
- Nieuwsbericht - Elektriciteitsproductie uit kolen bijna verdubbeld
- Nieuwsbericht - CO2-uitstoot door biomassa neemt toe