Werkgelegenheid in derde kwartaal naar nieuw record

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
Twee mannen monteren een zonnepaneel op een dak
© CBS / Alrik Swagerman
Een verdere groei van het aantal vacatures, samen met een dalende werkloosheid, leidden in het derde kwartaal van 2021 tot een nog grotere spanning op de arbeidsmarkt. Tegenover elke 100 werklozen stonden 126 vacatures. Het aantal banen nam toe met 162 duizend en kwam voor het eerst boven de 11 miljoen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS over de arbeidsmarkt.
Een kwartaal eerder overtrof het aantal vacatures voor het eerst het aantal werklozen. Waren er in het tweede kwartaal per 100 werklozen 106 vacatures, in het derde kwartaal is dat opgelopen tot 126. De toename van de spanning is vooral toe te schrijven aan de aanhoudende groei van het aantal openstaande vacatures (met 45 duizend).

Spanning op de arbeidsmarkt
JaarKwartaalVacatures per 100 werklozen (vacatures per 100 werklozen)
20111e kwartaal 32
20112e kwartaal33
20113e kwartaal31
20114e kwartaal26
20121e kwartaal 24
20122e kwartaal22
20123e kwartaal20
20124e kwartaal18
20131e kwartaal 16
20132e kwartaal14
20133e kwartaal14
20134e kwartaal14
20141e kwartaal 15
20142e kwartaal16
20143e kwartaal18
20144e kwartaal19
20151e kwartaal 20
20152e kwartaal21
20153e kwartaal22
20154e kwartaal24
20161e kwartaal 26
20162e kwartaal28
20163e kwartaal31
20164e kwartaal35
20171e kwartaal 39
20172e kwartaal45
20173e kwartaal50
20174e kwartaal57
20181e kwartaal 64
20182e kwartaal71
20183e kwartaal75
20184e kwartaal80
20191e kwartaal 88
20192e kwartaal93
20193e kwartaal90
20194e kwartaal90
20201e kwartaal 79
20202e kwartaal57
20203e kwartaal52
20204e kwartaal57
20211e kwartaal 73
20212e kwartaal106
20213e kwartaal126

Opnieuw record openstaande vacatures

Eind september stonden er 371 duizend vacatures open, 45 duizend meer dan aan het eind van het tweede kwartaal. Hiermee wordt de recordhoogte van het vorige kwartaal (327 duizend) overtroffen.

Ontwikkeling arbeidsmarkt, seizoengecorrigeerd
   Werklozen (ILO-definitie) (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)Vacatures (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)Banen (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)
20151e kwartaal-2635
20152e kwartaal-18533
20153e kwartaal-12337
20154e kwartaal-51042
20161e kwartaal-24713
20162e kwartaal-15553
20163e kwartaal-37745
20164e kwartaal-29956
20171e kwartaal-231563
20172e kwartaal-201967
20173e kwartaal-24976
20174e kwartaal-301373
20181e kwartaal-301080
20182e kwartaal-141568
20183e kwartaal-61064
20184e kwartaal-18345
20191e kwartaal-141758
20192e kwartaal-11143
20193e kwartaal14236
20194e kwartaal-3155
20201e kwartaal-39-6851
20202e kwartaal72-19-292
20203e kwartaal7019162
20204e kwartaal-352-26
20211e kwartaal-5026-11
20212e kwartaal-2782149
20213e kwartaal-1345162
 

Meeste vacatures in de handel

Net als in voorgaande kwartalen stonden de meeste vacatures open in de handel (75 duizend), de zakelijke dienstverlening (58 duizend) en de zorg (52 duizend). Gezamenlijk zijn deze drie bedrijfstakken goed voor de helft van alle openstaande vacatures.

Ook in het derde kwartaal nam het aantal vacatures in vrijwel alle bedrijfstakken toe. In de handel kwamen er 10 duizend bij, waardoor er 75 duizend vacatures openstonden. In de horeca (34 duizend) en de zorg (52 duizend) kwamen er 7 duizend vacatures bij. In de informatie en communicatie bleef het aantal vacatures met 24 duizend gelijk.

Openstaande vacatures, seizoengecorrigeerd
Bedrijfstak3e kwartaal 2021 (x 1 000)2e kwartaal 2021 (x 1 000)
Handel74,664,8
Zakelijke dienstverlening58,052,1
Zorg51,645,1
Horeca34,326,9
Industrie33,027,4
Informatie en communicatie23,523,7
Bouwnijverheid22,921,1
Openbaar bestuur17,215,9
Vervoer en opslag16,514,4
Cultuur, recreatie en overige diensten11,49,9
Onderwijs10,29,5
Financiële dienstverlening9,58,0
Landbouw en visserij3,02,5
Verhuur en handel onroerend goed2,42,0

Grootste aantal vervulde vacatures

Net als in het tweede kwartaal ontstonden er in het derde kwartaal 374 duizend nieuwe vacatures. Er werden 330 duizend vacatures vervuld (inclusief vervallen vacatures), 38 duizend meer dan in het tweede kwartaal. Dit is het hoogste aantal vervulde en vervallen vacatures dat in een kwartaal werd gemeten. Het vorige record was 329 duizend in het eerste kwartaal van 2020.

Vacaturegraad blijft toenemen

De vacaturegraad nam in het derde kwartaal verder toe van 39 naar 43 vacatures per duizend banen van werknemers, opnieuw een record. Net als in het tweede kwartaal is de vacaturegraad het hoogst in de horeca. Eind september waren er in deze bedrijfstak 83 vacatures op duizend werknemersbanen. Ook in de bedrijfstak informatie en communicatie, die lange tijd de hoogste vacaturegraad had, bleef de vraag naar personeel groot, met een vacaturegraad van 77. De vacaturegraad bleef in het onderwijs het laagst met 18 vacatures per duizend banen.

Aantal banen voor het eerst meer dan 11 miljoen

Het totaal aantal banen van werknemers en zelfstandigen nam met 162 duizend toe, een toename van 1,5 procent, en passeerde daarmee voor het eerst de grens van 11 miljoen banen (11 033 duizend). Daarmee werd het record van het eerste kwartaal van 2020 (10 890 duizend banen) overtroffen.

In deze cijfers zijn alle banen meegeteld, voltijd en deeltijd. De cijfers zijn inclusief de banen van mensen die vanwege de coronacrisis niet of minder kunnen werken, maar wel krijgen doorbetaald. Een dergelijke voorziening wordt vergemakkelijkt door de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW), die tot 1 oktober gold en was ingesteld om baanverlies en werkloosheid te beperken.

Ook recordaantal werknemersbanen

Het aantal werknemersbanen steeg met 149 duizend, een toename van 1,7 procent. Het is het tweede kwartaal achtereen met een flinke groei. Het totaal aantal werknemersbanen kwam daarmee uit op 8 688 duizend. Dit zijn er meer dan ooit tevoren.

De raming van het aantal banen van zelfstandigen kent een grotere onzekerheid dan gewoonlijk in verband met de herziening van de Enquête beroepsbevolking (zie de toelichting onderaan dit bericht). In de voorlopige berekeningen nam deze toe met 13 duizend (0,5 procent) en kwam daarmee op het hoogste punt ooit bereikt (2 346 duizend). Ruim 1 op de 5 banen is daarmee een zelfstandigenbaan.

Herstel uitzendbureaus zet door

Bij de uitzendbureaus kwamen er 22 duizend werknemersbanen bij in het derde kwartaal, een stijging van 3,0 procent. De toename is iets minder groot dan die in het tweede kwartaal (4,7 procent). De uitzendbranche is zich nog steeds aan het herstellen van het forse verlies in het tweede kwartaal van 2020 met 15,7 procent.

Het aantal werknemersbanen in de bedrijfstak handel, vervoer en horeca nam toe met 83 duizend. Ook in bijna alle overige bedrijfstakken kwamen er banen van werknemers bij. Dalingen waren er in de zorg (-3 duizend) en de landbouw en visserij (-2 duizend). Vanwege het herontwerp worden in dit kwartaal nog geen resultaten van zelfstandigen naar bedrijfstak gepubliceerd. (Zie de toelichting onderaan dit bericht.)

Ontwikkeling werknemersbanen, seizoengecorrigeerd, 3e kwartaal 2021
BedrijfstakBanen (verandering t.o.v. 2e kwartaal 2021) (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)
Handel, vervoer en horeca83
Uitzendbureaus22
Cultuur, recreatie,
overige diensten
19
Zakelijke dienstverlening
(excl. uitzendbureaus)
11
Openbaar bestuur6
Onderwijs5
Informatie en
communicatie
4
Bouwnijverheid1
Financiële dienstverlening1
Verhuur en handel
onroerend goed
0
Industrie0
Landbouw en visserij-2
Zorg-3

Toename van het aantal gewerkte uren

Werknemers en zelfstandigen werkten in het derde kwartaal van 2021 in totaal ongeveer 3,4 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 2,1 procent meer dan een kwartaal eerder.

Werkloosheid verder gedaald in derde kwartaal

In het derde kwartaal van 2021 waren er 294 duizend mensen werkloos, 3,1 procent van de beroepsbevolking. Bij werklozen gaat het om mensen zonder betaald werk die hier recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn om aan de slag te gaan (volgens de definitie van de International Labour Organization, ILO). Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2021 daalde het aantal werklozen met 13 duizend. Hiermee daalde de werkloosheid voor het vierde kwartaal op rij. Ondanks de daling was het niveau in het derde kwartaal nog hoger dan voor de coronacrisis, 277 duizend werklozen in het eerste kwartaal van 2020 (3,0 procent). Alleen onder 45- tot 75-jarigen was de werkloosheid lager dan voor de coronacrisis (1,9 versus 2,0 procent). Onder jongeren van 15 tot 25 jaar is het verschil met de situatie net voor de coronacrisis nog het grootst (7,4 versus 6,3 procent).

Meer baanvinders dan baanverliezers

De ontwikkeling van de werkloosheid (-13 duizend personen) is het resultaat van een aantal stromen op de arbeidsmarkt. De werkloosheid groeit doordat werkenden hun baan verliezen en doordat mensen die eerder niet actief waren op de arbeidsmarkt (niet-beroepsbevolking) op zoek gaan naar werk. Omgekeerd vermindert de werkloosheid doordat werklozen werk vinden of zich terugtrekken van de arbeidsmarkt. De afname van de werkloosheid in het derde kwartaal kwam uitsluitend doordat meer mensen vanuit de werkloze beroepsbevolking naar werk stroomden dan andersom. Per saldo daalde de werkloosheid hierdoor met 27 duizend. De stroom vanuit de niet-beroepsbevolking richting werkloosheid (mensen die zonder direct resultaat op zoek gingen naar werk) was groter dan de tegengestelde stroom (mensen die stopten met zoeken en/of niet langer beschikbaar waren). De werkloosheid groeide hierdoor per saldo met 14 duizend personen.

In verband met een herontwerp van de Enquête beroepsbevolking (EBB) is momenteel een beperkt aantal kerncijfers over de beroepsbevolking beschikbaar, namelijk de uitsplitsing naar geslacht en leeftijd. De overige kwartaaltabellen over de beroepsbevolking worden dit kwartaal niet geactualiseerd, maar in februari 2022, tegelijkertijd met cijfers over het vierde kwartaal van 2021. Vanwege de wijzigingen in de vragenlijst van de EBB wordt dan een revisie van de cijfers doorgevoerd. De cijfers naar geslacht en leeftijd worden gereviseerd vanaf 2003 en voor twintig kerncijfers worden er cijfers vanaf 2013 gepubliceerd. De overige cijfers worden gereviseerd voor 2021 en zijn dan niet zonder meer vergelijkbaar met de voorgaande verslagperiodes.

De wijzigingen in de EBB hebben ook hun weerslag op de cijfers over banen, werkzame personen en gewerkte uren van zelfstandigen, zoals die worden gepubliceerd door Arbeidsrekeningen. Deze gegevens kennen daardoor tijdelijk een grotere onzekerheid dan gebruikelijk en worden daarom nu niet naar bedrijfstak gepubliceerd. De cijfers over de zelfstandigen worden in het eerste kwartaal van 2022 herzien en, inclusief de informatie per bedrijfstak, samen gepubliceerd met de cijfers over het vierde kwartaal.