Arbeidsproductiviteit lager in 2020

© Hollandse Hoogte / Novum RegioFoto
De arbeidsproductiviteit van de commerciële sector is in het coronajaar 2020 met 1,8 procent afgenomen ten opzichte van 2019. Dit is veruit de grootste afname sinds de kredietcrisis (2009). In de industrie en de handel nam de arbeidsproductiviteit wel toe. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

De arbeidsproductiviteit is de toegevoegde waarde per gewerkt uur. In ontwikkelde economieën is de toename van de arbeidsproductiviteit op de lange termijn de belangrijkste bron van economische groei. In 2020 nam de toegevoegde waarde van de commerciële sector af met 5 procent, terwijl het aantal gewerkte uren met 3,2 procent afnam. De commerciële sector omvat alle bedrijfstakken behalve de overheid, het onderwijs en de handel van onroerend goed inclusief eigen woningbezit. De omvang bedroeg 80 procent van de totale toegevoegde waarde in 2020.

Arbeidsproductiviteit commerciële sector
jaarArbeidsproductiviteit (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
2009-2,4
20102,2
20110,9
2012-0,4
20130,8
20140,7
20150,6
2016-0,1
20170,6
2018-0,2
20190,0
2020-1,8

Positieve bijdragen van handel en industrie

Binnen de commerciële sector waren er duidelijke verschillen in productiviteit. De bedrijfstakken die te maken kregen met sluiting of op een laag pitje draaiden, droegen negatief bij aan de productiviteitsontwikkeling. Dit waren de horeca, cultuur en recreatie, overige diensten en overige zakelijke dienstverlening, waaronder de reisbranche en beveiliging. Ook de gezondheidszorg en de transport droegen negatief bij. 

De productiviteitsbijdrage was wel positief bij de handel en industrie. Heel kleine groei was er ook bij de zakelijke diensten. Bij de informatie en communicatie en de financiële dienstverlening bleef de bijdrage aan de productiviteitsgroei op 0. Deze nulgroei was het resultaat van een negatieve autonome eigen groei en een positief verschuivingseffect. Doordat deze bedrijfstakken gemiddeld productiever zijn, en hun aandeel in de gewerkte uren toenam, geeft dit verschuivingseffect een positieve bijdrage aan de totale productiviteitsgroei. Echter, deze werd opgeheven door de daling van de eigen arbeidsproductiviteit. De horeca, cultuur, zakelijke dienstverlening en overige dienstverlening droegen sterk negatief bij aan de ontwikkeling van de productiviteit. De negatieve bijdrage werd gedempt doordat er in deze minder productieve bedrijfstak ook minder uren werd gewerkt in 2020. 

Bijdrage aan arbeidsproductiviteitsgroei commerciële sector
BedrijfstakBijdrage eigen productiviteitsgroei binnen bedrijfstak (%-punt)Bijdrage door verschuivende aandelen in gewerkte uren tussen bedrijfstakken (%-punt)Bijdrage arbeidsproductiviteit commerciële sector (saldo) (%-punt)
Horeca, cultuur, overige
zakelijke diensten, overige diensten
-1,860,69
-1,18
Zorg-0,64-0,14
-0,78
Transport-0,540,00
-0,55
Landbouw, delfstoffenwinning,
energie, water en bouw
-0,02-0,03
-0,05
Informatie en communicatie,
financiële dienstverlening
-0,450,47
0,02
Zakelijke dienstverlening0,070,00
0,07
Industrie0,19-0,02
0,17
Handel0,490,01
0,49

Productiviteit neemt af door multifactorproductiviteit en lagere bezettingsgraad

De afname van de arbeidsproductiviteit wordt vooral bepaald door een negatieve multifactorproductiviteit. Dit is het gedeelte van de volumegroei dat niet wordt bepaald door de groei van arbeid of kapitaal. Deze multifactorproductiviteit nam af met 3,7 procent, een sterke daling. Daartegenover stonden stijgingen van kapitaal (1,1 procent) en arbeidscompositie (0,8 procent). Dus meer kapitaal, zoals machines en computers, en gekwalificeerd personeel werden ingezet, maar dit was niet voldoende om de algehele productiviteit te laten stijgen. Sterk bepalend in het coronajaar is de afname van de bezettingsgraad. Het effect hiervan komt terug in de multifactorproductiviteit. Ook in de industrie was dit het geval: hoewel de arbeidsproductiviteit daar toenam, daalde de multifactorproductiviteit.