Grootste krimp consumptie huishoudens ooit gemeten

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© Hollandse Hoogte / Jaco Klamer
Consumenten hebben in maart 6,7 procent minder besteed dan in maart 2019, meldt het CBS. Dit is de grootste krimp van de binnenlandse consumptie door huishoudens die het CBS ooit heeft gemeten. De consumenten gaven vooral minder uit aan diensten en duurzame goederen. De bestedingen aan voedings- en genotmiddelen groeiden daarentegen sterker dan ooit tevoren.

Volgens de CBS Consumptieradar zijn de omstandigheden voor de consumptie in mei ongunstiger dan in maart.

De consumptiecijfers zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen en veranderingen in de samenstelling van de koopdagen.

Binnenlandse consumptie door huishoudens (volume, koopdaggecorrigeerd)
jaarmaand%-verandering (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)
2016april0,8
2016mei1,4
2016juni0,8
2016juli2,1
2016augustus1,2
2016september0,9
2016oktober1,7
2016november2,4
2016december1,6
2017januari3,3
2017februari2,7
2017maart2,2
2017april2,8
2017mei3
2017juni2,7
2017juli2,5
2017augustus2,3
2017september3,3
2017oktober1
2017november2,5
2017december1,7
2018januari1,8
2018februari3,2
2018maart3,1
2018april3,3
2018mei2,2
2018juni2,7
2018juli3
2018augustus2,8
2018september2,2
2018oktober2,3
2018november2,5
2018december2
2019januari1,4
2019februari1
2019maart1,5
2019april1,6
2019mei2,5
2019juni1,4
2019juli1
2019augustus1
2019september1,9
2019oktober1,9
2019november1,6
2019december2,9
2020januari0,5
2020februari0,9
2020maart-6,7

Consument besteedt vooral minder aan diensten en duurzame goederen

De uitgaven aan diensten lagen in maart 11,8 procent lager dan een jaar eerder. Diensten betreffen onder meer een bezoek aan restaurant, kapper, theater, pretpark, sportschool, voetbalwedstrijd en het gebruik van openbaar vervoer, maar ook woninghuur. Aan de meeste diensten werd veel minder besteed dan een jaar eerder, maar aan huisvesting werd iets meer uitgegeven. Aan duurzame goederen werd 7,2 procent minder besteed dan in maart 2019. Huishoudens kochten vooral minder kleding, schoenen en personenauto’s. Zij schaften daarentegen wel meer elektrische apparatuur aan.

Consumenten hebben 9,1 procent meer besteed aan voedings- en genotmiddelen dan in maart 2019. Dit is de grootste groei van de bestedingen aan voedings- en genotmiddelen ooit gemeten. Aan overige goederen, zoals gas en motorbrandstoffen, gaven huishoudens 1,5 procent minder uit dan een jaar eerder. Het energie- en waterverbruik lag weliswaar hoger, maar consumenten hebben veel minder motorbrandstoffen getankt.

Twee weken geleden meldde het CBS dat de detailhandel in maart 3,5 procent meer heeft omgezet dan in maart 2019. Het verkoopvolume lag 2 procent hoger. De foodsector realiseerde een hogere omzet terwijl de omzet van de non-foodsector kromp. Ook deze cijfers zijn gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen.

Binnenlandse consumptie door huishoudens naar categorie (volume, koopdaggecorrigeerd), maart 2020
 %-verandering (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)
Voedings- en genotmiddelen9,1
Overige goederen (w.o. gas en motorbrandstoffen)-1,5
Duurzame goederen-7,2
Diensten-11,8
Totaal-6,7

Omstandigheden voor consumptie in mei ongunstiger dan in maart

Het CBS publiceert elke maand ook over de omstandigheden voor de consumptie in de consumptieradar. De consumptie door huishoudens hangt onder meer samen met de verwachtingen van consumenten, de situatie op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van hun vermogen. De indicatoren in de radar hangen goed samen met de consumptie door huishoudens, maar een verbetering van de omstandigheden betekent niet per se een hogere groei van de consumptie.

Volgens de CBS Consumptieradar zijn de omstandigheden voor de consumptie door Nederlandse huishoudens in mei ongunstiger dan in maart. Dat komt vooral doordat ondernemers in de industrie veel negatiever waren over de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in hun bedrijf. Ook sloeg de jaar-op-jaargroei van de werkzame beroepsbevolking om in een daling. De verwachtingen van consumenten over de toekomstige ontwikkeling van de werkloosheid en hun financiële toekomst waren ook negatiever.

Nooit eerder heeft het CBS zo’n grote krimp van de consumptie door huishoudens gemeten. Het CBS heeft cijfers over de consumptie door huishoudens vanaf 1922, met uitzondering van de periode 1940-1948. De huidige reeks met maandcijfers loopt vanaf 2000. De cijfers van voor die tijd zijn kwartaal- en jaarcijfers. De kwartaal- en jaarcijfers van voor 1995 zijn niet gemaakt volgens het Europees Systeem van Rekeningen (ESR) 2010, de huidige Europese standaard voor de nationale rekeningen. Daarnaast zijn er van de periode voor 1969 alleen cijfers over de nationale consumptie door huishoudens beschikbaar. De nationale consumptie door huishoudens wijkt af van de binnenlandse consumptie door huishoudens, doordat de nationale consumptie door huishoudens de bestedingen van Nederlandse huishoudens in zowel het binnen- als buitenland betreft, terwijl het bij de binnenlandse consumptie gaat om de bestedingen van Nederlandse en buitenlandse huishoudens in Nederland.

De cijfers in dit bericht zijn voorlopig en kunnen worden bijgesteld.