Ondernemersvertrouwen neemt licht toe

© Hollandse Hoogte / marlieswessels.nl
Het ondernemersvertrouwen is in het tweede kwartaal van 2019 iets hoger dan een kwartaal eerder. Na twee kwartalen van afname nam het vertrouwen licht toe. Het tekort aan arbeidskrachten vormt voor een deel van de ondernemers echter nog steeds een belemmering bij de uitoefening van hun bedrijfsactiviteiten. Dit melden het CBS, KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw, MKB-Nederland en VNO-NCW op basis van de Conjunctuurenquête Nederland onder ondernemers in het niet-financiële bedrijfsleven.

Het ondernemersvertrouwen is, na twee kwartalen daling op rij, licht gestegen. De stemmingsindicator van ondernemend Nederland nam met 1,4 punt toe tot 12,0 aan het begin van het tweede kwartaal van 2019. Daarmee ligt het vertrouwen ruim boven het gemiddelde sinds de start van de meting in 2008. Het niveau van het ondernemersvertrouwen ligt echter lager dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar, toen de indicator zich op een historisch hoog niveau bevond.

Ondernemersvertrouwen
JaarKwartaalOndernemersvertrouwen
20084e kwartaal-7,0
20091e kwartaal-24,3
20092e kwartaal-29,7
20093e kwartaal-23,5
20094e kwartaal-13,5
20101e kwartaal-7,1
20102e kwartaal0,5
20103e kwartaal3,4
20104e kwartaal6,1
20111e kwartaal7,2
20112e kwartaal10,1
20113e kwartaal3,2
20114e kwartaal-4,4
20121e kwartaal-6,3
20122e kwartaal-6,8
20123e kwartaal-8,6
20124e kwartaal-9,2
20131e kwartaal-10,7
20132e kwartaal-11,7
20133e kwartaal-8,7
20134e kwartaal-2,7
20141e kwartaal1,6
20142e kwartaal4,7
20143e kwartaal2,9
20144e kwartaal4,9
20151e kwartaal5,6
20152e kwartaal5,4
20153e kwartaal8,7
20154e kwartaal7,4
20161e kwartaal9,3
20162e kwartaal8,8
20163e kwartaal7,9
20164e kwartaal9,2
20171e kwartaal14,7
20172e kwartaal15,5
20173e kwartaal15,9
20174e kwartaal13,4
20181e kwartaal18,1
20182e kwartaal14,2
20183e kwartaal15,0
20184e kwartaal13,4
20191e kwartaal10,6
20192e kwartaal12,0
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW
de horizontale lijn geeft het langjarig gemiddelde weer

Weer meeste vertrouwen in bouw

In de meeste bedrijfstakken waar de vertrouwensindicator hoger is dan het gemiddelde ondernemersvertrouwen, neemt het vertrouwen af. In de bedrijfstakken waarin de indicator lager is dan gemiddeld, neemt het vertrouwen in de meeste gevallen daarentegen toe. Over het algemeen zijn de verschillen tussen de bedrijfstakken dus kleiner dan in het voorgaande kwartaal.

Het vertrouwensniveau onder de ondernemers in de bouw is in het tweede kwartaal met 27,8 minder hoog dan een kwartaal eerder. Desondanks is het vertrouwen in die bedrijfstak voor het elfde kwartaal op rij het grootst van alle bedrijfstakken. Ook bij de ondernemers in de bedrijfstakken informatie en communicatie, groothandel en zakelijke dienstverlening is het vertrouwen bovengemiddeld. In de bedrijfstak vervoer en opslag verbeterde het vertrouwen fors; van licht negatief in het eerste kwartaal naar 8,4 in het tweede kwartaal en herstelde daarmee van de terugval een kwartaal eerder. Ook in de detailhandel herstelde het vertrouwen van een terugval in het voorgaande kwartaal en kwam uit op 10,9. In de delfstoffenwinning en de autohandel en –reparatie is de indicator negatief.

Ondernemersvertrouwen, bedrijfstakken
Ondernemersvertrouwen bedrijfstakken2019, 2e kwartaal2019, 1e kwartaal
Niet-financieel bedrijfsleven12,010,6
Bouwnijverheid27,831,2
Informatie en communicatie17,913,7
Groothandel en handelsbemiddeling13,415,3
Zakelijke dienstverlening13,017,1
Detailhandel (niet in auto's)10,94,9
Horeca8,611,9
Vervoer en opslag8,4-0,2
Verhuur en handel van onroerend goed7,23,5
Industrie6,75,8
Delfstoffenwinning-1,04,4
Autohandel en -reparatie-5,3-5,1
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW

Tekort arbeidskrachten houdt aan

In het tweede kwartaal belemmert een tekort aan arbeidskrachten één op de vier bedrijven bij de uitoefening van de bedrijfsactiviteiten. Sinds medio 2018 ligt het aandeel bedrijven dat hiermee te maken heeft onafgebroken rond de 25 procent. Ondanks het krappe aanbod van arbeidskrachten verwacht per saldo 10 procent van de ondernemers in het tweede kwartaal het personeelsbestand te kunnen uitbreiden.

Een tekort aan arbeidskrachten wordt het meest genoemd door ondernemers in de zakelijke dienstverlening (34 procent). Binnen de zakelijke dienstverlening zijn echter grote verschillen in het ervaren personeelstekort. Zo ervaart meer dan de helft van de uitzendbureaus en van de beveiligingsbedrijven een tekort aan arbeidskrachten, terwijl slechts één op de 14 reisbureaus een tekort aan arbeidskrachten ondervindt. Ook in de bedrijfstakken informatie en communicatie, horeca, vervoer en opslag alsmede de bouw is het personeelstekort in het tweede kwartaal bovengemiddeld en in de horeca en de bouw zelfs groter dan een kwartaal eerder. Een tekort aan arbeidskrachten wordt door de ondernemers in de delfstoffenwinning het minst genoemd (8,5 procent).

Bedrijven met tekort aan arbeidskrachten
Bedrijfstakken2019, 2e kwartaal (%)2019, 1e kwartaal (%)
Niet-financieel bedrijfsleven24,024,1
Zakelijke dienstverlening33,933,9
Informatie en communicatie31,233,0
Horeca29,427,7
Vervoer en opslag28,933,8
Bouwnijverheid26,524,0
Autohandel en -reparatie22,323,7
Industrie19,318,9
Groothandel en handelsbemiddeling18,017,5
Verhuur en handel van onroerend goed17,617,9
Detailhandel (niet in auto's)12,714,3
Delfstoffenwinning8,59,9
Bron: CBS, EIB, KVK, MKB-Nederland, VNO-NCW

Dit is een gezamenlijke publicatie van:

logobalk