Meer warmtepompen die werken op buitenlucht

© ANP
In 2017 werden 80 duizend warmtepompen geïnstalleerd die warmte van de buitenlucht benutten. Dit zijn er 10 duizend meer dan een jaar eerder. Vooral het aantal pompen die verbonden zijn aan verwarmingssystemen op basis van water is sterk gestegen. Buitenluchtwarmte is goed voor ruim 2 procent van het eindverbruik van hernieuwbare energie in 2017. Dit meldt het CBS in de publicatie Hernieuwbare energie in Nederland 2017.

Warmte uit de buitenlucht kan gebruikt worden om gebouwen te verwarmen met een warmtepomp. Het principe is hetzelfde als bij pompen die gebruikmaken van bodemwarmte. Eind 2017 waren in Nederland 394 duizend warmtepompen opgesteld die gebruik maken van buitenlucht en 55 duizend die gebruik maken van bodemwarmte.

De meeste warmtepompen die warmte uit de buitenlucht benutten zijn gekoppeld aan luchtverwarmingssystemen, vaak geïntegreerd in koelsystemen (airco’s). Steeds vaker worden warmtepompen met buitenlucht echter gekoppeld aan verwarmingssystemen op basis van water, vooral in woningen.

Bijgeplaatste warmtepompen die gebruikmaken van buitenluchtwarmte
 Afgifte aan luchtverwarming (* 1 000)Afgifte aan waterverwarming (* 1 000)
201332,8534,633
201439,5294,499
201543,5415,635
201658,61611,126
201760,16819,858

Besparing van verbruik fossiele energie

Door gebruik te maken van buitenluchtwarmte hoeft er minder aardgas verstookt te worden voor verwarming van binnenruimten. Daar staat tegenover dat de warmtepompen ook elektriciteit verbruiken die (grotendeels) is opgewekt met fossiele brandstoffen. Per saldo leiden de warmtepompen op buitenlucht tot een besparing op het verbruik van fossiele energie van 900 terajoule (1 terajoule is gelijk aan 1*1012 joule). Dit is 30 procent meer dan in 2016 en twee keer zo veel als in 2015.

Vermeden verbruik van fossiele energie door gebruik buitenluchtwarmte
 Vermeden verbruik van fossiele energie door gebruik buitenluchtwarmte (terajoule)
2013316
2014355
2015439
2016697
2017892

Vermeden emissie CO2 negatief

Zetten we de CO2-uitstoot die gepaard gaat met de elektriciteitsopwekking voor warmtepompen af tegen de uitstoot die is vermeden doordat er minder aardgas is verstookt, dan valt de balans licht negatief uit. Dat wil zeggen: met de huidige mix van brandstoffen en verbrandingsrendementen waarmee elektriciteit gemaakt wordt, is de CO2-uitstoot iets hoger dan wanneer aardgas gestookt zou zijn in een verwarmingsketel.

Weinig bekend over daadwerkelijke energieprestaties van warmtepompen

De besparing op het verbruik van fossiele energie en de vermeden CO2-uitstoot hangt sterk af van de energieprestatiefactor van warmtepompen. Voor deze factor maakt het CBS gebruik van een vast getal, gebaseerd op een Europees Richtsnoer. Over de gemiddelde energieprestatie van warmtepompen in de praktijk in Nederland is weinig bekend. Cijfers over de besparing op fossiele energie en de vermeden emissie van CO2 zijn dus erg onzeker.

Rapport Hernieuwbare energie 2017

Vandaag publiceert het CBS in het jaarrapport Hernieuwbare Energie in Nederland 2017 de ontwikkelingen op het gebied van hernieuwbare energie voor warmte, elektriciteit en vervoer. Deze publicatie geeft structuur aan de grote hoeveelheid cijfers over hernieuwbare energie.

In mei publiceerde het CBS al dat het aandeel hernieuwbare energie in het totale energieverbruik is gestegen van 6,0 procent in 2016 naar 6,6 procent in 2017. Verreweg de grootste bron van hernieuwbare energie is biomassa; het energieverbruik uit deze bron nam in 2017 met 8 procent toe. Het energieverbruik uit zon en wind nam dat jaar toe met respectievelijk 31 en 15 procent. Het energieverbruik uit de bronnen bodem en buitenlucht steeg met gemiddeld 13 procent.

Hernieuwbare energie wordt aangewend voor warmte, elektriciteit en vervoer. In 2017 was bijna de helft van het verbruik van hernieuwbare energie bestemd voor warmte, 43 procent voor elektriciteit en 9 procent voor vervoer. Het verbruik van hernieuwbare energie voor warmte en voor elektriciteit was ongeveer 10 procent hoger dan in 2016. Het verbruik van vloeibare biobrandstoffen was ongeveer 30 procent hoger.