Nederlandse economie vergroent, maar niet op elk vlak

© Hollandse Hoogte

Erratum:

In het laatste deel van de eerste alinea is de zin ‘doordat er steeds meer vrije-uitloopkippen komen’ onjuist, dit moet zijn ‘doordat er steeds meer kippen gehuisvest zijn in scharrel- en volière-stallen.’
De Nederlandse economie wordt steeds groener. De productieprocessen van bedrijven zijn schoner geworden en verbruiken naar verhouding minder grondstoffen. Ook zijn de productie en de werkgelegenheid van de bedrijven die milieugoederen en -diensten maken gestegen. De biodiversiteit en milieukwaliteit van de leefomgeving (bijvoorbeeld de waterkwaliteit) blijven echter achter. Dit blijkt uit cijfers van het CBS in de nieuwe publicatie Groene Groei, waarin ontwikkelingen van milieu-indicatoren in de periode 2000–2016 worden geëvalueerd.

Ontwikkeling indicatoren groene groei, 2000-2016
 Positief (% indicatoren)Neutraal (% indicatoren)Negatief (% indicatoren)
Economische kansen100,00,00,0
Milieu-efficiëntie85,714,30,0
Grondstoffenefficiëntie62,537,50,0
Natuurlijke hulpbronnen37,537,525,0
Milieukwaliteit van het leven33,366,70,0
Groene beleidsinstrumenten28,628,642,9

Milieu-efficiëntie bedrijven verbeterd

De milieu-efficiëntie van de Nederlandse economie is verder verbeterd. Terwijl de economie groeide zijn vrijwel alle indicatoren voor emissies naar water en lucht en de afvalproductie gedaald. Een voorbeeld hiervan is de emissie van fijnstof (Pm10). Tussen 2000 en 2016 zijn deze emissies met 41 procent gedaald, terwijl de Nederlandse economie met 21 procent groeide. De afname van de emissie van fijnstof is vooral te danken aan nationale en Europese milieuregelgeving, die hebben geleid tot procesaanpassingen in de industrie, een toename van het gebruik van filters en de productie van auto’s die voldoen aan hogere emissie-eisen. De daling van de fijnstofemissies vond in vrijwel alle economische sectoren plaats, alleen in de landbouwsector steeg de uitstoot met 3 procent. Dit hangt samen met de sterk toegenomen emissies van pluimveebedrijven doordat er steeds meer vrije-uitloopkippen komen. In andere landbouwsectoren daalden de fijnstofemissies. 

Fijnstofemissies
 2000 (mln kg)2005 (mln kg)2010 (mln kg)2016 (mln kg)
Landbouw6,86,56,87
Industrie13,510,28,17,5
Vervoer en opslag18,217,111,59,2
Overige sectoren8,57,45,43,9

Beleidsinstrumenten niet groener

Om groene groei te stimuleren zet de overheid verschillende beleidsinstrumenten in, zoals milieubelastingen, milieusubsidies en milieuregelgeving. Het aandeel van milieusubsidies in de totale overheidsuitgaven lag in de periode 2005–2015 steeds rond 0,6 procent. Wel is het budget voor de belangrijkste subsidieregeling voor hernieuwbare energie (SDE) tussen 2011 en 2016 vervijfvoudigd. De opbrengsten van de milieubelastingen en -heffingen stegen de afgelopen jaren minder hard dan de inkomsten uit andere belastingen. Het aandeel van de belastingen op energieverbruik (energiebelasting, accijns op motorbrandstoffen) is min of meer gelijk gebleven terwijl het aandeel belastingen dat is gerelateerd aan vervoer (BPM, motorrijtuigenbelasting) is gedaald. Binnen Europa heeft Nederland een relatief hoog aandeel aan milieubelastingen in de totale belastingen en sociale premies.

Milieubelastingen en - heffingen
 Totaal milieubelastingen (% in totale belastinginkomsten en ontvangen sociale premies)Belastingen op energieverbruik (% in totale belastinginkomsten en ontvangen sociale premies)Belastingen op verkeer/vervoer (% in totale belastinginkomsten en ontvangen sociale premies)
20009,44,63,5
20019,54,83,4
20029,34,73,2
20039,54,93,3
20049,95,13,4
200510,15,33,5
2006105,23,5
20079,54,73,5
20089,64,93,3
2009105,33,2
20109,85,33,2
20119,75,23,1
20129,252,8
20139,15,32,6
201495,12,7
2015952,8
20168,74,92,6