Consumentenprijzen 1,1 procent hoger dan jaar eerder

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
Consumenten betaalden in juni 1,1 procent meer voor goederen en diensten dan in juni 2016, meldt het CBS. In mei was de prijsstijging ten opzichte van een jaar eerder even hoog.

De consumentenprijsindex (CPI) is één van de inflatie-indicatoren die is opgenomen in het prijzendashboard. Hierin staan ook andere inflatie-indicatoren zoals de prijsindex bestaande koopwoningen en de in- en uitvoerprijzen van de industrie.

Stijging van consumentenprijzen onveranderd

De stijging van de consumentenprijzen was in juni gemiddeld even hoog als in mei. De prijsontwikkeling van vakanties in het buitenland en van het verblijf in Nederlandse bungalowparken hadden een opwaarts effect op de ontwikkeling van de consumentenprijzen. Daarentegen ging benzine in juni op jaarbasis minder sterk in prijs omhoog dan in mei. Ook de prijsstijging van goederen en diensten die Nederlanders in het buitenland kochten, nam af.

CPI; belangrijkste bijdragen aan de jaarmutatie
 Mei 2017Juni 2017
Totaal1,11,1
Huisvesting, water
en energie
0,410,42
Voedingsmiddelen en
alcoholvrije dranken
0,290,32
Horeca0,210,24
Consumptie in het
buitenland
0,210,13
Recreatie en cultuur-0,010,12
Diverse goederen en
diensten
0,060,1
Vervoer0,220,05
Kleding en schoeisel-0,16-0,11
Communicatie-0,19-0,23

In de eurozone nam de prijsstijging iets af

Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde prijsindex (HICP).

De prijsstijging van goederen en diensten in Nederland volgens de HICP nam toe van 0,7 procent in mei naar 1,0 procent in juni. In de eurozone daalde deze van 1,4 procent naar 1,3 procent.

De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid.

De HICP houdt in tegenstelling tot de CPI geen rekening met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de prijsontwikkeling van huurwoningen.