Bijna 73 duizend mensen erbij in 2014: meer immigranten, meer baby's

© Hollandse Hoogte

In 2014 is het groeitempo van de Nederlandse bevolking weer toegenomen. Vorig jaar kwamen er bijna 73 duizend personen bij. De immigratie is verder opgelopen tot 181 duizend, een record. Het aantal mensen dat Nederland verliet is ongeveer gelijk gebleven. Daarnaast nam het aantal geboorten voor het eerst in vijf jaar weer toe. Dit maakt het CBS vandaag bekend.

Niet eerder zoveel immigranten

In 2014 groeide de Nederlandse bevolking weer sneller dan in voorgaande jaren. Dit is voor een belangrijk deel het gevolg van een toegenomen immigratie, die met ruim 181 duizend personen een nieuwe recordhoogte bereikte. Halverwege het jaar constateerde het CBS al dat meer mensen zich in Nederland vestigen. Deze ontwikkeling heeft zich in de tweede helft van het jaar doorgezet.
Het aantal mensen dat ons land verliet is ongeveer gelijk gebleven ( 144 duizend). Per saldo kwamen er door buitenlandse migratie ruim 37 duizend personen bij, bijna een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar.

Meer Polen en Roemenen

De meeste immigranten, 24 duizend personen, waren van Poolse herkomst. Zij vormden in 2014 zelfs een grotere groep dan de autochtone immigranten (bijna 22 duizend). Veel Poolse migranten verlaten Nederland ook weer, maar per saldo kwamen er bijna 12 duizend Polen bij. Inmiddels zijn de Polen in omvang de vijfde groep immigranten, na ingezetenen die in Turkije, Marokko, Suriname en Indonesië geboren zijn.
Polen komen vaak naar Nederland om te werken. Zij hebben daar sinds 2007 geen werkvergunning meer voor nodig. Afgelopen jaar kwamen er ook meer Roemenen in Nederland wonen.  Vanaf 1 januari 2014 kunnen ook zij zonder werkvergunning hier aan het werk. Het aantal Bulgaarse immigranten, voor wie dit ook geldt, is echter minder sterk toegenomen. Omdat Poolse, Roemeense en Bulgaarse werknemers zich niet altijd in hoeven te schrijven bij een Nederlandse gemeente is hun aantal in Nederland overigens  groter dan uit de bevolkingsregistraties blijkt.

Ook meer Syriërs naar Nederland

Vanaf de tweede helft van 2013 is het aantal mensen dat in Nederland asiel aanvraagt gegroeid. Dit zijn voornamelijk Syriërs. In 2014 hebben zich dan ook meer Syriërs bij een gemeente ingeschreven dan een jaar geleden (8,5 duizend). Ook het relatief grote aantal asielverzoeken van Eritreeërs  is in het aantal inschrijvingen terug te zien. Dit waren er zo’n 2 duizend tegenover bijna 500 in 2013.

Vooral westerse allochtonen emigreren

Het aantal emigranten uit Nederland is sinds de eeuwwisseling geleidelijk gestegen, op een daling rond 2008 na. Vanaf die periode nam vooral het aantal westers allochtone emigranten toe. Ook hierbinnen vormen Polen al enkele jaren de grootste groep, gevolgd door personen van Duitse herkomst.  De emigratie van autochtonen hield aanvankelijk gelijke tred met de totale emigratie, maar is sinds 2009 niet meer toegenomen. Sindsdien  emigreren er ongeveer 30 duizend autochtonen per jaar.

Einde aan daling geboorten

Sinds 2009 zijn er elk jaar minder kinderen geboren. In 2013 was het aantal geboorten gedaald tot het niveau van begin jaren tachtig, 171,3 duizend. In 2014 liep het aantal geboorten voor het eerst weer op. Hier lijkt sprake van een inhaalslag: vrouwen die het krijgen van kinderen eerder uitstelden door de ongunstige economische situatie, beginnen nu alsnog aan kinderen. Vooral het aantal vrouwen van net boven de dertig dat een kind kreeg, was in 2014 relatief hoog. Jongere vrouwen lijken daarentegen nog niet aan een inhaalslag te zijn begonnen.

Sterfte vrijwel gelijk gebleven

Het aantal personen dat overleed lag in 2014 iets lager dan in 2013. Vooral aan het begin van het jaar was het sterftecijfer laag. In de laatste maanden van het jaar overleden echter naar verhouding veel mensen, waardoor de totale sterfte uiteindelijk slechts 2 duizend lager uitkwam dan in 2013. De hoge sterfte hield ook in januari 2015 nog aan. In dezelfde periode was sprake van een griepepidemie. In welke mate deze heeft bijgedragen aan de hogere sterfte is niet precies vast te stellen.
In totaal kwamen er door natuurlijke aanwas ruim 35 duizend personen bij. Dat is 5 duizend meer dan in 2013. Het saldo van geboorte en sterfte is echter nog altijd laag ten opzichte van eerdere jaren.

Groei in de Randstad

De bevolking groeide niet overal even snel. Met name de Randstadagglomeraties groeien meer dan gemiddeld. Het sterkst is de groei in de agglomeratie Amsterdam. De groei wordt vooral bepaald door natuurlijke aanwas en instroom vanuit het buitenland. Dat geldt nog sterker voor de agglomeratie Den Haag. Voor beide regio’s geldt dat vooral migranten uit Oost-Europa bijdragen aan de groei. De agglomeratie Haarlem daarentegen groeit vooral doordat er meer mensen naar Haarlem verhuizen dan er wegtrekken.

In negen agglomeraties is het inwoneraantal achteruitgegaan. Delfzijl kromp in 2014 het hardst, met meer dan driekwart procent.  In de vijf gebieden met de grootste bevolkingskrimp is het aantal overledenen groter dan het aantal levendgeborenen. Opmerkelijk is dat het saldo van de buitenlandse migratie in alle vijf gebieden positief is. Het hoge cijfer voor Delfzijl komt door de daar gevestigde asielzoekerscentra. De negatieve binnenlandse migratie heeft daar ook grotendeels mee te maken. Asielzoekers moeten na een bepaalde periode van verblijf in het asielzoekerscentrum elders in het land ondergebracht worden. Meer algemeen bestaat in landelijke gebieden een netto uitstroom naar meer stedelijke gebieden.

Technische toelichting