De Nederlandse economie 2010

Vandaag verschijnt de publicatie De Nederlandse economie 2010. Hierin analyseert het CBS actuele ontwikkelingen op het terrein van onder meer  productie, investeringen, internationale handel, consumptie, inflatie en de arbeidsmarkt. Daarnaast komt een aantal economische thema’s aan bod, zoals de Europese schuldencrisis, een vergelijking tussen de Nederlandse en de Duitse economie, en de aardgaswinning in Nederland.
De publicatie wordt overhandigd aan minister De Jager van Financiën door de heer Van der Veen, directeur-generaal van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Export motor achter economisch herstel

De Nederlandse economie heeft in 2010 met een groei van 1,7 procent ongeveer de helft van de historische krimp in 2009 goedgemaakt. De groei werd voornamelijk gedragen door de aangetrokken export. Door het herstel van de economie stegen ook de belastinginkomsten en werd het overheidstekort iets teruggedrongen. De overheidsschuld nam echter nog wel toe en zowel de schuld als het tekort voldeed ook in 2010 nog niet aan de EMU-normen.

Uniforme kapitaalmarktrente creëerde zeepbel

Na de invoering van de euro was de rente op staatsobligaties binnen de eurozone naar elkaar toegegroeid, omdat beleggers ervan uitgingen dat het risico op staatsobligaties vergelijkbaar was geworden. Voor veel landen betekende dit dat er veel goedkoper geld geleend kon worden. Achteraf blijkt dat hierdoor in sommige landen van de eurozone een zeepbel is gecreëerd. Door de financiële crisis kwam er abrupt een einde aan de instroom van kapitaal en raakten enkele landen in de problemen.

Ondervonden inflatie wijkt vaak af van het gemiddelde

Het officiële inflatiecijfer vormt een gemiddelde voor verschillende bevolkingsgroepen, verschillende verkooppunten en zichtbare en minder zichtbare producten. Tussen bevolkingsgroepen en tussen verkooppunten bestaan vaak grote verschillen. Ook kan de prijsontwikkeling tussen zichtbare producten, die frequent worden aangeschaft, en minder zichtbare producten sterk uiteenlopen. Door dit alles kan het beeld dat individuen hebben van de inflatie sterk verschillen van wat het officiële cijfer aangeeft.

Aandeel dienstverlening niet verder toegenomen

Het aandeel van de dienstverlening in de totale toegevoegde waarde is sinds de millenniumwisseling licht afgenomen. Hiermee lijkt aan de opmars van de dienstensector een einde te zijn gekomen. De dienstensector groeide onder meer doordat de industrie en andere bedrijfstakken diensten inhuurden bij de productie. Sommige van deze diensten (zoals schoonmaak en beveiliging) verrichtten zij daarvóór zelf. Na de millenniumwisseling stopte het proces van verdere uitbesteding aan Nederlandse dienstverleners. Wel werden steeds meer diensten uit het buitenland ingevoerd.

Export naar Azië geeft Duitsland voorsprong op Nederland

In 2010 bleek dat de Duitse economie sneller en krachtiger uit de crisis was gekomen dan de Nederlandse. Beide landen volgden de afgelopen zestig jaar min of meer dezelfde economische ontwikkeling. Na 1990 werden de Duitse prestaties echter sterk negatief beïnvloed door de hereniging met het economisch zwakkere Oost-Duitsland. Nederland wist in dezelfde periode haar economie te versterken en overtrof de economische groei van Duitsland. Maar terwijl Duitsland met name in Azië nieuwe afnemers vond voor haar producten, bleef Nederland vooral gericht op de beschermde Europese markt. In 2010 lijkt die ontwikkeling in het voordeel van Duitsland te zijn uitgevallen.

Aardgas blijft belangrijk na opraken eigen voorraden

Door het opraken van het aardgas binnen enkele decennia valt voor Nederland een belangrijke inkomstenbron weg. Momenteel draagt aardgas ruwweg 3 procent bij aan het bbp. Niet alleen zal het opraken van het aardgas een financiële aderlating betekenen, ook zal Nederland zich moeten herbezinnen op haar energievoorziening. Gezien de steeds makkelijkere beschikbaarheid en de grote buitenlandse voorraden lijkt het er op dat aardgas hier een grote rol blijft spelen, lang nadat onze eigen voorraden zijn opgebruikt. Op deze wijze kan Nederland gebruik blijven maken van de al aanwezige gasinfrastructuur. Via een rol in de Europese gasvoorziening kan Nederland bovendien aan de aardgashandel blijven verdienen.

Nederlandse goederenvervoer ondervindt heftige concurrentie

Nederland doet op de verschillende vervoersgebieden nog steeds volop mee, maar ondervindt wel steeds heftiger concurrentie. Zo heeft Rotterdam nog altijd de grootste haven van Europa, maar is het wereldwijd gezakt naar de vierde plaats. Bij het goederenvervoer over de weg van en naar Nederland rukken buitenlandse ondernemingen op, al domineren Nederlandse transporteurs nog altijd de markt. Bij de binnenvaart nam het aandeel van Nederlandse binnenvaartschepen juist toe. In de luchtvaart hoort Nederland (en dan vooral Schiphol) bij de Europese top vijf, zowel bij het vervoeren van passagiers als van vracht.

De PDF bevat het volledige persbericht.

Bron:

De Nederlandse economie 2010