Herstel bospaddenstoelen blijft uit

De neerslag van stikstof en zwavel uit de lucht is de laatste jaren afgenomen. Toch komen er in de Nederlandse bossen sinds 2000 steeds minder paddenstoelen voor. Vooral de soorten die gevoelig zijn voor stikstof zijn in aantal gedaald. De paddenstoelen die ongevoelig zijn voor een toename van de stikstof of daar positief op reageren, gaan iets minder achteruit.

Bospaddenstoelen

Bospaddenstoelen

Groot deel paddenstoelen dreigt te verdwijnen

Er komen in Nederland circa 3 500 soorten paddenstoelen voor. Circa 500 soorten staan als bedreigd of ernstig bedreigd op de Rode lijst van paddenstoelen. Bijna 200 soorten zijn al verdwenen.

Paddenstoelen vervullen belangrijke functies. Zij breken organisch materiaal af en maken voedingsstoffen beschikbaar voor bomen. Het verdwijnen van paddenstoelen bedreigt dan ook de levenskansen van andere planten en dieren.

Hoog niveau van vervuiling

Vermesting en verzuring zijn de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang van paddenstoelen. Hoewel het niveau van deze vervuilende stoffen vanaf 1981 aanmerkelijk is gedaald, hebben paddenstoelen in de periode 2000–2006 niet van deze daling kunnen profiteren. Het huidige niveau van vervuiling is voor veel soorten nog steeds hoog vergeleken met natuurlijke omstandigheden. Bovendien daalt het niveau de laatste jaren niet meer zo sterk.

De kwaliteit van het bodemleven in bossen is bovendien nog steeds niet helemaal hersteld, waardoor paddenstoelen en planten nog niet optimaal kunnen profiteren van de vermindering van de neerslag van vermestende en verzurende stoffen.

Toe- en afname van paddenstoelen

Toe- en afname van paddenstoelen

Bodemverstoring

Bodemverstoring en verruiging zijn een tweede oorzaak van de achteruitgang. Sinds 1999 heeft in 25 procent van de meetpunten van het Meetnet een grote verstoring plaatsgevonden. Graven, het rijden met zware machines, het dumpen van bagger, hondenpoep en het strooien van houtsnippers zijn veel voorkomende verstoringen. De meeste van deze verstoringen leiden, al dan niet tijdelijk, tot hogere stikstofgehaltes in de bodem.

Lodewijk van Duuren (CBS) en Mirjam Veerkamp (Nederlandse Mycologische Vereniging)

Bron:
Natuur- en milieucompendium