Veel stakers, korte stakingen

In 1999 werd bij 24 arbeidsgeschillen gestaakt. In totaal waren minstens 59 000 werknemers bij de stakingsacties betrokken. Slechts drie keer in de afgelopen dertig jaar lag dit aantal hoger.

Toch was er geen sprake van grote arbeidsonrust. Gemiddeld waren de stakingen vrij kort, waardoor het aantal verloren arbeidsdagen in 1999 beperkt bleef. In totaal gingen vorig jaar bijna 76 000 arbeidsdagen door staking verloren.

Over de afgelopen dertig jaar bezien komt 1999 daarmee op de dertiende plaats. Nog maar enkele jaren eerder, in 1995, werd een naoorlogs record gevestigd. In dat jaar werd maar liefst 691 000 arbeidsdagen gestaakt, dat is meer dan 2 500 arbeidsjaren.

Werkstakingen in 1999

De staking in het onderwijs van begin vorig jaar was de grootste van 1999. Toen legden 44 100 werknemers het werk gemiddeld een dag stil. Daarmee is de onderwijsstaking goed voor 75% van de stakende werknemers en voor bijna 60% van de niet gewerkte dagen.

Door staking verloren arbeidsdagen naar sector

Ook bij de rest van de overheid werd enkele malen naar het stakingsmiddel gegrepen. Buiten het onderwijs staakten ambtenaren gemiddeld iets meer dan een dag: 8 700 stakers waren goed voor 8 900 niet gewerkte arbeidsdagen. In de bouw werd door minder mensen gestaakt, maar de gemiddelde stakingsduur was langer. In deze bedrijfstak waren 2 700 werknemers verantwoordelijk voor 17 700 niet gewerkte arbeidsdagen. In de industrie werd 4 200 arbeidsdagen gestaakt door 1 900 werknemers. Kleinere stakingen kwamen voor in de transportsector en bij de zakelijke dienstverlening.

Rob Kuijpers