Groei flexwerk vlakt af

In het tweede kwartaal van dit jaar telde ons land 804 000 banen van werknemers met een flexibel arbeidscontract. Daarmee maakte flexwerk 12,3% van het aantal banen van werknemers uit. Tot deze flexwerkers zijn alle gerekend werknemers met een contract van minder dan één jaar – daaronder vallen bijvoorbeeld uitzendkrachten – en werknemers die een wisselend aantal uren per week werken, zoals oproepkrachten. Werknemers in tijdelijke dienst met uitzicht op een vaste aanstelling en freelancers worden niet tot de flexwerkers gerekend.

Toename voltijdbanen

De groei van het flexsegment op de arbeidsmarkt vlakt af. Tussen 1993 en 1996 nam het aandeel van flexwerk sterk toe, maar vanaf 1996 groeit het in een lager tempo. Sindsdien schommelt het aandeel van flexwerk rond de 12%.

Het is nog te vroeg om te kunnen zeggen of de groei van het flexwerk voorbij is. Opmerkelijk is wel dat de laatste tijd het aantal voltijdbanen sterk toeneemt. De groei van het flexwerk lijkt te worden overgenomen door een groei van het werken in voltijd.

Aandeel flexbanen in totaal aantal banen van werknemers

Aandeel flexbanen in totaal aantal banen van werknemers

Uitzendkrachten

Uitzendkrachten vormen een belangrijke groep binnen het flexsegment van de arbeidsmarkt. In 1997 werd ongeveer een derde van de flexbanen vervuld door uitzendkrachten. In het derde kwartaal van dit jaar lag het aantal uitzenduren echter slechts 4% hoger dan in hetzelfde kwartaal van 1997. Dat kan erop wijzen dat de groei van het uitzendwerk over het hoogtepunt heen is. Hiertegenover staat een toenemende groei van detachering.

André Dickmann