Langdurige daling criminaliteit ten einde?
Over deze publicatie
Dit artikel beschrijft recente ontwikkelingen van de criminaliteit in Nederland. De nadruk ligt op de vraag of de daling van de criminaliteit ten einde is. Uit het artikel komt het beeld naar voren dat de langdurige daling van de criminaliteit, die begon na de eeuwwisseling, de laatste jaren niet is doorgezet. De belangrijkste bevindingen zijn:
- De door de politie geregistreerde criminaliteit is tot 2018 gedaald, maar is sindsdien ongeveer gelijk gebleven.
- Het door mensen zelf gerapporteerde slachtofferschap van misdrijven daalde tot 2021, maar steeg tussen 2021 en 2023 weer.
- Het aantal ingeschreven rechtbankstrafzaken en het aantal beslissingen door het OM volgde ook een dalende trend die na 2018 ten einde was. Het aantal eindbeslissingen door de rechter daalde tot 2020, en steeg sindsdien.
- De aantallen geregistreerde vermogensmisdrijven, vernielingen, geweldsmisdrijven en drugsmisdrijven volgden dalende trends tot 2018, en blijven daarna rond hetzelfde niveau. Het aantal misdrijven tegen de openbare orde en het aantal wapenmisdrijven stegen na 2017. Dit hing samen met een nieuwe manier van registreren door de politie. Het aantal geregistreerde seksuele misdrijven lag in 2024 hoger dan in 2010.
1. Inleiding
De geregistreerde criminaliteit in Nederland is lange tijd gedaald. Eerder schreef De Jong (2018) in “Het mysterie van de verdwenen criminaliteit” over de langetermijnontwikkeling van de criminaliteit in Nederland. Het aantal geregistreerde misdrijven steeg van 13 naar 81 per duizend inwoners tussen de vroege jaren zestig en het begin van de jaren tachtig. Op het hoogtepunt, net na de eeuwwisseling, registreerde de politie voor elke duizend inwoners 93 misdrijven. Daarna daalde de geregistreerde criminaliteit, naar 49 misdrijven per duizend inwoners in 2017. Verschillende indicatoren, zoals ervaringen van burgers uit slachtofferenquêtes en het aantal slachtoffers van moord en doodslag, wezen er ook op dat de criminaliteit daalde vanaf het begin van deze eeuw (De Jong, 2018).
De Jong (2018) onderzocht de mogelijke oorzaken van de dalende criminaliteit. Waarschijnlijk speelden meerdere dingen een rol. Er kwam meer aandacht voor preventie zoals alarminstallaties in huis. Demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing hadden invloed: ouderen plegen minder misdrijven. Ten slotte daalde criminaliteit gerelateerd aan drugsgebruik. In de jaren tachtig werden met name gebruikers van heroïne verantwoordelijk gehouden voor een groot deel van de fietsendiefstal en auto-inbraken. Zo’n dertig jaar later waren veel verslaafden afgekickt of overleden.
Dit artikel beschrijft recente ontwikkelingen van de criminaliteit in Nederland. Na 2018 is de daling in de geregistreerde criminaliteit niet onverminderd doorgezet (CBS, 2025a). Het aantal geregistreerde misdrijven schommelt sinds 2018 rond hetzelfde niveau, ondanks dat de vergrijzing nog elk jaar toeneemt (CBS, 2025b), en dat het nemen van preventieve maatregelen of voorzieningen in en rond de woning niet afnam tussen 2021 en 2023 (Akkermans et al., 2024). Ook blijkt uit enquêteresultaten dat het aantal mensen dat aangaf slachtoffer te zijn geweest van traditionele criminaliteit zoals geweld, diefstal en vernielingen, na 2021 voor het eerst weer is toegenomen na een jarenlange daling (CBS, 2024a). Naar aanleiding van die recente ontwikkelingen ligt in dit artikel de nadruk op de vraag: is de daling van de criminaliteit ten einde?
Dit artikel beantwoordt deze vraag vanuit verschillende invalshoeken, op basis van cijfers die het CBS eerder publiceerde. Er worden verschillende bronnen gebruikt, zoals de geregistreerde criminaliteit, slachtofferenquêtes en cijfers over de rechtspraak. Ook wordt dieper ingegaan op verschillende soorten criminaliteit. Waar mogelijk wordt steeds gekeken vanaf 2010. Wijzen alle bronnen op stabilisatie, en is dit bij alle soorten criminaliteit het geval? Of zijn er verschillen te zien?
2. Bronnen en begrippen
2.1 Gebruikte bronnen
Een belangrijke bron om de aard, omvang en ontwikkeling van de criminaliteit te meten is de geregistreerde criminaliteit. Dit zijn misdrijven die de politie registreert, bijvoorbeeld na een melding of wanneer de politie zelf een misdrijf constateert. De meeste cijfers in dit artikel zijn te vinden op StatLine (CBS StatLine, 2025a). Enkele cijfers zijn afkomstig van het dataportaal van de politie (Data.politie.nl). Deze cijfers over geregistreerde criminaliteit zijn uitgesplitst naar verschillende gedetailleerde categorieën delicten, die beschikbaar zijn vanaf 2010.
Het aantal geregistreerde misdrijven is mede afhankelijk van de bereidheid van de politie om te registreren, en van burgers om melding of aangifte te doen van criminaliteit. Daarom kijken we ook naar de ontwikkeling van slachtofferschap, zoals gemeten in de Veiligheidsmonitor (Akkermans et al., 2024). Dit is een periodiek bevolkingsonderzoek naar leefbaarheid, veiligheid en slachtofferschap van criminaliteit op basis van een grootschalige enquête onder de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder. Slachtofferschap is het percentage mensen dat zelf aangaf slachtoffer te zijn geweest van een misdrijf in de twaalf maanden voor de enquêtedatum. De aangiftebereidheid wordt ook gemeten in de Veiligheidsmonitor. Dit is het percentage van delicten waarvan slachtoffers naar eigen zeggen aangifte hebben gedaan bij de politie.
Om ontwikkelingen verderop in de strafrechtketen waar te nemen worden in dit onderzoek cijfers gebruikt over beslissingen door het Openbaar Ministerie (OM) en afdoeningen door de rechter in eerste aanleg (vanaf hier: rechter). Dat zijn beslissingen over zaken die voor het eerst bij de rechter komen, in tegenstelling tot beslissingen van de rechter in hoger beroep. Cijfers over het OM en de rechter zijn te vinden op StatLine (CBS StatLine, 2024b). Dit zijn extra graadmeters om te zien hoe de criminaliteit zich ontwikkelt. De ontwikkeling hangt samen met de geregistreerde misdrijven. Als de politie een misdrijf heeft onderzocht en een verdachte heeft aangemerkt, gaat de zaak naar het Openbaar Ministerie (OM). Het OM schrijft de zaak dan in en neemt over elke zaak een beslissing, zoals een straf opleggen, afzien van vervolgen (‘seponeren’) of voorleggen aan de rechter (‘dagvaarding’). Als een zaak bij de rechter komt, neemt deze hierover een beslissing zoals schuldigverklaring (met of zonder straf) of vrijspraak. Toch hoeven cijfers over het OM en de rechter zich niet per se hetzelfde te ontwikkelen als de geregistreerde criminaliteit. Verschillen kunnen bijvoorbeeld ontstaan door afwijkende registraties en afhandeling, de kans dat een verdachte wordt gevonden, verschuivingen in het type misdrijven waar zaken over gaan, of beleidsprioriteiten.
Ten slotte zijn cijfers gebruikt over het aantal ziekenhuisopnames gerelateerd aan geweld (CBS StatLine, 2025b). Dit aantal hangt samen met het aantal geweldsmisdrijven, maar is niet gevoelig voor aangiftebereidheid. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor het aantal slachtoffers van moord en doodslag (CBS StatLine, 2025c), zoals over de lange termijn beschouwd in De Jong (2018). Maar het aantal slachtoffers van moord en doodslag ligt per jaar een stuk lager (rond de 135) dan het aantal ziekenhuisopnames door geweld (rond de 2 duizend). Door de lage aantallen ontwikkelt het aantal slachtoffers van moord en doodslag zich grillig, en is daardoor minder geschikt voor het beschouwen van de laatste jaren. Ziekenhuisopnames lenen zich daar beter voor.
2.2 Begrippenlijst
Aangiftebereidheid
Dit is het percentage van de delicten waarvan slachtoffers naar eigen zeggen aangifte hebben gedaan bij de politie. Dit wordt gemeten in de Veiligheidsmonitor. Zie ook 'Slachtofferschap'.
Beslissing door de rechter
Afdoening van een strafzaak door de rechter houdt in het nemen van een eindbeslissing, door schuldigverklaring, vrijspraak, ontslag van rechtsvervolging of een van de overige einduitspraken. Een rechtbank in eerste aanleg is de eerst aangewezen rechterlijke instantie volgens de wet, waar een zaak wordt behandeld. Bij de rechter komen vooral zware zaken terecht, omdat het OM (sinds 2008) zelf een strafbeschikking kan opleggen voor misdrijven met een maximale gevangenisstraf van 6 jaar (Openbaar Ministerie, z.d.).
Cybercrime
De politie maakt gebruik van een andere indeling van misdrijven dan het CBS, en isoleert in haar cijfers cybercrime als aparte categorie die staat voor “alle vormen van bezitsaantasting waarbij de computer zowel het middel als doel is” (Data.politie.nl, 2025). De ontwikkeling hiervan komt bijna precies overeen met de ontwikkeling van computervredebreuk, zoals gebruikt door het CBS (CBS StatLine, 2025a).
DDoS-aanval
Bij een DDoS‐aanval (Distributed Denial of Service‐aanval) wordt een bepaalde online dienst zoals een website onbereikbaar gemaakt door deze te bestoken met veel netwerkverkeer. Er is meestal sprake van kwade opzet.
Geregistreerde misdrijven
Misdrijven die door de politie zijn geregistreerd.
Hoofdstraffen
Een rechter kan verschillende soorten hoofdstraffen opleggen:
- Gevangenisstraffen (incl. jeugddetentie): Het aantal gevangenisstraffen en jeugddetenties dat door de rechter is opgelegd. De hoofdstraf jeugddetentie is een straf voor minderjarige veroordeelden. Jongeren van 12 tot en met 15 jaar kunnen maximaal een straf van 12 maanden in een justitiële jeugdinrichting opgelegd krijgen. Bij jongeren van 16 jaar of ouder is de straf maximaal 24 maanden.
- Geldboetes: Het aantal betalingen van een geldsom dat door de rechter is opgelegd.
- Taakstraffen: Het aantal taakstraffen dat door de rechter is opgelegd. Een taakstraf kan bestaan uit een werkstraf of een leerstraf of beide.
- Overige hoofdstraffen: Het aantal overige hoofdstraffen dat door de rechter is opgelegd. Hieronder vallen de hoofdstraffen hechtenis en militaire detentie.
Openbaar Ministerie (OM) en beslissing door het OM
Het Openbaar Ministerie (OM) is een overheidsorgaan met als taken:
- Wetten te handhaven
- Strafbare feiten op te sporen en te vervolgen
- Strafvonnissen uit te voeren
- De rechter te informeren voor zover de wet dat voorschrijft
Wanneer de politie één of meerdere verdachten vindt bij een misdrijf, verzamelt de politie de bevindingen in een proces-verbaal dat naar het OM gaat. Het OM schrijft de zaak in, en beoordeelt zaken vóór eventuele inschrijving. Een deel wordt na beoordeling afgekeurd en nooit ingeschreven. Ook kan een zaak meerdere keren bij het OM instromen, bijvoorbeeld wanneer een verdachte in bezwaar gaat tegen een beslissing.
Het OM neemt in elke zaak een beslissing: of een strafbaar feit wordt voorgelegd aan een rechter (‘dagvaarding’), of door het OM zelf wordt afgedaan met een straf of transactie, of een sepot (op beleidsmatige of technische gronden afzien van vervolging).
In 2008 werd een nieuw registratiesysteem bij het OM werd ingevoerd. Voorheen werden zaken direct ingeschreven, maar in dit nieuwe systeem worden zaken eerst beoordeeld voordat ze worden ingeschreven. Dit zorgt voor een vertraging in de registratie. Die vertraging had een tijdelijke daling van het aantal inschrijvingen als gevolg, die in 2011 voorbij was.
Slachtofferschap
Slachtofferschap wordt gemeten in de Veiligheidsmonitor. Het betreft het aantal mensen dat in de twaalf maanden voorafgaand aan de enquête slachtoffer is geworden van een misdrijf.
Strafrechtketen
De strafrechtketen begint bij preventie, waarin alle maatregelen zijn opgenomen die gericht zijn op het voorkomen van criminaliteit. Dan kan het gaan om politiepatrouilles, bewakingscamera’s en voorlichting. Na het misdrijf volgt de opsporing, waarin politie en andere instanties proberen de dader te achterhalen. Wordt de dader gepakt, dan volgt eerst vervolging door het Openbaar Ministerie en vervolgens in een deel van de gevallen berechting. Wordt een straf opgelegd, dan volgt de tenuitvoerlegging van deze straf, in de vorm van boete, taakstraf of gevangenisstraf.
Daarnaast worden slachtoffers ondersteund bij de verwerking van psychische en lichamelijke schade en de administratieve nasleep van het misdrijf. Verdachten worden tijdens hun proces ondersteund door advocaten en na een veroordeling begeleid bij terugkeer in de maatschappij.
3. Algemene ontwikkelingen
In dit hoofdstuk staan algemene ontwikkelingen centraal. Vanaf 2010 wordt gekeken hoe het aantal door de politie geregistreerde misdrijven zich ontwikkelde, en het deel van de bevolking dat zelf aangaf slachtoffer te zijn geweest van een misdrijf. Ook komen beslissingen door het OM en de rechter aan bod.
3.1 Daling geregistreerde criminaliteit gestokt
Het aantal registraties van misdrijven daalde na het begin van de twintigste eeuw. Tussen 2010 en 2018 nam het aantal geregistreerde misdrijven met 35 procent af, van 1,2 miljoen naar minder dan 800 duizend. Sindsdien schommelt het aantal iets boven de 800 duizend geregistreerde misdrijven per jaar. De coronacrisis heeft invloed gehad op de geregistreerde criminaliteit. De tweede lockdown van oktober 2020 tot juni 2021 (Rijksoverheid, z.d.) leidde tot een significante daling van het totaal aantal geregistreerde misdrijven tot 758 duizend in 2021. De eerste lockdown in 2020 had geen significant effect (Moolenaar en Choenni, 2021). Vanaf 2022 is het aantal geregistreerde misdrijven weer vergelijkbaar met het niveau van vóór de coronacrisis.
| Geregistreerde misdrijven (x 1 000) | |
|---|---|
| 2010 | 1200,8 |
| 2011 | 1206,6 |
| 2012 | 1155 |
| 2013 | 1105,6 |
| 2014 | 1025,6 |
| 2015 | 978,9 |
| 2016 | 930,3 |
| 2017 | 833 |
| 2018 | 786,4 |
| 2019 | 821,9 |
| 2020 | 813,2 |
| 2021 | 758,1 |
| 2022 | 810,6 |
| 2023* | 816,4 |
| 2024* | 811,9 |
| *voorlopige cijfers | |
3.2 In 2023 bijna evenveel slachtoffers als in 2019
Ook het aandeel mensen dat zelf aangaf slachtoffer te zijn geweest van een misdrijf daalde lange tijd. Tussen 2010 en 2019 daalde het slachtofferschap met 34 procent. In 2023 lag het percentage slachtoffers ongeveer op hetzelfde niveau als in 2019. Dit komt overeen met het beeld dat de dalende trend in het aantal geregistreerde misdrijven na 2018 is afgevlakt. Aangezien het aantal geregistreerde misdrijven in 2021 lager lag dan in omringende jaren door coronamaatregelen (Moolenaar en Choenni, 2021), is het niet verrassend dat er in dat jaar ook minder slachtoffers waren.
| Slachtofferschap traditionele criminaliteit (2010=100) | Slachtofferschap traditionele criminaliteit (2010=100)_2 | |
|---|---|---|
| 2010 | 100 | |
| 2011 | 98 | |
| 2012 | 95,5 | |
| 2013 | 95 | |
| 2014 | 90,9 | |
| 2015 | 84,9 | |
| 2016 | 83,5 | |
| 2017 | 73,2 | |
| 2018 | ||
| 2019 | 65,8 | |
| 2020 | ||
| 2021 | 54,1 | |
| 2022 | ||
| 2023 | 62,7 | |
| Sinds 2017 is de veiligheidsmonitor een tweejaarlijks onderzoek. In 2018, 2020 en 2022 heeft geen meting plaatsgevonden. | ||
3.3 Einde criminaliteitsdaling ook zichtbaar verderop in strafrechtketen
Zowel het aantal OM-beslissingen als het aantal rechterlijke beslissingen ontwikkelt zich vergelijkbaar met het verloop van de geregistreerde misdrijven en het slachtofferschap: een daling vanaf 2010 die eindigde na 2018 (OM-beslissingen) en 2020 (rechterlijke beslissingen). Dat het aantal OM-beslissingen van 2010 tot en met 2012 nog leek te stijgen, heeft een administratieve reden. Een nieuw registratiesysteem bij het OM zorgde voor een tijdelijke daling van het aantal geregistreerde zaken tot 2011.
Wanneer een zaak bij de rechter belandt en de eindbeslissing een schuldigverklaring met straf is, kan de rechter onder meer een taakstraf, een geldboete of gevangenisstraf opleggen. Bij het aantal taakstraffen en geldboetes is een duidelijke trendbreuk zichtbaar: de voortdurende daling vanaf 2010 kreeg na 2020 geen vervolg. Het dal in 2020 was een incident. Dit kwam doordat tijdens de eerste coronalockdown alleen spoedeisende zaken werden behandeld (Rechtspraak, 2021, CBS, 2021b). Alleen bij het aantal gevangenisstraffen was geen sprake van een trendmatige daling tot 2020. Na de coronadip steeg dit aantal weer.
| Totaal beslissingen door het OM (x 1 000) | Totaal eindbeslissingen door de rechter (x 1 000) | |
|---|---|---|
| 2010 | 222,2 | 113,5 |
| 2011 | 239,4 | 109,5 |
| 2012 | 240,4 | 104,2 |
| 2013 | 224,3 | 104,6 |
| 2014 | 221,8 | 102,1 |
| 2015 | 203,9 | 106,4 |
| 2016 | 202,5 | 94,4 |
| 2017 | 185 | 93,1 |
| 2018 | 178,2 | 88,4 |
| 2019 | 191,4 | 85,6 |
| 2020 | 176 | 65,9 |
| 2021 | 174,9 | 69,7 |
| 2022 | 185,1 | 69,6 |
| 2023* | 182,4 | 74,1 |
| *voorlopige cijfers | ||
| Gevangenisstraf (incl. jeugddetentie) (x 1 000) | Taakstraf (x 1 000) | Geldboete (x 1 000) | |
|---|---|---|---|
| 2010 | 35,3 | 37,7 | 40,3 |
| 2011 | 35,9 | 35,9 | 35,9 |
| 2012 | 37 | 36,2 | 29,3 |
| 2013 | 38 | 34,8 | 29,2 |
| 2014 | 37,7 | 34,5 | 26,7 |
| 2015 | 38,2 | 34,8 | 27,7 |
| 2016 | 36,5 | 32,8 | 22,4 |
| 2017 | 36,9 | 32,4 | 22,6 |
| 2018 | 35,8 | 30,2 | 22,6 |
| 2019 | 36,1 | 29,2 | 21,6 |
| 2020 | 29,3 | 22,8 | 14,7 |
| 2021 | 31,2 | 25,7 | 14,1 |
| 2022 | 31,9 | 24,5 | 14,2 |
| 2023* | 34,2 | 25,9 | 15,4 |
| *voorlopige cijfers | |||
4. Ontwikkeling van verschillende soorten misdrijven
Dit hoofdstuk gaat in op de ontwikkeling van verschillende soorten misdrijven. Naast geregistreerde criminaliteit door de politie worden aanvullende bronnen gebruikt, zoals slachtofferenquêtes en ziekenhuisopnamen gerelateerd aan geweld.
4.1 Meeste registraties van vermogensmisdrijven
De meeste misdrijven vallen onder vermogenscriminaliteit, zoals diefstal, verduistering en inbraak. In 2024 was 57 procent van de geregistreerde misdrijven een vermogensmisdrijf. Daarna volgen verkeersmisdrijven (16 procent), gewelds- en seksuele misdrijven (10 procent), en vernieling, beschadiging en brandstichting (10 procent).
De verdeling is ten opzichte van 2010 weinig veranderd. Het aandeel vermogensmisdrijven was in 2024 iets kleiner dan in 2010, net als het aandeel vernieling, beschadiging en brandstichting. Het aandeel verkeersmisdrijven werd iets groter.
| 2024* (%) | 2010 (%) | |
|---|---|---|
| Vermogensmisdrijven | 57,2 | 59,6 |
| Verkeersmisdrijven | 16,2 | 12,0 |
| Gewelds- en seksuele misdrijven | 9,6 | 9,6 |
| Vernieling, beschadiging en brandstichting | 9,5 | 13,2 |
| Misdrijven tegen de openbare orde of het gezag | 3,1 | 2,3 |
| Drugsmisdrijven | 1,9 | 1,5 |
| (Vuur)wapenmisdrijven | 0,9 | 0,5 |
| Overige misdrijven | 1,6 | 1,3 |
| *voorlopige cijfers | ||
4.2 Vermogensmisdrijven dalen niet verder
Het aantal geregistreerde vermogensmisdrijven daalde tussen 2011 en 2018 en bleef daarna rond hetzelfde niveau. Omdat vermogensmisdrijven het grootste deel van de geregistreerde criminaliteit omvatten, is vooral deze trend bepalend voor de ontwikkeling van het totaal aantal geregistreerde misdrijven, dat aan bod kwam in paragraaf 3.1. De coronacrisis zorgde voor een kortdurende afname van de vermogenscriminaliteit in 2021 (Kruisbergen et al., 2020, CBS, 2021a). Met minder mensen op straat werd zakkenrollen lastiger, thuiswerken verkleinde de mogelijkheid tot woninginbraak, en beperkte toegang tot winkels bood minder gelegenheid tot winkeldiefstal. Zowel een stijging van het percentage positieve coronatesten (meer mensen die ziek thuis bleven) als de tweede lockdown (met en zonder avondklok) hadden een significant verlagend effect op het aantal vermogensmisdrijven (Moolenaar en Choenni, 2021).
De meeste vermogensmisdrijven vallen in de categorie diefstal, verduistering en inbraak. Hiervan blijft het aantal tussen 2010 en 2013 ongeveer gelijk. Daarna volgt het een dalende trend, die na 2018 niet doorzette (met uitzondering van coronajaren 2020 en 2021). In figuur 4.2.1 volgt de categorie ‘Overig’ een ander patroon: het aantal nam toe tot 2020, om daarna weer iets te dalen. De categorie ‘Overig’ is een optelsom van verschillende soorten vermogensmisdrijven, waarvan bedrog en valsheidsmisdrijven (zoals valsheid in geschrifte) de belangrijkste zijn. De toename na 2015 is vooral toe te schrijven aan het feit dat ook de politie per 1 juli 2015 alle misdrijven registreert die gemeld worden via het Landelijk meldpunt internetoplichting (LMIO) (Choenni, Van den Braak en Platenburg, 2019). Daarnaast heeft de politie per 2015 de aanpak van horizontale fraude (waarbij burgers andere burgers oplichten) geïntensiveerd (Kalidien, 2016).
| Totaal vermogensmisdrijven (x 1 000) | Diefstal, verduistering en inbraak (x 1 000) | Overig (x 1 000) | |
|---|---|---|---|
| 2010 | 715,6 | 670,5 | 45,1 |
| 2011 | 723,2 | 678 | 45,2 |
| 2012 | 704,3 | 656,5 | 47,8 |
| 2013 | 690,6 | 650,7 | 40 |
| 2014 | 631,5 | 592,6 | 38,9 |
| 2015 | 614,1 | 549,1 | 64,9 |
| 2016 | 576,4 | 498,3 | 78,2 |
| 2017 | 502,5 | 428,1 | 74,4 |
| 2018 | 457,8 | 380,3 | 77,5 |
| 2019 | 473,7 | 374,8 | 98,9 |
| 2020 | 471,6 | 330,1 | 141,5 |
| 2021 | 419,7 | 287,1 | 132,6 |
| 2022 | 448,3 | 349 | 99,2 |
| 2023* | 464,9 | 364,1 | 100,8 |
| 2024* | 464,1 | 358,5 | 105,6 |
| *voorlopige cijfers | |||
Het percentage mensen dat aangaf slachtoffer te zijn geweest van een vermogensdelict, nam tussen 2010 en 2013 toe. Tussen 2013 en 2019 daalde dit percentage. De afname van het percentage slachtoffers tussen 2010 en 2019 (33 procent) is vergelijkbaar met de afname van de geregistreerde vermogensmisdrijven in die periode (34 procent). Na 2021 steeg het percentage slachtoffers van vermogensdelicten. In 2023 was het nog iets lager dan voor corona.
| Slachtofferschap vermogensdelicten (2010=100) | Slachtofferschap vermogensdelicten (2010=100)_2 | |
|---|---|---|
| 2010 | 100 | |
| 2011 | 103,1 | |
| 2012 | 102,4 | |
| 2013 | 106,4 | |
| 2014 | 100,8 | |
| 2015 | 94,5 | |
| 2016 | 89,2 | |
| 2017 | 77,5 | |
| 2018 | ||
| 2019 | 66,8 | |
| 2020 | ||
| 2021 | 51,8 | |
| 2022 | ||
| 2023 | 62,3 | |
| 1)Het gaat om (poging tot) woninginbraak, diefstal uit de auto, diefstal vanaf de auto, autodiefstal, fietsdiefstal, diefstal van andere motorvoertuigen, (poging tot) zakkenrollerij/beroving, en overige diefstal. | ||
4.3 Toename registraties verkeersmisdrijven na 2017
Het aantal geregistreerde verkeersmisdrijven, zoals het verlaten van de plaats van een ongeval of rijden onder invloed, daalde tussen 2011 en 2017, en steeg daarna tot 2019. De afname van het wegverkeer tijdens de coronapandemie ging gepaard met minder verkeersmisdrijven (CBS, 2023a). Van 2021 op 2022 steeg het aantal verkeersmisdrijven weer, om sindsdien weer te dalen.
De meeste registraties gaan over het verlaten van de plaats van een ongeval. Registraties van dit misdrijf worden vaak gedaan na aangifte, die het slachtoffer nodig heeft om een vergoeding van de verzekering te krijgen. De stijging van de verkeersmisdrijven na 2017 is vooral te wijten aan een stijging van het aantal registraties van rijden onder invloed, en door een optelsom van overige verkeersmisdrijven, zoals rijden tijdens een rijontzegging, voeren van een vals kenteken en weigeren van een blaastest of bloedonderzoek. Sinds 1 juli 2017 kan de politie naast alcoholgebruik ook op drugsgebruik in het verkeer controleren (Ministeriële regeling, 2017). Dit speelt mee bij een stijging van het aantal registraties van rijden onder invloed (Politie, 2022).
| Totaal verkeersmisdrijven (x 1 000) | Verlaten plaats ongeval (x 1 000) | Rijden onder invloed (x 1 000) | Overig (x 1 000) | |
|---|---|---|---|---|
| 2010 | 143,9 | 87,8 | 47,5 | 8,6 |
| 2011 | 146,7 | 90,8 | 46,9 | 9 |
| 2012 | 136,9 | 86 | 41,1 | 9,8 |
| 2013 | 131,3 | 85,4 | 36,2 | 9,7 |
| 2014 | 122,2 | 79,8 | 32,3 | 10 |
| 2015 | 114,7 | 78,3 | 27,2 | 9,2 |
| 2016 | 114,8 | 78,8 | 26,5 | 9,6 |
| 2017 | 111,9 | 76,9 | 25,8 | 9,2 |
| 2018 | 118,3 | 79,2 | 28,9 | 10,1 |
| 2019 | 125,5 | 81,3 | 33,3 | 10,9 |
| 2020 | 115,6 | 72,9 | 29,6 | 13,1 |
| 2021 | 120 | 73 | 31,9 | 15,1 |
| 2022 | 140,4 | 78,7 | 42,7 | 19 |
| 2023* | 135,4 | 74 | 42,1 | 19,3 |
| 2024* | 131,3 | 72,3 | 41,6 | 17,4 |
| *voorlopige cijfers | ||||
4.4 Wisselend beeld geweldsmisdrijven
Het aantal geregistreerde gewelds- en seksuele misdrijven daalde onafgebroken tussen 2010 en 2018. Na 2018 was deze doorlopende trend ten einde. Wel lag het aantal in 2024 lager dan in 2018. De coronacrisis had ook een verminderend effect op het aantal geweldsdelicten (Moolenaar en Choenni, 2021). De meest geregistreerde geweldsdelicten zijn mishandeling, bedreiging en stalking, en seksuele misdrijven. Van deze categorieën was alleen het aantal geregistreerde seksuele misdrijven in 2024 hoger dan in 2010.
| Totaal gewelds- en seksuele misdrijven (x 1 000) | Mishandeling (x 1 000) | Bedreiging en stalking (x 1 000) | Seksueel misdrijf (x 1 000) | Overig (x 1 000) | |
|---|---|---|---|---|---|
| 2010 | 115,8 | 61,4 | 38,1 | 9,7 | 6,6 |
| 2011 | 114,1 | 60,5 | 37,7 | 9,1 | 6,7 |
| 2012 | 110,5 | 57,6 | 37,3 | 9,1 | 6,5 |
| 2013 | 103,5 | 53,4 | 35,8 | 8,6 | 5,7 |
| 2014 | 98,5 | 50,9 | 33,9 | 8,2 | 5,5 |
| 2015 | 92,5 | 48,3 | 31,1 | 7,7 | 5,4 |
| 2016 | 90,2 | 47 | 29,7 | 8,2 | 5,3 |
| 2017 | 85,3 | 44,8 | 27 | 8,4 | 5,1 |
| 2018 | 83,3 | 43 | 26,1 | 9,1 | 5,1 |
| 2019 | 84 | 42,6 | 27,4 | 8,3 | 5,6 |
| 2020 | 80,2 | 38,3 | 28,8 | 8,1 | 5,1 |
| 2021 | 76,4 | 36,4 | 26 | 8,8 | 5,2 |
| 2022 | 80,6 | 41 | 24,4 | 10,1 | 5,1 |
| 2023* | 76,2 | 39,7 | 22,4 | 9,3 | 4,8 |
| 2024* | 78 | 40,4 | 23 | 9,9 | 4,8 |
| *voorlopige cijfers | |||||
Ook het aantal ziekenhuisopnamen gerelateerd aan geweld daalde overwegend tussen 2013 en 2021. Van 2021 op 2022 steeg het aantal ziekenhuisopnamen, vooral van mannen. Dit was de sterkste stijging in de periode 2013-2023. Van 2021 op 2022 steeg ook het aantal politieregistraties van mishandeling en seksuele misdrijven.
| Totaal (x 1 000) | Mannen (x 1 000) | Vrouwen (x 1 000) | |
|---|---|---|---|
| 2013 | 2,62 | 1,99 | 0,63 |
| 2014 | 2,20 | 1,69 | 0,51 |
| 2015 | 2,34 | 1,82 | 0,53 |
| 2016 | 2,39 | 1,88 | 0,52 |
| 2017 | 2,19 | 1,73 | 0,46 |
| 2018 | 2,10 | 1,63 | 0,46 |
| 2019 | 2,11 | 1,65 | 0,46 |
| 2020 | 1,76 | 1,39 | 0,37 |
| 2021 | 1,58 | 1,18 | 0,40 |
| 2022 | 1,94 | 1,54 | 0,41 |
| 2023* | 1,77 | 1,39 | 0,39 |
| *voorlopige cijfers | |||
Het percentage slachtoffers van geweldsdelicten (waaronder mishandeling, bedreiging met fysiek geweld en seksueel geweld) volgde tussen 2010 en 2021 een dalende trend, net als het aantal geregistreerde geweldsmisdrijven en het aantal ziekenhuisopnamen gerelateerd aan geweld. In 2023 gaven meer mensen aan dat ze in de 12 maanden voorafgaand aan de enquête slachtoffer waren geworden van een geweldsdelict dan in de jaren daarvoor. Deze stijging is groter dan de stijging van het aantal politieregistraties en ziekenhuisopnamen na 2021. De oorzaak van dit verschil is niet onderzocht. Aangiftebereidheid bepaalt een deel van het verschil tussen registraties van misdrijven en ondervonden criminaliteit: als de aangiftebereidheid daalt, dan groeit het verschil. In 2023 deed 18,8 procent van de slachtoffers van een geweldsdelict aangifte, tegenover 20,9 procent in 2021 (CBS StatLine, 2024a). Bij geweldsdelicten noemen ondervraagden vaker dan bij de andere delicten ‘angst voor een vervelende reactie of wraak’, ‘schuld- of schaamtegevoel’, ‘het is al opgelost’ en ‘op advies van de politie’ als redenen om niet te melden of geen aangifte te doen (Akkermans et al., 2024).
| Slachtofferschap geweldsdelicten (2010=100) | Slachtofferschap geweldsdelicten (2010=100)_2 | |
|---|---|---|
| 2010 | 100 | |
| 2011 | 94,2 | |
| 2012 | 95,9 | |
| 2013 | 89 | |
| 2014 | 84,8 | |
| 2015 | 81,1 | |
| 2016 | 86,4 | |
| 2017 | 78,3 | |
| 2018 | ||
| 2019 | 73 | |
| 2020 | ||
| 2021 | 71,2 | |
| 2022 | ||
| 2023 | 88,2 | |
| 1)Het gaat om mishandeling, bedreiging en seksueel geweld. | ||
Slachtoffers van seksuele delicten doen het minst vaak aangifte van alle soorten misdrijven die zijn onderzocht in de Veiligheidsmonitor. In 2023 deed 6,3 procent van de slachtoffers aangifte, in 2021 was dit 8,6 procent (CBS StatLine, 2024a, Akkermans et al., 2024). De belangrijkste motieven om geen aangifte te doen zijn daarbij dat ‘het toch niets helpt’ of ‘dat er niet aan wordt gedacht of het niet belangrijk is’. Daartegenover staat de groeiende aandacht voor seksuele grensoverschrijding in de maatschappij. Dit kan het aantal meldingen van seksueel geweld verhogen. De #MeToo beweging is een wereldwijd fenomeen, waarna steeds meer structurele aandacht kwam voor seksueel geweld en seksuele grensoverschrijding (Van Berlo, 2022). In 2017 deelden mensen massaal hun ervaringen met seksueel geweld op Twitter met de hashtag #MeToo. Deze aandacht had ook invloed op de geregistreerde criminaliteit. Onderzoek van Levy en Mattsson (2019) naar 31 OECD-landen (inclusief Nederland) wees uit dat #MeToo heeft gezorgd voor een stijging van 10 procent van het aantal meldingen van seksuele misdrijven bij de politie in de zes maanden na het ontstaan van de beweging. In Nederland had ook de uitzending van het programma BOOS! in januari 2022, over seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag bij The Voice of Holland, veel effect. Kort na de uitzending kondigde het kabinet een nationaal actieplan aan om grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld te voorkomen (Van Berlo, 2022, Rijksoverheid, 2023). Door de uitzending van BOOS! piekte in 2022 het aantal hulpvragen bij Stichting Landelijk Centrum Seksueel Geweld (CSG). Ook in 2023 hielp CSG nog 40 procent meer slachtoffers dan in 2021 (CSG, 2023).
4.5 Aantal vernielingen daalt niet verder
Het aantal registraties van vernielingen, waaronder brandstichting, daalde tussen 2010 en 2018. Sindsdien ligt het aantal rond de 80 duizend per jaar, waarbij in 2019 en 2020 wat meer vernielingen geregistreerd werden, en daarna weer wat minder.
| Totaal vernielingen (x 1 000) | |
|---|---|
| 2010 | 158,3 |
| 2011 | 155,6 |
| 2012 | 139,6 |
| 2013 | 123,3 |
| 2014 | 115 |
| 2015 | 106,7 |
| 2016 | 99,3 |
| 2017 | 86,2 |
| 2018 | 76,7 |
| 2019 | 81,7 |
| 2020 | 83,4 |
| 2021 | 75,8 |
| 2022 | 75,1 |
| 2023* | 74,1 |
| 2024* | 77,3 |
| *voorlopige cijfers | |
Het percentage slachtoffers van vernielingen volgt een vergelijkbaar patroon als dat van de geregistreerde vernielingen. Het aandeel slachtoffers daalde vanaf 2010. Na 2021 steeg dit cijfer weer. In 2023 lag het aandeel iets lager dan in 2019.
| Slachtofferschap vernielingen (2010=100) | Slachtofferschap vernielingen (2010=100)_2 | |
|---|---|---|
| 2010 | 100 | |
| 2011 | 96,9 | |
| 2012 | 92,6 | |
| 2013 | 86,1 | |
| 2014 | 82,3 | |
| 2015 | 75,4 | |
| 2016 | 75,7 | |
| 2017 | 66 | |
| 2018 | ||
| 2019 | 61,5 | |
| 2020 | ||
| 2021 | 53 | |
| 2022 | ||
| 2023 | 56,7 | |
4.6 Aanpassing registratie zorgt voor stijging misdrijven tegen de openbare orde en gezag
Het aantal misdrijven tegen de openbare orde en tegen het openbaar gezag steeg na 2017. Bij misdrijven tegen de openbare orde gaat het bijvoorbeeld om huisvredebreuk, computervredebreuk, openlijke geweldpleging en discriminatie. Het niet opvolgen van een ambtelijk bevel en valse aangifte zijn voorbeelden van misdrijven tegen het openbaar gezag. Deze toename komt (deels) door een aanpassing bij de registratie door de politie. Sinds juli 2018 is het voor de politie niet meer mogelijk om meerdere delicten, die verband met elkaar houden, in één registratie vast te leggen. Een voorbeeld is diefstal bij een inbraak. Naast diefstal (een vermogensdelict) is hierbij ook huisvredebreuk een strafbaar feit. Voor juli 2018 werd in de registratie alleen het zwaarste delict (diefstal) geteld, sinds juli 2018 worden beide delicten geteld. Hierdoor is bij onder andere huisvredebreuk en overige aantastingen van de openbare orde en maatschappelijke integriteit, zoals belediging, een toename te zien sinds 2018 (CBS StatLine, 2025a). Na 2022 nam het aantal misdrijven tegen de openbare orde weer af.
| Totaal misdrijven tegen de openbare orde of het gezag (x 1 000) | Openbare orde misdrijf (x 1 000) | Openbaar gezag misdrijf (x 1 000) | |
|---|---|---|---|
| 2010 | 27,7 | 21,6 | 6,1 |
| 2011 | 26,6 | 20,9 | 5,7 |
| 2012 | 22,8 | 17,7 | 5,1 |
| 2013 | 17,9 | 13,5 | 4,4 |
| 2014 | 20,4 | 15,6 | 4,7 |
| 2015 | 16,1 | 11,7 | 4,4 |
| 2016 | 16,2 | 11,2 | 5 |
| 2017 | 15,9 | 11,2 | 4,7 |
| 2018 | 16,7 | 11,5 | 5,2 |
| 2019 | 20,7 | 14,1 | 6,6 |
| 2020 | 25,6 | 19,4 | 6,2 |
| 2021 | 30,5 | 23,4 | 7,1 |
| 2022 | 30,9 | 24 | 6,8 |
| 2023* | 29,5 | 22,2 | 7,3 |
| 2024* | 25,2 | 17,5 | 7,8 |
| *voorlopige cijfers | |||
Vaak worden de delictcategorieën uit paragraaf 4.5 en 4.6, vernielingen en misdrijven tegen de openbare orde of het gezag, bij elkaar opgeteld. In de standaardclassificatie misdrijven vormen ze samen één categorie (CBS, 2011). In dit artikel zijn ze apart behandeld, omdat ze zich sinds 2010 verschillend ontwikkelden.
4.7 Schommelend aantal geregistreerde drugsmisdrijven, toename geregistreerde wapenmisdrijven
Drugsmisdrijven krijgen de laatste jaren veel aandacht in Nederland. Er zijn in het verleden verschillende golven van aandacht geweest naar georganiseerde (drugs)criminaliteit (Kleemans, 2023). De eerste grote golf ontstond nadat de Parlementaire Enquêtecommissie Opsporingsmethoden de opsporingsmethoden van de politie tegen de georganiseerde misdaad onderzocht (PEO, 1996). De afgelopen jaren is de aandacht voor georganiseerde criminaliteit sterk opgeleefd. Dit komt vooral door geruchtmakende gebeurtenissen, zoals de liquidaties tijdens de strafzaak Marengo van de broer van een meewerkende getuige, advocaat Derk Wiersum en onderzoeksjournalist Peter R. de Vries (Kleemans, 2023, Abraham et al., 2021). Naar aanleiding van de moord op Derk Wiersum intensiveerde het kabinet in 2019 de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit (Grapperhaus, 2019).
De toegenomen aandacht houdt niet direct verband met het aantal geregistreerde drugsmisdrijven. Dit aantal daalde tussen 2012 en 2017, sindsdien schommelt het. Het aantal wapenmisdrijven (die hebben te maken met verboden wapenbezit en handel in wapens) daalde tot 2018, sindsdien stijgt dit (CBS, 2025a). Net als bij misdrijven tegen de openbare orde speelt bij drugs- en wapenmisdrijven mee dat de politie sinds juli 2018 misdrijven die verband met elkaar houden, apart vastlegt. Een voorbeeld is straatroof waarbij een wapen wordt gebruikt. De twee misdrijven die daarbij gepleegd worden zijn diefstal met geweld (een vermogensmisdrijf) en wapenbezit (een wapenmisdrijf). Doordat delicten bij dit soort samenloop apart geteld worden sinds juli 2018, steeg het aantal registraties.
| Totaal drugsmisdrijven (x 1 000) | Totaal (vuur)wapenmisdrijven (x 1 000) | |
|---|---|---|
| 2010 | 18 | 6,5 |
| 2011 | 17,1 | 7,4 |
| 2012 | 17,6 | 7 |
| 2013 | 17 | 6,5 |
| 2014 | 16,3 | 5,9 |
| 2015 | 14,8 | 5,5 |
| 2016 | 13,3 | 5,4 |
| 2017 | 12,5 | 4,7 |
| 2018 | 13,4 | 5,5 |
| 2019 | 14,7 | 6,6 |
| 2020 | 13,3 | 6,8 |
| 2021 | 12,2 | 7 |
| 2022 | 12,2 | 7,1 |
| 2023* | 14,3 | 7 |
| 2024* | 15,3 | 7,3 |
| *voorlopige cijfers | ||
4.8 Verschuivingen in vormen online criminaliteit
Onder de noemer online criminaliteit vallen veel verschillende soorten misdrijven. Voorbeelden zijn inbreken in een account, DDoS-aanvallen, diefstal via internetbankieren en defacen (ongewild aanpassen) van een website (Wet WvSr, 2018). Die misdrijven vallen onder verschillende categorieën misdrijven die besproken zijn in dit artikel. Daardoor is online criminaliteit lastig apart in beeld te brengen. De politie isoleert in haar cijfers (Data.politie.nl, 2025) cybercrime als aparte categorie, die staat voor “alle vormen van bezitsaantasting waarbij de computer zowel het middel als doel is” (Tollenaar et al., 2019). Naast cybercrime registreert de politie horizontale fraude (burgers die andere burgers oplichten). Horizontale fraude is niet per definitie online fraude, maar gebeurt sinds het laatste decennium vooral digitaal (Politie, 2024). Denk bijvoorbeeld aan fraude met online handel, fraude met betalingsverkeer en identiteitsfraude.
Het aantal registraties van cybercrime nam toe na 2017, maar vertoont de laatste jaren een dalende lijn. Registraties van horizontale fraude stegen na 2014. Zoals genoemd in paragraaf 4.2 is de toename tot 2016 vooral toe te schrijven aan verbeterde registratie bij de politie. Na 2016 steeg het aantal registraties nog verder, het liep na 2020 weer terug. Na 2022 is het aantal weer iets gestegen.
| Cybercrime (x 1 000) | Horizontale fraude (x 1 000) | |
|---|---|---|
| 2012 | 4,5 | 8,5 |
| 2013 | 2,4 | 6,1 |
| 2014 | 2 | 6 |
| 2015 | 2,2 | 39,5 |
| 2016 | 1,8 | 65,5 |
| 2017 | 2,2 | 62,4 |
| 2018 | 2,8 | 65,3 |
| 2019 | 4,7 | 84,6 |
| 2020 | 10,8 | 125,4 |
| 2021 | 14,2 | 117,6 |
| 2022 | 14 | 86,8 |
| 2023 | 12,1 | 88,1 |
| 2024 | 7 | 94,3 |
| Bron: CBS, data.politie.nl | ||
Het percentage slachtoffers van cybercrime, zoals gemeten in de Veiligheidsmonitor, nam tussen 2021 en 2023 af (Akkermans et al., 2024). In de publicatie Online Veiligheid en Criminaliteit (Arends, Derksen en Morren, 2025) rapporteert het CBS in de even jaren over online criminaliteit. In 2024 gaf 16 procent van de bevolking aan in de afgelopen twaalf maanden slachtoffer te zijn geweest van online criminaliteit. Dat is hetzelfde percentage als in de Veiligheidsmonitor 2023 (Akkermans et al., 2024), maar meer dan werd gemeten in Online Veiligheid en Criminaliteit 2022: 15 procent (Akkermans et al., 2023). Het aantal slachtoffers van online oplichting en fraude nam tussen 2022 en 2024 toe, maar het aantal slachtoffers van hacken was in 2024 juist lager dan in 2022. Vrijwel iedereen nam maatregelen om persoonlijke gegevens op internet te beschermen. Veel begrippen zoals spam, hacken, ID-fraude en WhatsApp-fraude zijn bij mensen bekend (Arends, Derksen en Morren, 2025).
Door verschuivingen in vormen van online criminaliteit en veranderingen in aanpak en registratie zijn ontwikkelingen lastiger door de tijd te volgen dan voor veel vormen van traditionele criminaliteit. Het terrein van online veiligheid en criminaliteit is continu in beweging. Mensen proberen zich steeds beter te beschermen tegen online criminaliteit, en criminelen zoeken steeds nieuwe manieren om beschermingsmaatregelen te omzeilen. De politie beschrijft in ‘Online fraude in beeld’ (Politie, 2025) de afgelopen jaren een toename van het aantal registraties van online fraude met een piek in 2020, zoals ook te zien in figuur 3.8.1. Maar de politie ziet ook dat verschillende vormen van online fraude zijn opgekomen en weer teruglopen, waardoor niet zomaar gesproken kan worden van een algemene afname of toename van online fraude. Een recente ontwikkeling is bijvoorbeeld het gericht benaderen van doelgroepen via digitale lijsten met persoonsgegevens. Een andere recente ontwikkeling is het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI, Artificial Intelligence) voor het plegen van criminaliteit. Schuilenburg en Soudijn (2024) verkenden verschillende vormen van AI-criminaliteit, zoals verspreiding van deepfakes, het door AI laten genereren en verspreiden van computervirussen, en gebruik van AI dat leidt tot discriminatie en uitbuiting.
5. Conclusie en discussie
Dit artikel bracht de ontwikkeling van de criminaliteit in de afgelopen jaren in beeld, een periode waarin de langdurige daling van de criminaliteit tot een halt lijkt te komen. Er is onderzocht of het beeld van een dalende trend gevolgd door stabilisatie uit verschillende statistieken en uitsplitsingen naar voren komt.
Sinds de eeuwwisseling daalde de geregistreerde criminaliteit in Nederland. Na 2018 is deze daling niet doorgezet. Het aantal misdrijven dat de politie registreerde, schommelt sindsdien rond hetzelfde niveau. Uitzondering is 2021, toen het aantal geregistreerde misdrijven lager was tijdens de coronapandemie. De dalende trend van het slachtofferschap van traditionele criminaliteit lijkt ook niet door te zetten. Dat steeg na een lange daling weer tussen 2021 en 2023. Ook het aantal beslissingen door het OM en de rechter volgde een dalende trend, die de laatste jaren niet doorzette.
Vermogensmisdrijven, vernielingen, geweldsmisdrijven en drugsmisdrijven laten een vergelijkbare ontwikkeling zien als het totaal aantal geregistreerde misdrijven: een daling tot ongeveer 2018, waarna het aantal blijft schommelen rond hetzelfde niveau. Vooral vermogensmisdrijven zijn bepalend voor de criminaliteitsontwikkeling, aangezien meer dan de helft van de geregistreerde misdrijven vermogensmisdrijven zijn.
Het aantal registraties van verkeersmisdrijven, seksuele misdrijven, misdrijven tegen openbare orde of gezag en wapenmisdrijven nam in de afgelopen jaren toe. In een deel van de gevallen was dat mede te verklaren door een andere werkwijze van de politie. Zo kan de politie sinds 2017 naast alcoholgebruik ook testen op drugsgebruik in het verkeer, en het aantal geregistreerde verkeersmisdrijven nam toe. Het aantal (vuur)wapenmisdrijven steeg na 2017, deels doordat de politie meerdere delicten die verband met elkaar houden (zoals een straatroof met een vuurwapen) sinds 2018 apart registreert, terwijl voorheen alleen het zwaarste delict werd geregistreerd. Dit zorgde ook voor een stijging van het aantal misdrijven tegen de openbare orde na 2018. Ook het aantal geregistreerde seksuele misdrijven steeg netto tussen 2010 en 2024. Dat is mogelijk een gevolg van de gestegen aandacht rondom seksueel geweld in de maatschappij. Het Landelijk Centrum Seksueel Geweld zag bijvoorbeeld een grote toename in het aantal hulpvragen na de uitzending van BOOS! over de misstanden bij The Voice of Holland.
In dit artikel zijn verschillende maatschappelijke gebeurtenissen aangehaald, zoals #MeToo, en de moorden op advocaat Derk Wiersum en onderzoeksjournalist Peter R. de Vries. Dit soort ontwikkelingen kunnen invloed hebben op beleid en het aantal registraties of meldingen van criminaliteit. Ook kunnen ze een negatief effect hebben op de veiligheidsbeleving. Bij sommigen heerst het gevoel dat Nederland onveiliger wordt. De veiligheidsbeleving en de ontwikkelingen in de criminaliteit gaan echter niet één op één samen. De omvang van de criminaliteit, zoals te meten met slachtofferenquêtes en politieregistraties, speelt wel een rol, maar veiligheidsbeleving is een complex fenomeen dat beïnvloed wordt door onder andere eigen slachtofferervaring, sociale samenhang en criminaliteit in de woonomgeving, en zorgen over ontwikkelingen in de criminaliteit en berichten vanuit de media (CBS, 2020).
Voor de meeste soorten misdrijven die in dit artikel aan bod kwamen, geldt dat er na 2010 een daling te zien was, die in de loop der jaren is gestagneerd. Er zijn in de afgelopen jaren wijzigingen geweest van de registratie en aanpak van de politie die een deel van de ontwikkelingen kunnen verklaren. Maar ook uit slachtofferenquêtes, die niet beïnvloed worden door registraties, komt het beeld naar voren dat de daling van de criminaliteit niet is doorgezet. De criminaliteitscijfers stabiliseren, en de lange daling van de criminaliteit lijkt dus inderdaad ten einde.
Referenties
Abraham, M., Dijk, B. van, Hofstra, D., Spapens, T. (2021). Aanpak georganiseerde drugscriminaliteit: Een terugblik op 25 jaar beleid en uitvoering. DSP-Groep en Tilburg University.
Akkermans, M., Arends, J., Derksen, E., Reep, C. (2023). Online Veiligheid en Criminaliteit 2022. CBS Publicatie, mei 2023.
Akkermans, M., Derksen, E., Kennis, M., Kloosterman, R., Moons, E. (2024). Veiligheidsmonitor 2023. CBS Publicatie, maart 2024.
Arends, J., Derksen, E., Morren, M. (2025). Online Veiligheid en Criminaliteit 2024. CBS Publicatie, april 2025.
Berlo, W.T.M. van (2022). #MeToo en de preventie van seksuele grensoverschrijding in Nederland. Justitiële verkenningen, jaargang 48, nr. 4.
CBS (2011). Toelichting op Standaardclassificatie Misdrijven 2010.
CBS (2020). Veiligheidsbeleving van slachtoffers van criminaliteit.
CBS (2021a). Scherpe daling traditionele vormen van criminaliteit.
CBS (2021b). Minder beslissingen OM en rechter in 2020.
CBS (2023a). Mobiliteit in coronatijd.
CBS (2024a). Weer meer traditionele criminaliteit.
CBS (2025a). Minder misdrijven geregistreerd in 2024.
CBS (2025b). Dashboard bevolking - Ouderen.
CBS (2025c). Cybersecuritymonitor 2023 - Herziene versie.
CBS StatLine (2024a). Slachtofferschap traditionele criminaliteit; persoonskenmerken.
CBS StatLine (2024b). Vervolging en berechting misdrijven; persoonskenmerken.
CBS StatLine (2025a). Geregistreerde criminaliteit; soort misdrijf, regio.
CBS StatLine (2025b). Ziekenhuisopnamen en -patiënten; diagnose-indeling VTV.
CBS StatLine (2025c). Overledenen, moord en doodslag, pleeglocatie Nederland.
Choenni, R., Braak, S.W. van den, Platenburg, P.F.M. (2019). Criminaliteit en rechtshandhaving 2018: Ontwikkelingen en samenhangen. WODC. Cahier 2019-16.
CSG (2023). Jaarverslag Stichting Landelijk Centrum Seksueel Geweld. Centrum Seksueel Geweld.
Data.politie.nl (2025). Geregistreerde misdrijven en aangiften; soort misdrijf, gemeente 2025.
Grapperhaus, F.B.J. (2019). Contouren breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Kamerbrief van de minister van Justitie en Veiligheid.
Jong, J. de (2018). Het mysterie van de verdwenen criminaliteit. Statistische Trends, mei 2018.
Kalidien, S.N. (2016). Criminaliteit en rechtshandhaving 2015: Ontwikkelingen en samenhangen. WODC, CBS en de Raad voor de rechtspraak. Boom criminologie. Justitie in statistiek 6.
Kleemans, E.R. (2023). Wetenschappelijk onderzoek naar georganiseerde misdaad en opsporingsmethoden in Nederland. Justitiële verkenningen, 23(3), 75-90.
Kruisbergen, E., Haas, M., Snijders, J., Maas, R. (2020). De gelegenheid te baat nemen? Criminaliteit in tijden van corona en sociale onthouding. Recht der Werkelijkheid, 41. 31-50.
Levy, R., Mattsson, M. (2019). The Effects of Social Movements: Evidence from #MeToo. SSRN Scholarly Paper.
Ministeriële regeling (2017). Instructie handhaving rijden onder invloed. Geraadpleegd op 30 april 2025.
Moolenaar, D., Choenni, S. (2021). Effect van COVID-19 op de strafrechtketen. WODC. Memorandum 2021-03.
Openbaar Ministerie (z.d.). Strafbeschikking.
PEO (1996). Inzake opsporing: Enquête Opsporingsmethoden. Kamerbrief van de Parlementaire Enquêtecommissie Opsporingsmethoden.
Politie (2022). Meer mensen onder invloed van drugs achter stuur.
Politie (2024). Online fraude in beeld: Fenomeenbeeld Online fraude 2024. Politie, Eenheid Landelijke Opsporing en Interventies & Eenheid Landelijke Expertise en Operaties.
Politie (2025). Online fraude in beeld. Fenomeenbeeld 2024.
Rechtspraak (2021). Circa 70 procent corona-achterstanden strafrecht weggewerkt.
Rijksoverheid (2023). Elkaars wensen en grenzen herkennen, erkennen en respecteren (Rapport).
Rijksoverheid (z.d.). Coronavirus tijdlijn. Geraadpleegd op 30 april 2025.
Schuilenburg, M., Soudijn, M. (2024). AI-criminaliteit: een verkenning van actuele verschijningsvormen. Justitiële verkenningen, jaargang 50, nr. 1.
SWOV (2023). De Staat van de Verkeersveiligheid 2023. R-2023-12.
Tollenaar, N., Rokven, J., Macro, D., Beerthuizen, M., Van der Laan, A.M. (2019). Predictieve textmining in politieregistraties: cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit. WODC. Cahier 2019-2.
Wet WvSr (2018). Richtlijn voor strafvordering cybercrime. Geraadpleegd op 7 mei 2025.