3. Algemene ontwikkelingen
In dit hoofdstuk staan algemene ontwikkelingen centraal. Vanaf 2010 wordt gekeken hoe het aantal door de politie geregistreerde misdrijven zich ontwikkelde, en het deel van de bevolking dat zelf aangaf slachtoffer te zijn geweest van een misdrijf. Ook komen beslissingen door het OM en de rechter aan bod.
3.1 Daling geregistreerde criminaliteit gestokt
Het aantal registraties van misdrijven daalde na het begin van de twintigste eeuw. Tussen 2010 en 2018 nam het aantal geregistreerde misdrijven met 35 procent af, van 1,2 miljoen naar minder dan 800 duizend. Sindsdien schommelt het aantal iets boven de 800 duizend geregistreerde misdrijven per jaar. De coronacrisis heeft invloed gehad op de geregistreerde criminaliteit. De tweede lockdown van oktober 2020 tot juni 2021 (Rijksoverheid, z.d.) leidde tot een significante daling van het totaal aantal geregistreerde misdrijven tot 758 duizend in 2021. De eerste lockdown in 2020 had geen significant effect (Moolenaar en Choenni, 2021). Vanaf 2022 is het aantal geregistreerde misdrijven weer vergelijkbaar met het niveau van vóór de coronacrisis.
| Geregistreerde misdrijven (x 1 000) | |
|---|---|
| 2010 | 1200,8 |
| 2011 | 1206,6 |
| 2012 | 1155 |
| 2013 | 1105,6 |
| 2014 | 1025,6 |
| 2015 | 978,9 |
| 2016 | 930,3 |
| 2017 | 833 |
| 2018 | 786,4 |
| 2019 | 821,9 |
| 2020 | 813,2 |
| 2021 | 758,1 |
| 2022 | 810,6 |
| 2023* | 816,4 |
| 2024* | 811,9 |
| *voorlopige cijfers | |
3.2 In 2023 bijna evenveel slachtoffers als in 2019
Ook het aandeel mensen dat zelf aangaf slachtoffer te zijn geweest van een misdrijf daalde lange tijd. Tussen 2010 en 2019 daalde het slachtofferschap met 34 procent. In 2023 lag het percentage slachtoffers ongeveer op hetzelfde niveau als in 2019. Dit komt overeen met het beeld dat de dalende trend in het aantal geregistreerde misdrijven na 2018 is afgevlakt. Aangezien het aantal geregistreerde misdrijven in 2021 lager lag dan in omringende jaren door coronamaatregelen (Moolenaar en Choenni, 2021), is het niet verrassend dat er in dat jaar ook minder slachtoffers waren.
| Slachtofferschap traditionele criminaliteit (2010=100) | Slachtofferschap traditionele criminaliteit (2010=100)_2 | |
|---|---|---|
| 2010 | 100 | |
| 2011 | 98 | |
| 2012 | 95,5 | |
| 2013 | 95 | |
| 2014 | 90,9 | |
| 2015 | 84,9 | |
| 2016 | 83,5 | |
| 2017 | 73,2 | |
| 2018 | ||
| 2019 | 65,8 | |
| 2020 | ||
| 2021 | 54,1 | |
| 2022 | ||
| 2023 | 62,7 | |
| Sinds 2017 is de veiligheidsmonitor een tweejaarlijks onderzoek. In 2018, 2020 en 2022 heeft geen meting plaatsgevonden. | ||
3.3 Einde criminaliteitsdaling ook zichtbaar verderop in strafrechtketen
Zowel het aantal OM-beslissingen als het aantal rechterlijke beslissingen ontwikkelt zich vergelijkbaar met het verloop van de geregistreerde misdrijven en het slachtofferschap: een daling vanaf 2010 die eindigde na 2018 (OM-beslissingen) en 2020 (rechterlijke beslissingen). Dat het aantal OM-beslissingen van 2010 tot en met 2012 nog leek te stijgen, heeft een administratieve reden. Een nieuw registratiesysteem bij het OM zorgde voor een tijdelijke daling van het aantal geregistreerde zaken tot 2011.
Wanneer een zaak bij de rechter belandt en de eindbeslissing een schuldigverklaring met straf is, kan de rechter onder meer een taakstraf, een geldboete of gevangenisstraf opleggen. Bij het aantal taakstraffen en geldboetes is een duidelijke trendbreuk zichtbaar: de voortdurende daling vanaf 2010 kreeg na 2020 geen vervolg. Het dal in 2020 was een incident. Dit kwam doordat tijdens de eerste coronalockdown alleen spoedeisende zaken werden behandeld (Rechtspraak, 2021, CBS, 2021b). Alleen bij het aantal gevangenisstraffen was geen sprake van een trendmatige daling tot 2020. Na de coronadip steeg dit aantal weer.
| Totaal beslissingen door het OM (x 1 000) | Totaal eindbeslissingen door de rechter (x 1 000) | |
|---|---|---|
| 2010 | 222,2 | 113,5 |
| 2011 | 239,4 | 109,5 |
| 2012 | 240,4 | 104,2 |
| 2013 | 224,3 | 104,6 |
| 2014 | 221,8 | 102,1 |
| 2015 | 203,9 | 106,4 |
| 2016 | 202,5 | 94,4 |
| 2017 | 185 | 93,1 |
| 2018 | 178,2 | 88,4 |
| 2019 | 191,4 | 85,6 |
| 2020 | 176 | 65,9 |
| 2021 | 174,9 | 69,7 |
| 2022 | 185,1 | 69,6 |
| 2023* | 182,4 | 74,1 |
| *voorlopige cijfers | ||
| Gevangenisstraf (incl. jeugddetentie) (x 1 000) | Taakstraf (x 1 000) | Geldboete (x 1 000) | |
|---|---|---|---|
| 2010 | 35,3 | 37,7 | 40,3 |
| 2011 | 35,9 | 35,9 | 35,9 |
| 2012 | 37 | 36,2 | 29,3 |
| 2013 | 38 | 34,8 | 29,2 |
| 2014 | 37,7 | 34,5 | 26,7 |
| 2015 | 38,2 | 34,8 | 27,7 |
| 2016 | 36,5 | 32,8 | 22,4 |
| 2017 | 36,9 | 32,4 | 22,6 |
| 2018 | 35,8 | 30,2 | 22,6 |
| 2019 | 36,1 | 29,2 | 21,6 |
| 2020 | 29,3 | 22,8 | 14,7 |
| 2021 | 31,2 | 25,7 | 14,1 |
| 2022 | 31,9 | 24,5 | 14,2 |
| 2023* | 34,2 | 25,9 | 15,4 |
| *voorlopige cijfers | |||