Auteur: Hans Schmeets, Marieke Houben
Religieuze betrokkenheid in Nederland

2. Methode

De gegevens over religie en de achtergrondkenmerken zijn ontleend aan het onderzoek Sociale samenhang en welzijn (SSW) van het CBS, waar in de periode 2012-2022 ruim 85 duizend mensen van 15 jaar en ouder aan hebben meegewerkt. De gegevens zijn verzameld met behulp van internet, telefoon en met bezoek aan huis. 

Het behoren tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering is (vanaf 2021, zie kader vraagstelling religie) met de volgende vraag vastgesteld:  

Rekent u zichzelf tot: 

  • Geen religie of levensbeschouwing
  • De rooms-katholieke kerk
  • Een protestantse of andere christelijke kerk of groep
  • De islam
  • Het jodendom
  • Het hindoeïsme
  • Het boeddhisme
  • Een andere religie of levensbeschouwing

Om welke Christelijke kerk of groep gaat het dan?

  • Protestantse Kerk in Nederland (PKN)
  • Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK)
  • Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) (GKV)
  • Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK)
  • Hersteld Hervormde Kerk
  • Gereformeerde Gemeenten
  • Gereformeerde Gemeenten in Nederland
  • Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland
  • Baptistengemeenten
  • Pinkstergemeenten en Evangeliegemeenten
  • Internationaal Christelijke kerken, zoals Grieks of Russisch orthodox
  • Protestants Christelijk, niet nader gespecificeerd
  • Anders (Vervolgvraag: Welke andere Christelijke kerk of groep is dat dan?)

Het bezoek aan religieuze diensten is vastgesteld op basis van de vraag hoe vaak men in het algemeen naar de kerk, moskee, synagoge of een ander gebedshuis gaat: ‘1 keer per week of vaker’, ‘2 tot 3 keer per maand’, ‘1 keer per maand’, ‘minder dan 1 keer per maand’ en ‘zelden of nooit’. De personen die eerder hebben aangegeven niet tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering te behoren, zijn gevoegd bij de categorie ‘zelden of nooit’. In dit artikel wordt het ten minste een keer per maand bijwonen van een religieuze dienst aangeduid als ‘regelmatig kerkbezoek’. Daarnaast is in 2022 gevraagd naar het bekijken of beluisteren van diensten via de media zoals internet, televisie, radio of telefoon, met dezelfde antwoordopties als het bijwonen van diensten in gebedshuizen.

Voor de regionale cijfers zijn gegevens uit SSW van tien jaar (2012 tot en met 2021) samengevoegd. Daarmee kan een analyse gemaakt worden van de religieuze betrokkenheid op het niveau van de veertig coropgebieden in Nederland.