Auteur: Elianne Derksen, Christianne Hupkens
Drugsgebruik en (mentale) gezondheid

2. Methode

De data in deze publicatie zijn afkomstig uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor (CBS, z.d.), een onderdeel van de kern van de Leefstijlmonitor van het CBS in samenwerking met het RIVM en Trimbos-Instituut. De Gezondheidsenquête heeft als doel een overzicht te geven van de gezondheid, medische contacten en leefstijl van de bevolking in Nederland. Binnen het blok leefstijl wordt ook gevraagd naar middelengebruik, waaronder drugsgebruik.

Omdat de Gezondheidsenquête een jaarlijks onderzoek is kunnen ook ontwikkelingen over de tijd in de relatie tussen drugsgebruik en (mentale) gezondheid in kaart worden gebracht. In deze publicatie zijn data van de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor voor de jaren 2015 tot en met 2022 gebruikt, waarbij geselecteerd is op alle deelnemers van 18 jaar of ouder (hierna: Nederlanders).

2.1 Definities en terminologie

Met drugsgebruik wordt het gebruik van een of meer van de volgende middelen bedoeld (zonder daarbij rekening te houden met de frequentie en hoeveelheid die wordt gebruikt):

  • Cannabis (hasj, wiet, marihuana)
  • Amfetamine (zoals pep en speed)
  • MDMA of ecstasy (XTC)
  • LSD
  • Paddo's (hallucinogene paddenstoeltjes of magic mushrooms)
  • Cocaïne (crack, gekookte coke, freebase)
  • Heroïne (horse, smack of bruin)
  • GHB
  • Methadon
  • 4-Fluoramfetamine (4-FA, 4-FMP of Flux)1)
  • Overige drugs.

Het gebruik van lachgas wordt in deze publicatie niet meegenomen als drugsgebruik. Vanaf 2018 wordt het gebruik van lachgas ook uitgevraagd in de Gezondheidsenquête. Sinds 1 januari 2023 is de handel, productie en het bezit van lachgas verboden (Rijksoverheid, z.d.). Voor deze datum was lachgas voor recreatief gebruik nog niet verboden.

Voor dit onderzoek is gekeken naar het drugsgebruik in het afgelopen jaar. Meer exact gaat hierbij om gebruik van drugs in de 12 maanden voorafgaand aan het moment van deelname aan het onderzoek.

Gezondheidsklachten die kunnen ontstaan na het gebruik van drugs zijn niet voor alle drugs hetzelfde (Rijksinstituut voor volksgezondheid en Milieu [RIVM], z.d.). Zo kunnen de korte- en langtermijneffecten verschillen, maar zijn ook lichamelijke of psychische klachten die zich kunnen ontwikkelen niet voor alle drugs vergelijkbaar. Om die reden wordt in dit onderzoek onderscheid gemaakt tussen verschillende type drugsgebruikers:

  • In het afgelopen jaar cannabis maar geen andere drugs gebruikt (hierna: gebruikers van uitsluitend cannabis)2)
  • In het afgelopen jaar cannabis en andere drugs gebruikt (hierna: combigebruikers)
  • In het afgelopen jaar geen cannabis, maar wel andere drugs gebruikt (hierna: gebruikers van andere drugs)

Verder wordt in deze publicatie de groep beschreven die in het afgelopen jaar geen drugs heeft gebruikt (hierna: niet-gebruikers).

In deze publicatie komen de volgende indicatoren voor (mentale) gezondheid aan bod:

  • Ervaren gezondheid minder dan goed
    Het percentage personen dat gaat wel, slecht of zeer slecht antwoordt op de vraag ‘Hoe is over het algemeen uw gezondheid?'
  • Slaapproblemen
    Het percentage personen dat nogal of (heel) veel last heeft van slaapproblemen in de 2 weken voorafgaand aan deelname aan het onderzoek. Het kan gaan om moeite met in slaap vallen, moeite om door te slapen of te vroeg wakker worden. De indicator ‘slaapproblemen’ is beschikbaar vanaf 2017.
  • Psychische klachten
    Het percentage personen dat een score heeft van minder dan 60 op de Mental Health Inventory (MHI). Dit is een internationale standaard voor een specifieke meting van psychische klachten, bestaande uit 5 vragen (CBS, 2015).
  • Angst
    Het percentage personen dat in de 12 maanden voorafgaand aan deelname aan het onderzoek erg angstige periode(s) heeft ervaren die minstens 2 weken aanhielden. De indicator ‘angst’ is beschikbaar vanaf 2021.
  • Depressieve klachten
    Het percentage personen dat ja antwoordt op de vraag ‘Heeft of had u in de afgelopen 12 maanden een depressie?’. Het betreft hier zelf gerapporteerde depressie, wat niet overeen hoeft te komen met gediagnosticeerde depressie door een arts of specialist.

2.2 Weging

Voor verschillen in de samenstelling van de respons tussen de Gezondheidsenquête en de totale Nederlandse bevolking wordt een correctie toegepast door middel van een weegfactor. Iedere respondent in de dataset krijgt een individueel gewicht toegekend waarin rekening is gehouden met bepaalde achtergrondkenmerken. Meer gedetailleerdere informatie over de weging van de Gezondheidsenquête is te vinden in het document Weging Gezondheidsenquête 2014 (CBS, 2019).

In de jaren 2020 en 2021 werd de dataverzameling voor de Gezondheidsenquête gehinderd door de coronacrisis en de bijbehorende maatregelen. In bepaalde perioden in beide jaren was het niet mogelijk om aan huis interviews af te nemen en werd er uitsluitend via internet geënquêteerd. Hierdoor was het noodzakelijk het weegmodel in die jaren aan te passen. Daarbij is gebruik gemaakt van tijdreeksmodellen om te kunnen corrigeren voor het wegvallen van een deel van de dataverzameling. Op deze manier zijn de cijfers zo goed mogelijk vergelijkbaar gemaakt met die van eerdere jaren.

2.3 Achtergrondkenmerken

De achtergrondkenmerken die in deze publicatie worden gebruikt zijn geslacht, leeftijd en onderwijsniveau. Voor leeftijd ligt de nadruk met name op de groep 18- tot 49-jarigen en is de groep 50 jaar of ouder samengevoegd (50-plussers). Dit omdat drugsgebruik onder 50-plussers minder voorkomt. Onderwijsniveau is in drie groepen onderverdeeld: laag, middelbaar en hoog. Daarbij geldt dat voor het onderwijsniveau van 18- tot 24-jarigen wordt gekeken naar het hoogst gevolgde onderwijsniveau en voor 25-plussers naar het hoogst behaalde onderwijsniveau.

2.4 Analyses

In hoofdstuk 3 wordt kort een overzicht gegeven van drugsgebruik in Nederland en van de kenmerken van de verschillende groepen (uitsluitend cannabisgebruikers, combigebruikers, gebruikers van andere drugs en niet-gebruikers). Om meer massa, dat wil zeggen een groter aantal onderzoekspersonen in deze groepen, te krijgen zijn de jaren 2021 en 2022 samengevoegd. Datzelfde geldt voor weergegeven trends. In dat geval zijn de volgende achtereenvolgende jaren samengevoegd: 2015/2016, 2017/2018, 2019/2020 en 2021/2022.

In hoofdstuk 4 is voor de verschillende indicatoren van (mentale) gezondheid onderzocht in hoeverre deze voorkomen bij drugsgebruikers en niet-gebruikers. Ook is gekeken in hoeverre personen die (mentale) gezondheidsproblemen ervaren drugs gebruiken. Daarbij is rekening gehouden met verschillen in geslacht, leeftijd en onderwijsniveau door middel van multivariate logistische regressie. Verschillen worden alleen als dusdanig aangeduid als ze ook na deze correctie significant blijven, dat wil zeggen een p-waarde hebben lager dan 0,05. In hoofdstuk 4 worden enkel de middels Multiple Classification Analysis (MCA) gecorrigeerde cijfers weergegeven, waarbij de kenmerken leeftijd, geslacht en onderwijsniveau zijn meegenomen in de percentages. Zie het document (Israëls, 2010) voor meer informatie over standaardisatie van cijfers en MCA.

1) Vanaf 2018 is deze drug uitgevraagd in de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor en valt deze onder drugsgebruik.
2) Hierbij moet worden opgemerkt dat dit een andere definitie betreft dan in de NDM, Statline en andere CBS-publicaties, waarbij ook combigebruikers worden meegenomen als cannabisgebruikers.