Werkdruk en arbeidstevredenheid in de zorg

1. Inleiding

Met ruim 1,6 miljoen werkzame personen in het tweede kwartaal van 2022 (waarvan 1,4 miljoen werknemers) is de gezondheids- en welzijnszorg de grootste bedrijfstak in Nederland. Vanwege de toenemende vergrijzing van de bevolking zal de vraag naar zorg nog verder groeien. Tegelijkertijd zijn er op het moment van publicatie van dit artikel personeelstekorten in de zorg en de verwachting is dat die in de jaren hierna nog verder zullen toenemen (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2022). Het huidige kabinet streeft er daarom naar om de tekorten in de sector zorg en welzijn terug te dringen en zorgmedewerkers te behouden (Rijksoverheid, z.d.). Hoewel de arbeidstevredenheid van zorgmedewerkers in het algemeen bovengemiddeld is, geldt hetzelfde voor de werkdruk (CBS, 2016). Bovendien zijn er aanhoudende berichten over een toename van de werkdruk in de zorg (CBS, 2021; ZorgKrant.nl, 2022; ActiZ, 2022; Lang, Koop en Horwitz, 2022; Pensioenfonds Zorg & Welzijn, 2022; FNV.nl, 2022). Een hoge werkdruk kan een reden zijn om niet te kiezen voor een opleiding en baan in de zorg en kan ook aanleiding zijn om de zorgsector te verlaten. Systematische statistische informatie over de arbeidsomstandigheden in de zorg kan hierop zicht geven. Dergelijke informatie kan van belang zijn voor het kabinetsbeleid gericht op de zorg.

Het CBS verzamelt samen met TNO sinds 2005 periodiek gegevens over de arbeidsomstandigheden van werknemers in de zorg en andere bedrijfstakken. Sinds 2019 worden werknemers en werkgevers in de zorg hierover ook in afzonderlijke enquêtes door het CBS bevraagd. De meest recente gegevens zijn verzameld in het laatste kwartaal van 2021 en in het tweede kwartaal van 2022. De uitkomsten hiervan zijn in de loop van 2022 gepubliceerd (AZW StatLine, 2022a, 2022b; CBS StatLine, 2022a, 2022b). Door vergelijking met eerdere uitkomsten kan de actuele situatie worden vergeleken met de periode vóór en tijdens de coronacrisis. Bovendien bieden de gegevens de mogelijkheid om na te gaan waarmee verschillen tussen de zorg en andere bedrijfstakken en tussen branches binnen de zorg te maken hebben.

In dit artikel wordt allereerst de werkdruk en arbeidstevredenheid van werknemers in de zorg als geheel vergeleken met andere bedrijfstakken. Hierover worden de volgende onderzoeksvragen beantwoord:

  • In hoeverre verschillen werkdruk en arbeidstevredenheid van werknemers tussen de zorg en andere bedrijfstakken?
  • In hoeverre hebben werkdruk en arbeidstevredenheid zich van 2014 tot en met 2021 bij werknemers in de zorg anders ontwikkeld dan in andere bedrijfstakken?
  • In hoeverre hangen verschillen in werkdruk en arbeidstevredenheid tussen de zorg en andere bedrijfstakken samen met kenmerken van het werk en van de werknemers?

Vervolgens worden branches binnen de zorg met elkaar vergeleken ter beantwoording van de volgende vragen:

  •  In hoeverre verschillen werkdruk en arbeidstevredenheid van werknemers tussen branches binnen de zorg?
  • In hoeverre waren er van het eerste kwartaal van 2019 tot en met het tweede kwartaal van 2022 verschillen in de ontwikkeling van de werkdruk en arbeidstevredenheid tussen branches in de zorg?
  • In hoeverre hangen verschillen in werkdruk en arbeidstevredenheid tussen branches binnen de zorg samen met kenmerken van het werk en van de werknemers?

Bij de analyse van de verschillen tussen de zorg en andere bedrijfstakken en van de verschillen tussen branches binnen de zorg is rekening gehouden met andere kenmerken van het werk en van de werknemers, waarvan in eerder onderzoek (Smulders en Houtman, 2004; Bierings, 2017) is vastgesteld dat deze een rol spelen bij de ervaren werkdruk. De resultaten in dit artikel zijn gebaseerd op meerdere databronnen, namelijk de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van CBS en TNO voor de verschillen tussen de zorg en andere bedrijfstakken, en de AZW Werknemersenquête en de AZW Werkgeversenquête van het CBS voor de beantwoording van de vraag naar verschillen binnen de zorg (zie ook het kader).

De opbouw van dit artikel is als volgt. In hoofdstuk 2 komen de resultaten aan de orde over de verschillen tussen de zorg en andere bedrijfstakken in werkdruk en arbeidstevredenheid van werknemers. Hoofdstuk 3 concentreert zich op verschillen tussen de branches binnen de zorg, waarbij het perspectief van zowel de werknemer als de werkgever wordt meegenomen. Zowel bij verschillen tussen de zorg en andere bedrijfstakken als bij verschillen tussen branches binnen de zorg en welzijn worden ook (verschillen in) ontwikkelingen belicht. In hoofdstuk 4 ten slotte, wordt op basis van het voorgaande een aantal conclusies getrokken.