Sociaal-demografische verschillen in COVID-19-sterfte in het eerste jaar van de coronapandemie

4. Samenvatting

De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat de inwoners in de grote steden tijdens het eerste gedeelte van de tweede golf van de coronapandemie een hoger risico op sterfte aan COVID-19 liepen dan de inwoners van de rest van Nederland. Bewoners die institutionele zorg ontvingen, zoals inwoners van verpleeghuizen, waren het meest kwetsbaar, ook in de tweede golf van de coronapandemie.

De bestaande ongelijkheid in sterfte naar inkomen werd ook gevonden in sterfte aan COVID-19. Tijdens de tweede golf van de coronapandemie is dit relatieve verschil zelfs iets toegenomen: mensen in de laagste inkomensgroep hebben een 2,5 keer zo grote kans om aan COVID-19 te overlijden dan mensen in de hoogste inkomensgroep. Bij andere doodsoorzaken is de kans twee keer zo groot.

Daarnaast zijn er verschillen in het risico op COVID-19-sterfte naar migratieachtergrond die niet veroorzaakt worden door verschillen in welvaartsniveau, type zorg, woonregio of huishoudensgrootte. Met name onder mensen met een Marokkaanse, Turkse en Surinaamse migratieachtergrond was het risico op COVID-19-sterfte 1,6-1,8 keer hoger dan voor mensen met een Nederlandse achtergrond. Andere factoren spelen hier dus een rol.