De relevantie van verblijfsduur van immigranten voor hun participatie in de samenleving

2. Theorie, data en methode

2.1 Theorie en onderzoek

In tegenstelling tot de relatie tussen verblijfsduur en economische integratie, is er weinig bekend over de rol van verblijfsduur voor sociale, maatschappelijke en politieke participatie van immigranten. Enkele studies zijn gericht op het analyseren van het effect van de verblijfsduur op verschillende indicatoren van sociale en politieke integratie in de vorm van politieke betrokkenheid (White e.a., 2008), niet-electorale politieke participatie (Aleksynska, 2011; De Rooij, 2012), het lidmaatschap en het actief zijn in verenigingen (Aleksynska, 2011; Laurentsyeva en Venturin, 2017; Voicu en Rusu, 2012; Voicu en Şerban, 2012; Voicu, 2014).

Verblijfsduur en politieke betrokkenheid

Aleksynska (2011) en De Rooij (2012) maken gebruik van het ‘European Social Survey’ (ESS) waarbij de relatie tussen de verblijfsduur en participatie van immigranten in een aantal Europese landen is onderzocht. Geconstateerd wordt dat de deelname aan politieke acties toeneemt naarmate de immigrant langer in het bestemmingsland woont. Dat geldt sterker voor immigranten die afkomstig zijn uit minder ontwikkelde landen (Aleksynska, 2011). Tevens is er na een langere verblijfsduur geen verschil meer in de deelname aan politieke acties tussen de groep zonder migratieachtergrond en de immigranten afkomstig uit meer ontwikkelde landen. White en anderen vonden voor Canada geen effect van de verblijfsduur op andere vormen van politieke betrokkenheid zoals de politieke interesse en de betrokkenheid bij een politieke partij (White e.a., 2008).

Verblijfsduur en lidmaatschap van organisaties

Voicu en Şerban (2012) en Aleksynska (2011) toonden op basis van het ESS aan dat er een positieve relatie is tussen de verblijfsduur en lidmaatschap van organisaties. Dit werd bevestigd door Voicu (2014) op basis van het ‘European Values Studies’ (EVS) in 47 landen. Echter, gebruik makende van een specifiek onderzoek onder immigranten in Spanje, werd door Voicu en Rusu (2012) geen verband tussen lidmaatschap en verblijfsduur gevonden. Laurentsyeva en Venturin (2017) laten op basis van het ESS in de periode 2002-2015 een positief verband zien tussen verblijfsduur en de subjectieve deelname aan sociale activiteiten, waarbij de immigrant zich vergelijkt met anderen in dezelfde leeftijdsgroep. Eveneens is er een positief verband met de deelname aan een sociale of politieke activiteit. Martinovic, Van Tubergen en Maas (2009) vonden, op basis van het minderhedenonderzoek ‘Sociale Positie en Voorzieningengebruik Allochtonen’ voor Nederland dat de sociale integratie, in de vorm van sociale contacten tussen niet-westerse immigranten en de groep zonder migratieachtergrond, toeneemt naarmate de immigranten langer in Nederland wonen. Deze relatie is echter geheel toe te schrijven aan de samenhang tussen verblijfsduur en leeftijd.

Dit overzicht leert ons dat er weinig onderzoek gedaan naar de relatie tussen verblijfsduur van immigranten en hun participatie in de samenleving. Specifiek voor Nederland is geen studie bekend waarin de sociale, maatschappelijke en politieke participatie gedetailleerd is naar herkomstgroepen en hun verblijfsduur. Dit is een lacune in de kennis over integratie.

2.2 Data en methode

Om de relatie tussen verblijfsduur en sociale, maatschappelijke en politieke participatie vast te stellen, wordt gebruik gemaakt van het onderzoek Sociale Samenhang en Welzijn 2012 tot en met 2019. In totaal zijn van 61 200 personen van vijftien jaar of ouder gegevens beschikbaar. Aan de gegevens van immigranten is de verblijfsduur toegevoegd. Deze informatie is alleen beschikbaar van de immigranten die zich vanaf 1995 (wederom) hebben geregistreerd in een Nederlandse gemeente en hun eerste aankomstdatum hebben vermeld. Hierdoor bleven de analyses beperkt tot 4 892 immigranten.

Betekenis van sociale en maatschappelijke participatie

Sociale participatie betekent in dit artikel sociale contacten met familie, met vrienden en kennissen, en met buren, en het geven van informele hulp (zie kader). Bij de sociale contacten is het onderscheid gehanteerd tussen minder dan wekelijks en wekelijks of vaker. Maatschappelijke participatie betreft de deelname aan activiteiten voor organisaties. Daartoe behoort vrijwilligerswerk, betaald werk, het lidmaatschap en de deelname aan activiteiten voor verenigingen. De politieke participatie betreft de deelname aan een politieke actie.

Regressieanalyse

De verblijfsduur betreft de periode dat de immigranten in Nederland hebben gewoond bij de deelname aan het onderzoek. De volgende verdeling wordt gehanteerd: minder dan 5 jaar, 5 tot 10 jaar; 10 tot 20 jaar, 20 tot 30 jaar, 30 tot 40 jaar en 40 jaar of langer. De vergelijking tussen verblijfsduur en de participatieaspecten gebeurt in stappen. Eerst worden de resultaten van de categorieën van verblijfsduur met elkaar vergeleken (‘model 1’). Vervolgens wordt met regressieanalyses onderzocht of de verschillen (deels) verklaard kunnen worden doordat deze verblijfsgroepen zich onderscheiden in herkomstland (‘model 2’), alsmede man/vrouw-verhouding, leeftijd, opleidingsniveau en het al dan niet hebben van de Nederlandse nationaliteit (‘model 3’). Aan bovengenoemde achtergrondgegevens is in een volgende stap (‘model 4’) het (gestandaardiseerd besteedbaar) huishoudensinkomen toegevoegd alsook de huishoudsamenstelling, de urbanisatiegraad en het landsdeel.