Conjunctuur en relatievorming en -ontbinding

3. Conjunctuur en relatievorming

Koopbereidheid

Sinds 1994 zijn in de koopbereidheid drie conjunctuurgolven te zien. Drie perioden van economische opgang vallen te onderscheiden: de periode tot 2000, de korte periode vanaf 2005 die eindigde door de economische crisis van 2008, en het herstel na die crisis vanaf 2013. Er zijn twee duidelijke perioden met economische neergang: na 2000 en na 2008. Als gevolg van de coronacrisis laat het cijfer voor 2020 een daling zien.

3.1 Koopbereidheid
JaarKoopbereidheid (gemiddelde saldo van de deelvragen)
1994-2
19953
19964
199712
199818
199920
200024
200115
2002-8
2003-21
2004-21
2005-22
2006-9
20074
2008-7
2009-8
2010-9
2011-12
2012-21
2013-24
2014-11
2015-4
20161
201710
20188
2019-1
2020-8

Huwen

Het aantal personen dat in een jaar trouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat, vertoont op enkele korte oplevingen na al jaren een dalende lijn. Het hoogst was sinds 1995 het aantal huwenden in 1998, met 185 duizend personen. Dat jaar werd het geregistreerd partnerschap in Nederland ingevoerd, maar ook het aantal personen dat voor een traditioneel huwelijk koos, nam dat jaar toe. In 2013 was het aantal huwende personen het laagst: 141 duizend. Daarna nam dit aantal weer toe tot 163 duizend in 2019.

Het aantal huwende personen laat een verband zien met de koopbereidheid, met name met die in het jaar ervoor (aangepaste R-kwadraat van 58 procent, 79 procent met correctie voor een dalende trend, zie tabel B.1). Alleen de daling in 2000 en 2001 en de stijging in 2002 lopen niet parallel met de conjunctuur. Ook de recente toename in het aantal huwenden begon eerder dan de stijging in de koopbereidheid. Daarnaast zette deze toename door tot en met 2019 terwijl de koopbereidheid al (licht) terugliep in 2018.

Een partnerschapsregistratie is een op een huwelijk lijkende relatie tussen twee personen. Echter zijn hier over het algemeen minder kosten aan verbonden dan aan een huwelijk waardoor de samenhang met de koopbereidheid voor partnerschappen wellicht anders werkt dan voor huwelijken. Met name in de recente jaren is het aantal gesloten partnerschappen sterk toegenomen. Sinds 2014 is de juridische inhoud van een partnerschap gewijzigd, vooral voor stellen met kinderen. Het verband tussen de koopbereidheid en het aantal huwende personen (gecorrigeerd voor een trend, aangepaste R-kwadraat van 95 procent, zie tabel B.2) is sterker dan wanneer naar het totaal van huwende personen en partnerschapsrelaties wordt gekeken. Dit duidt er op dat in ieder geval een deel van de partnerschappen als een goed alternatief voor het huwelijk wordt gezien (de bruiloft kan op een later moment alsnog).

3.2 Huwen
JaarHuwen (incl. geregistreerd partnerschap) (1 000 personen)Huwen (1 000 personen)
1995166,3166,3
1996169,7169,7
1997172,6172,6
1998184,8175,6
1999184,1177,7
2000180,4174,6
2001165,8161,5
2002174,2167,5
2003168,3158,8
2004159,2147,9
2005156,0143,4
2006155,9142,1
2007159,5144,7
2008167,6151,5
2009165,2147,4
2010162,6143,5
2011156,7136,8
2012152,7134,3
2013141,0122,2
2014145,0124,4
2015148,1122,6
2016155,6124,4
2017158,2122,6
2018161,4122,0
2019163,4119,8
N.B. Geregistreerd partnerschap ingevoerd op 1 januari 1998.

Gaan samenwonen

Tussen 1995 en 2016 zijn jaarlijks gemiddeld 260 duizend mensen gehuwd of ongehuwd gaan samenwonen. In 1995 was het aantal startende samenwoners met 280 duizend het hoogst, waarna een daling inzette tot 249 duizend in 2000. Daarna nam het aantal beginnende samenwoners geleidelijk weer toe tot 270 duizend in 2008. In drie jaar liep dit aantal vervolgens weer terug tot 247 duizend in 2011. In 2014 lag het aantal startende samenwoners op 261 duizend en in 2016 op 257 duizend.

Het aantal startende samenwoners lijkt weinig verband te houden met de koopbereidheid. De periode voor 2005 laat een tegenovergesteld verband zien, waarbij een omslag van stijging naar daling in de koopbereidheid in 2000 gepaard ging met een omslag van daling naar stijging in het aantal mensen dat ging samenwonen. Ook rond 2014 viel de omslag in het aantal samenwoners samen met de omslag van de koopbereidheid. De stijging vanaf 2005 en de daling tijdens de recessie daarentegen, liepen wel gelijk op met de veranderingen in de koopbereidheid.

Als we kijken naar de economische crisis van 2008 valt op dat zowel het totaal aantal startende samenwoners als het aantal huwenden een omslag van stijging naar daling liet zien, maar dat bij samenwoners de daling van kortere duur was dan bij huwenden. Een verklaring kan zijn dat het gemakkelijker is om het huwelijk langer uit te stellen, omdat men vaak toch al samenwoont, dan om langer te wachten met te gaan samenwonen.

Anders dan bij huwen, wat tegenwoordig meestal gebeurt als er al wordt samengewoond, is voor het gaan samenwonen van belang dat hiervoor een woning beschikbaar is. Een samenwoonrelatie kan beginnen doordat beide partners naar een gezamenlijke woning verhuizen of doordat de ene partner bij de andere intrekt. De daling sinds 2008 in het aantal nieuwe samenwoonrelaties wordt bijna volledig veroorzaakt doordat minder mensen een samenwoonrelatie beginnen door allebei naar een gezamenlijke woning te verhuizen. Hier lijkt daarom de krapte op de woningmarkt een rol te spelen en niet zo zeer de koopbereidheid. Het aantal samenwoners waarbij een van de personen bij de ander intrekt, ligt sinds 2013 wel weer hoger dan in 2008.

3.3 Gaan samenwonen
JaarBeide partners betrekken samen een nieuwe woning (1 000 personen)Een partner trekt in de woning van de andere partner (1 000 personen)
'9576,3203,2
'9675,4193,1
'9777,5188,3
'9878,7185,8
'9974,4179,0
'0073,2176,3
'0174,9179,8
'0275,8183,2
'0372,8178,8
'0472,8179,4
'0573,8187,6
'0675,0187,0
'0776,6189,6
'0876,6193,1
'0970,6188,1
'1065,1186,5
'1162,2184,6
'1260,7191,3
'1357,9199,1
'1455,8205,3
'1555,3198,2
'1655,1193,0