Hoe is de financiële welvaart verdeeld?

5. Conclusie

Conform de in dit artikel gehanteerde maatstaf voor financiële welvaart, gebaseerd op zowel de inkomens- als vermogenspositie van een huishouden, is de welvaart gelijker verdeeld dan het vermogen maar ongelijker dan het inkomen. Ondernemershuishoudens zijn het meest welvarend, gevolgd door werknemers- en pensioenhuishoudens.Huishoudens die voornamelijk rond moeten komen van een uitkering zijn financieel het minst goed af. Uit de vergelijking tussen huishoudenstypen blijkt dat paren welvarender zijn dan alleenstaanden en eenoudergezinnen. Vooral wanneer de hoofdkostwinner 45 jaar of ouder is, staan paren er financieel goed voor. Tot 45 jaar zijn paren zonder kinderen financieel het beste af. Studentensteden als Groningen, Wageningen en Enschede blijken de minste welvarende gemeenten, terwijl Rozendaal de meest welvarende is.

Waar het risico op inkomensarmoede 7,9 procent bedroeg in 2018, was het aandeelhuishoudens met zowel een laag inkomen als een klein vermogen 6,2 procent. Dit betekent dat 120 duizend huishoudens in Nederland weliswaar een laag inkomen hebben,maar beschikken over een vermogensbuffer (in de vorm van spaargeld of andere liquide middelen) om dit tekort (tijdelijk) op te vangen.