Auteur(s): Daniëlle Groffen, Hans Schmeets
Vrijwilligerswerk 2024

1. Inleiding

Dit rapport gaat in op het verrichten van vrijwilligerswerk door de Nederlandse bevolking van 15 jaar of ouder in 2024. 

Een samenleving zonder vrijwilligers is vrijwel ondenkbaar. Talloze verenigingen en organisaties steunen op de inzet van vrijwilligers. Nederland behoort binnen Europa tot de top-5 landen met de meeste vrijwilligers (Schmeets et al., 2016). Het gaat hierbij om werkzaamheden die ‘in enig georganiseerd verband onverplicht en onbetaald worden verricht ten behoeve van anderen of de samenleving’ (CRM, 1980). Dat zijn bijvoorbeeld activiteiten voor een school, de sportvereniging, de kerk, de muziek- of de buurtvereniging, en in de verzorging. 

Vrijwilligerswerk is om diverse redenen belangrijk. Met het doen van dergelijke vrijwillige activiteiten tonen burgers verbondenheid met de samenleving en betrokkenheid bij de maatschappij. Het is een vorm van geven aan anderen, zonder dat daar een materiële beloning tegenover staat en een manier om bij te dragen aan de samenleving. Vrijwilligerswerk heeft ook een sociale functie. Door het verrichten van activiteiten voor een organisatie kunnen immers sociale contacten en daarmee sociale netwerken ontstaan die van belang zijn voor de sociale cohesie in de samenleving (Arts & Te Riele, 2010). Vrijwilligerswerk is een essentieel onderdeel van sociale netwerken in de samenleving met gemeenschappelijke waarden, ook wel aangeduid als ‘sociaal kapitaal’ (Van Beuningen & Schmeets, 2013). Dit sociaal kapitaal is van belang voor het goed functioneren van de samenleving: het is de smeerolie die de samenleving draaiende houdt en zorgt voor de sociale cohesie. Sociaal kapitaal heeft niet alleen een positief effect op de economie, maar ook op het welzijn van de bevolking (Kroll, 2011; Portela et al., 2013; Matsushima & Matsunaga, 2015; Schmeets & Arends, 2020). 

Vrijwilligerswerk is niet alleen belangrijk voor het functioneren van de samenleving, het is ook relevant voor het welzijn van de vrijwilliger zelf (Arends & Schmeets, 2018, p. 19). Voor Nederland is aangetoond dat vrijwilligers, vergeleken met mensen die geen vrijwilligerswerk doen, zeggen gelukkiger te zijn. Ook zijn ze meer tevreden met hun eigen leven, met hun sociale contacten en met hun psychische gezondheid (Schmeets & Arends, 2017). Meer dan de helft van de vrijwilligers geeft als reden aan dat ze zich inzetten voor een organisatie omdat ze dat leuk vinden (Arends, 2024). 

Dit rapport gaat in op de mate waarin mensen in Nederland als vrijwilliger werk verrichten voor organisaties. Vrijwilligerswerk is sinds 2012 een onderdeel van het CBS-onderzoek Sociale samenhang en welzijn (SSW). Jaarlijks wordt informatie verzameld over het aandeel vrijwilligers in 13 soorten organisaties en de hoeveelheid tijd die ze daaraan besteden. Daarnaast is in 2024 op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), in overleg met de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) een aantal verdiepende vragen aan het SSW-onderzoek toegevoegd. Zo is een vraag gesteld over de deelname aan sociale initiatieven met een maatschappelijk doel zonder hulp van de overheid of een organisatie. Ook is aan degenen die vrijwilligerswerk deden, gevraagd in hoeverre de organisatie waarvoor vrijwilligerswerk werd gedaan flexibel is en kon omgaan met veranderingen, of er sprake is geweest van een sociaal onveilige situatie bij deze organisatie en, als dat zo was, om welke situatie dit dan ging. Dit rapport beschrijft de ontwikkelingen in de periode 2012 tot en met 2024 van het vrijwilligerswerk voor de 13 soorten organisaties, en gaat in op de verdiepende onderdelen van 2024.