Auteur: Loes Parlevliet
Uitkomsten EMU-enquête 2023

3. Populatie en non-respons

3.1 Populatie enquête

Voor de EMU-enquête 2023 worden de 12 provincies en 342 gemeenten integraal waargenomen. Bij de gemeenschappelijke regelingen wordt een steekproef genomen. Een gemeenschappelijke regeling valt binnen de steekproef indien het totaal aan baten of lasten op de exploitatierekening groter is dan 20 miljoen euro. Van de 342 bij het CBS bekende gemeenschappelijke regelingen kregen derhalve 146 berichtgevers het verzoek de EMU-enquête in te sturen. De waterschappen worden integraal waargenomen door de Unie van Waterschappen middels de jaarlijkse enquête voor de begrotingen van waterschappen. In 2023 zijn er 21 waterschappen.

3.2 Bijraming van non-respons

Niet alle berichtgevers uit de eerder genoemde populaties responderen. Ook kan het voorkomen dat respons deels onbruikbaar is, bijvoorbeeld omdat er voor één of meer jaren geen EMU-saldo wordt opgegeven. Niet alleen de niet binnengekomen vragenformulieren, maar ook deze deels onbruikbare vragenformulieren worden non-respons genoemd. Voor non-respons wordt bijgeraamd om te komen tot populatieramingen. Bij deels onbruikbare vragenformulieren wordt enkel bijgeraamd voor de jaren die niet zijn ingevuld door de berichtgever. Voor niet binnengekomen vragenformulieren worden alle jaren bijgeraamd.

Alle provincies hebben gerespondeerd, waardoor er voor de provincies niet bijgeraamd is. Voor gemeenschappelijke regelingen is het EMU-saldo bijgeraamd aan de hand van de digitale begroting en aangeleverde IV3-enquête formulieren. Bij het bijramen van gemeenten wordt dezelfde methode gebruikt als bij de gemeenschappelijke regelingen. Voor het jaar 2023 zijn uiteindelijk drie gemeenten en vier gemeenschappelijke regelingen bijgeraamd.

Als er een helemaal geen bronnen zijn, dan wordt er  voor alle jaren uitgegaan van de (som van de) gerespondeerde EMU-saldi per grootteklasse. Vervolgens wordt ieder jaar bijgeraamd op de volgende wijze: het totaal van de respons wordt per grootteklasse opgehoogd naar rato van de Algemene Uitkering van alle responderende gemeenten binnen de desbetreffende grootteklasse. Grootteklassen zijn vastgesteld aan de hand van de inwoneraantallen.

3.2.1 Inwoneraantallen per grootteklasse
GrootteklasseInwoneraantal
1250 000 inwoners of meer
2150 000 tot 250 000 inwoners
3100 000 tot 150 000 inwoners
450 000 tot 100 000 inwoners
520 000 tot 50 000 inwoners
610 000 tot 20 000 inwoners
75 000 tot 10 000 inwoners
8Minder dan 5 000 inwoners

Uit tabel 3.2.1 blijkt welke inwoneraantallen behoren bij de gehanteerde grootteklassen. Grootteklasse 4 en 5, indien geen bronnen beschikbaar, worden voor de ophoging nog verder gesplitst naar Noord-, Oost-, Zuid- en West-Nederland.

In tabel 3.2.2 is de respons weergegeven voor gemeenten, provincies, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen.

3.2.2 Respons gemeenten, provincies, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen
202320222021
OverheidslaagAantal in steekproefGoede responsRespons-percentage %Respons-percentage %Respons-percentage %
Provincies1212100100100
Gemeenten342339999999
Gemeenschappelijke regelingen146142979993
Waterschappen2117819095
Totaal521510989897

 Zoals beschreven in hoofdstuk 3 wordt met respons gedoeld op berichtgevers die een bruikbare dataset hebben ingestuurd. Alleen alle provincies hebben een bruikbare dataset ingestuurd. De respons voor gemeenten betreft 99 procent. Dit is gelijk aan 2022 en 2021. Van de 146 gemeenschappelijke regelingen die in de steekproef zijn opgenomen hebben 142 gemeenschappelijke regelingen een bruikbare dataset ingestuurd. Het responspercentage ligt hiermee lager dan het percentage van voorgaande jaar maar hoger dan het jaar 2021. De respons van de waterschappen zijn in tegenstelling tot voorgaande jaren aanzienlijk lager. Dit betroffen dan wel de jaren 2022 en 2024 welke ook worden opgevraagd bij de enquête 2023. Voor het jaar 2023 hebben wel alle waterschappen gerespondeerd.