Auteur: Hermine Molnár-in 't Veld, Lolke Schakel, Coen van Heukelingen
Onderweg in Nederland (ODiN) 2022- Plausibiliteitsrapportage

2. Ongewogen responsinformatie

In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de ongewogen responsinformatie van ODiN 2022. Dit onderzoeksjaar van ODiN omvat niet alleen het landelijk onderzoek met een responseis van 45 000 respondenten, maar ook de responsen van de drie meerwerkopdrachten die zijn uitgevoerd:

  • Het meerwerk Noordvleugel in opdracht van de Vervoerregio Amsterdam dat wordt uitgevoerd in de provincies Noord-Holland en Flevoland. De responseis voor het deelgebied van de metropoolregio Amsterdam plus de gemeenten Zeewolde en Dronten is 2.000. Voor de deelregio Noord-Holland Noord geldt er een responswens van 700 respondenten voor elk van de drie deelregio’s van Noord-Holland Noord. Tenslotte is er ook voor Urk en Noordoostpolder een gezamenlijke responswens van 700 respondenten.
  • Het meerwerk MRDH in en in opdracht van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag waarvan de responseis voor het totale gebied 5.529 personen betreft en waarvoor per deelgebied een responswens van 700 personen geldt.
  • Het meerwerk Utrecht in opdracht van de Provincie Utrecht en de Gemeente Utrecht dat wordt uitgevoerd in alle gemeenten van de provincie kent een totale responseis van 3.924 personen. Daarvan zijn er 1.092 bedoeld voor de gemeente Utrecht en 2.832 voor de overige gemeenten in de provincie. Daarnaast geldt voor elk deelgebied een afzonderlijke responswens van tussen de circa 250 en 550 personen.

De bovenstaande responseisen voor meerwerk zijn gebaseerd op personen afkomstig uit alleen het meerwerkonderzoek. De responswensen zijn gebaseerd op personen afkomstig uit zowel het basis- als het meerwerkonderzoek3).

2.1 Responsaantallen

Het databestand van ODiN 2022 bevat 61.953 respondenten. In tabel 2.1.1 is te zien hoe deze verdeeld zijn over de landelijke steekproef en de steekproeven ten behoeve van de meerwerkregio's en is de vergelijking met de responsaantallen van alle voorgaande ODiN-jaren te zien.

2.1.1 Responsaantallen in opgeleverde bestanden naar steekproef per jaar
ODiN 2018ODiN 2019ODiN 2020ODiN 2021ODiN 2022
Totaal57 26053 38062 94067 08361 953
Landelijke steekproef54 58945 32049 08752 10947 707
Steekproef Noordvleugel2 6712 1662 3073 0383 467
Steekproef MRDH-5 8946 3717 0066 168
Steekproef SPL--797--
Steekproef Utrecht--4 3784 9304 611

2.2 Aandeel correcties

De belangrijkste correctie die met het oog op de plausibiliteit wordt uitgevoerd op het ODiN-bestand is de correctie op basis van geconstateerde extreme snelheden. Om te hoge en te lage ritsnelheden (rekening houdend met de ritvervoerwijze) te corrigeren zijn regels opgesteld die de gerespondeerde ritafstand en/of ritreisduur aanpassen. In ODiN 2022 gebeurde dit bij 5,7 procent van alle reguliere ritten. In 2,7 procent van de ritten ging het om correcties vanwege een te hoge snelheid en in 2,9 procent van de ritten betrof het een correctie vanwege een te lage snelheid. Zie tabel 2.2.1 voor de percentages gecorrigeerde ritten van 2019 tot en met 2022.

2.2.1 Percentage gecorrigeerde ritten in opgeleverde bestanden per jaar
ODiN 2019ODiN 2020ODiN 2021ODiN 2022
Totaal5,86,05,85,7
Correctie van een te hoge snelheid2,82,92,72,7
Correctie van een te lage snelheid3,03,13,12,9

2.3 Uitval niet-bruikbare responsen

De responsen die uit het veldwerk komen worden getoetst op bruikbaarheid. Dit gebeurt op verschillende momenten in het verwerkingsproces. Responsen worden verwijderd bij het ontbreken van essentiële informatie en bij inconsistenties van gegevens die niet op een aannemelijke wijze gecorrigeerd kunnen worden. Ook gevallen waarbij de respondent duidelijk niet serieus heeft ingevuld of waarbij de respondent de vragen overduidelijk foutief geïnterpreteerd heeft, worden - indien gesignaleerd - verwijderd. In tabel 2.3.1. wordt het aantal responsen en de uitval gepresenteerd voor ODiN 2019 tot en met 2022. Uit die tabel volgt dat voor ODiN 2022 62.368 responsen uit het veldwerk opgehaald werden. De uitval in het verwerkingsproces bedroeg 415 responsen. In het databestand zijn daarmee uiteindelijk 61.953 respondenten aanwezig.

2.3.1 Aantal responsen en uitval in verwerkingsproces per jaar
ODiN 2019ODiN 2020ODiN 2021ODiN 2022
Responsen uit veldwerk53 84963 51067 41262 368
Uitval 469 570 329 415
Responsen in het databestand53 38062 94067 083 61 953

3) Een belangrijk verschil tussen een responseis en een responswens is dat bij een responseis de steekproef zodanig wordt getrokken dat de kans op het behalen ervan groter is dan bij een responswens. Daarnaast worden bij een responseis indien nodig extra maatregelen ingezet om het vereiste responsaantal te behalen.