Materiaalefficiëntie economische sectoren

2. Databron en methode

2.1 Bron

Voor het in kaart brengen van de grondstof-, product- en afvalstromen en de materiaalefficiëntie en materiaalproductiviteit per sector is de Materiaalmonitor3) (MM) als bron gebruikt. De MM bevat data over materiaalstromen - gemeten in miljoenen kilo’s - naar, van en binnen de Nederlandse economie. Met materialen worden hier zowel producten, grondstoffen als residuen bedoeld. Op het hoogste detailniveau wordt voor ongeveer 130 sectoren/bedrijfstakken het aanbod en gebruik van zo’n 500 materialen geregistreerd. Naast de bedrijfstakken worden ook huishoudens, invoer, uitvoer, investeringen en het milieu onderscheiden. Investeringen worden niet ingedeeld in bedrijfstakken, maar vormen een aparte categorie. De in de MM gehanteerde materiaal- en bedrijfstakindeling wordt weergegeven in annex 5.1 en 5.2. Daarbij corresponderen de eerste twee cijfers uit annex 5.1 met de bedrijfstakken uit annex 5.2, zodat te zien is welke sectoren de belangrijkste aanbieders zijn van de materialen: zo kun je bijvoorbeeld zien welke soort meubelen (materiaalcodes beginnende met 31) door (voornamelijk) de meubelindustrie (SBI 31) worden gemaakt.

De MM is onderdeel van de Milieurekeningen die zijn opgezet volgens een internationaal afgesproken statistische standaard (SEEA)4). De Milieurekeningen kwantificeren de samenhang tussen economie en milieu en zijn opgezet volgens de macro-economische benadering van de Nationale rekeningen. Uitgangspunt van deze benadering is dat altijd cijfers over de hele economie worden gemaakt, die in balans moeten zijn. Zo moeten bijvoorbeeld de kilo’s materiaal die een bedrijfstak ingaan er ook, in een of andere vorm, weer uitkomen. Dit heeft een drietal consequenties. Ten eerste, dat er geen ‘witte vlekken’ kunnen bestaan. Er wordt altijd een cijfer ingevuld, ook wanneer weinig bekend is over bepaalde materiaalstromen. Ten tweede, dat de MM dubbeltellingen bevat. Materialen worden immers telkens opnieuw aangeboden  en gebruikt door (verschillende) bedrijfstakken, zoals bijvoorbeeld tarwe verwerkt wordt tot brood. Ten derde, dat de focus ligt op grote materiaalstromen en de samenhang daartussen.

De MM wordt sinds een aantal jaren gemaakt in opdracht van het ministerie van I&W ter ondersteuning van het circulaire economiebeleid. Uit de MM worden indicatoren en stroomdiagrammen afgeleid die in de Integrale Circulaire Economie Rapportage5) (ICER) terecht komen. Meer informatie over hoe de MM wordt samengesteld staat op de CBS-website6).

2.2 Methode

Alle informatie voor dit rapport is afgeleid uit de Materiaalmonitor voor 2020. De ruim 140 bedrijfstakken zijn samengevoegd tot ongeveer 30 sectoren. Daarbij is de landbouwsector, waar veel afval en materiaal in omgaat, gedetailleerder weergegeven. De dienstensector is juist samengevoegd omdat de afval- en materiaalstromen hier beperkt zijn. Per sector zijn de materialen geaggregeerd tot het totale materiaalgebruik en het materiaalaanbod. Daarbij is het afval apart weergegeven. Het materiaalgebruik en -aanbod (exclusief afval) is uitgesplitst naar energiedragers en overige materialen. Vervolgens worden hieruit twee indicatoren afgeleid: de materiaalefficiëntie en de materiaalproductiviteit. De materiaalefficiëntie geeft het materiaalaanbod (exclusief energiedragers en afval) weer ten opzichte van het materiaalaanbod inclusief afval (exclusief energiedragers). Dit geeft inzicht in de hoeveelheid afval ten opzichte van het totale materiaalaanbod. Een cijfer dichter bij de 1 betekent dat het materiaalaanbod voor een kleiner deel uit afval bestaat, en dat er dus efficiënter met materialen wordt omgegaan. De materiaalproductiviteit geeft het materiaalaanbod (exclusief energiedragers en afval) weer ten opzichte van het materiaalgebruik (inclusief afval, exclusief energiedragers). Dit geeft inzicht in de hoeveelheid materiaal die verloren gaat bij het maken van een product. Ook hier betekent een cijfer dichter bij de 1 dat er minder materiaal verloren gaat.

3) Zie: Materiaalmonitor 2014, 2016, 2018 en 2020 (cbs.nl).
4) Zie: SEEA.
5) Zie: Integrale Circulaire Economie Rapportage 2023.
6) Zie: Developing a material flow monitor for the Netherlands from national statistical data.