Auteur: Math Akkermans, Elianne Derksen, Mathilde Kennis
Jeugdige verdachten en slachtoffers van criminaliteit

4. Conclusie

Jeugdige verdachten van criminaliteit

In 2022 werden in totaal 53 990 jongeren van 12 tot 25 jaar geregistreerd als verdachte bij de politie, dat is 2,0 procent van alle jongeren. Meerderjarige jongeren werden vaker als verdachte geregistreerd dan minderjarige jongeren. 

Over de jaren heen is er sprake van een duidelijk dalende trend in het aantal geregistreerde jeugdige verdachten. Tussen 2010 en 2022 is het aantal geregistreerde jeugdige verdachten bijna gehalveerd. Deze dalende trend is zowel te zien onder minderjarige als meerderjarige jongeren. 

Het aandeel jeugdige verdachten is het hoogst bij vermogensmisdrijven, en dan met name bij diefstal/verduistering, inbraak, en winkeldiefstal. Het laagst is het aandeel jeugdige verdachten bij drugsmisdrijven en vuurwapenmisdrijven. Meerderjarige jongeren zijn relatief vaak verdacht van verkeersmisdrijven. 

Jonge mannen zijn vaker als verdachte van een misdrijf geregistreerd dan jonge vrouwen (3,2 tegen 0,7 procent). Dit geldt zowel voor minderjarige als voor meerderjarige jongeren. Meerderjarige jonge mannen worden vaker als verdachte geregistreerd dan minderjarige jonge mannen (3,9 tegen 2,2 procent). Ook jongeren met een herkomst anders dan de Nederlandse herkomst worden vaker verdacht van criminaliteit.

Het aandeel verdachten onder jongeren verschilt per woongemeente. Met name in de grote steden en in de kustgemeenten is het aandeel verdachte jongeren groter.

Jeugdige slachtoffers van criminaliteit

Slachtoffers
Jongeren zijn vaker dan volwassenen slachtoffer van traditionele criminaliteit (24 tegen 16 procent in 2021), online criminaliteit (21 tegen 14 procent in 2022), huiselijk geweld (18 tegen 7 procent in 2022) en seksueel grensoverschrijdend gedrag (32 tegen 10 procent in 2022). 

Een aanzienlijk deel van de jeugdige slachtoffers geeft aan dat het niet om een eenmalig voorval ging. Zo geeft de helft van de slachtoffers van traditionele criminaliteit aan dat het om meer dan één delict ging. Ook op het vlak van huiselijk geweld en vooral seksueel grensoverschrijdend gedrag is er een relatief grote groep jongeren die structureel slachtoffer is. 

Niet alle jongeren lopen evenveel kans om slachtoffer te worden. Jonge vrouwen zijn bij veel vormen van criminaliteit vaker slachtoffer dan jongen mannen, bijvoorbeeld bij geweldsdelicten, huiselijk geweld en vooral seksueel grensoverschrijdend gedrag. 
Meerderjarige jongeren zijn iets vaker slachtoffer van traditionele criminaliteit, terwijl minderjarige jongeren vaker slachtoffer zijn van online criminaliteit en vooral van huiselijk geweld. 

Jongeren die in sterk stedelijke gemeenten, de grote steden, wonen lopen meer kans om slachtoffer te worden van traditionele criminaliteit, maar stedelijkheid lijkt geen rol te spelen bij andere vormen van criminaliteit. 

Verder verschilt het slachtofferschap van jongeren niet of nauwelijks naar de welvaart van het huishouden waar ze deel van uitmaken. Het maakt dus niet uit of jongeren in een rijk of arm gezin wonen als het bijvoorbeeld gaat om hun slachtofferschap van huiselijk geweld.  

Daders
Bij de meeste vormen van criminaliteit geven de jeugdige slachtoffers aan de dader(s) niet te kennen, behalve bij huiselijk geweld wat voor de hand ligt aangezien dit in huiselijke kring plaatsvindt. Wanneer jonge slachtoffers de dader(s) wel kennen zijn dit relatief vaak vrienden of medestudenten/-scholieren. Een aanzienlijk deel van de criminaliteit tegen jongeren wordt dus gepleegd door leeftijdsgenoten.

In de meeste gevallen zijn mannen de dader(s). In combinatie met de bevinding dat vrouwen in de meeste gevallen slachtoffer zijn wijst dit op een structurele scheefheid in de man-vrouwverhouding in het daderschap/slachtofferschap van criminaliteit. Deze scheefheid bestaat niet alleen bij vormen van criminaliteit waarbij fysieke overmacht een rol kan spelen (denk aan fysiek (huiselijk) geweld), maar ook bij vormen waarbij die niet aan de orde is zoals online bedreiging en intimidatie. 

Emotionele of psychische problemen
Het slachtofferschap leidt bij jongeren vooral tot emotionele of psychische problemen. Slachtoffers van traditionele en online criminaliteit geven relatief vaak aan dat ze door wat hen overkomen is minder vertrouwen hebben in mensen en zich minder veilig voelen. Ook slachtoffers van huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag rapporteren psychische problemen vaker dan bijvoorbeeld problemen in de relationele sfeer of lichamelijke problemen. 

Melding en aangifte 
Een minderheid van de jeugdige slachtoffers van criminaliteit zoekt hulp bij officiële instanties en ook bij de politie wordt relatief weinig melding en aangifte gedaan, zeker in geval van huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag. In plaats daarvan praten slachtoffers in eigen kring over wat hen gebeurd is, vooral met vrienden of vriendinnen. 

Samenhang jeugdige slachtoffers en verdachten
Slachtoffers van traditionele criminaliteit, en dan met name slachtoffers van vermogensdelicten, zijn zowel vóór als na het slachtofferschap vaker verdacht van dit soort delicten dan niet-slachtoffers. 

Hierbij kán het gaan om een oorzakelijk verband: zo is het bij slachtoffers met een eerdere verdenking van een misdrijf denkbaar dat deze zich eerder in situaties begeven waarin het risico op slachtofferschap relatief groot is (Reep en Oudhof, 2009). En bij slachtoffers met een latere verdenking is het denkbaar dat deze uit frustratie of wraak over wat hen overkomen is, een delict plegen (denk bijvoorbeeld aan het terugstelen van een fiets). Maar het kan ook zijn dat er geen oorzakelijk verband is en dat de samenhang voortkomt uit min of meer toevallige gemeenschappelijke risicofactoren van beide groepen: zo zien we dat zowel jonge slachtoffers als jonge verdachten voornamelijk bestaan uit jonge mannen in meer verstedelijkte gebieden. Op basis van de beschikbare data kan geen sluitende verklaring voor de gevonden samenhang worden gegeven.