Auteur: Math Akkermans, Elianne Derksen, Mathilde Kennis
Jeugdige verdachten en slachtoffers van criminaliteit

3. Jeugdige slachtoffers criminaliteit

Jongeren kunnen niet alleen in de criminaliteit terechtkomen, ze kunnen er ook slachtoffer van worden. Het gaat hierbij om traditionele vormen van criminaliteit, zoals geweld en diefstal, maar ook om online criminaliteit, huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag. In dit hoofdstuk staat de prevalentie van het slachtofferschap van jongeren van deze vormen van criminaliteit centraal. Ook de meldings- en aangiftebereidheid van de jeugdige slachtoffers komt aan de orde, alsmede de emotionele en psychische impact die de slachtoffers ervaren van wat hen overkomen is.  

3.1 Jeugdige slachtoffers traditionele criminaliteit

Bijna kwart jongeren slachtoffer van traditionele criminaliteit

In 2021 gaf 24 procent van de 15- tot 25-jarigen aan slachtoffer geweest te zijn van traditionele criminaliteit. Het gaat dan om geweldsdelicten, vermogensdelicten en vernielingen. Van de jongeren die in 2021 slachtoffer waren van traditionele criminaliteit gaf 50 procent aan dat ze 1 keer slachtoffer waren, 23 procent was 2 keer slachtoffer, 15 procent 3 keer, en 12 procent 4 keer of vaker.

Volwassenen zijn minder vaak slachtoffer van traditionele criminaliteit dan jongeren: 16 procent van de volwassenen werd hiermee geconfronteerd. Jongeren zijn met name vaker dan volwassenen slachtoffer van geweld (10 tegen 4 procent) en vermogensdelicten (13 tegen 8 procent). Bij vernielingen is er geen verschil tussen jongeren en volwassenen (beide 6 procent). De delictsoorten waar jongeren het vaakst mee te maken hebben zijn fietsdiefstal, vernielingen, bedreiging met fysiek geweld, en seksuele delicten (respectievelijk 7, 6, 5 en 4 procent; zie de tabellenset). 

Meerderjarige jongeren (de 18- tot 25-jarigen) zijn iets vaker slachtoffer van traditionele criminaliteit dan minderjarige (de 15- tot 18-jarigen) 25 tegen 22 procent, en dan voornamelijk als het gaat om vermogensdelicten (14 tegen 12 procent). 
Jonge vrouwen zijn iets vaker slachtoffer dan jonge mannen; dit komt door het verschil bij geweldsdelicten (11 procent bij de vrouwen, 8 procent bij de mannen). 

3.1.1 Jeugdige slachtoffers traditionele criminaliteit, 2021
   Totaal traditionele criminaliteit (%)Geweldsdelicten (%)Vermogensdelicten (%)Vernielingen (%)
Bevolking (15-plus)17,15,296
Volwassenen (25-plus)164,48,36,1
Jongeren (15 tot 25 jaar)23,79,613,45,6
Leeftijd15- tot 18-jarigen21,79,211,85,4
Leeftijd18- tot 25-jarigen24,89,914,25,7
GeslachtJonge mannen22,77,913,75,7
GeslachtJonge vrouwen24,811,413,15,4
Bron: CBS, Veiligheidsmonitor 2021

In periode 2012-2021 bijna helft minder jeugdige slachtoffers traditionele criminaliteit 

In de afgelopen tien jaar is het aandeel jeugdige slachtoffers van traditionele criminaliteit fors gedaald van 40 procent in 2012 naar 24 procent in 2021. Deze sterke daling kwam vooral voor rekening van de afname van het slachtofferschap van vermogensdelicten; dit daalde van 25 procent in 2012 naar 13 procent in 2021. Het slachtofferpercentage van geweldsdelicten daalde in dezelfde periode van 14 naar 10, en dat van vernielingen van 10 naar 6. Tegen de trend in laat het percentage jeugdige slachtoffers van geweld tussen 2019 en 2021 een lichte stijging zien.

3.1.2 Jeugdige slachtoffers traditionele criminaliteit, 2012-2021 1)
 Totaal traditionele criminaliteit (% 15- tot 25-jarigen)Geweldsdelicten (% 15- tot 25-jarigen)Vermogensdelicten (% 15- tot 25-jarigen)Vernielingen (% 15- tot 25-jarigen)
201239,914,42510,3
201339,71126,69,4
201438,510,625,410
201534,910,423,47,6
201633,810,122,17
201729,79,419,26,4
2018
201926,67,7175,9
2020
202123,79,613,45,6
Bron: CBS, Veiligheidsmonitor
1) De Veiligheidsmonitor was t/m 2017 een jaarlijks onderzoek, sindsdien is het een tweejaarlijks onderzoek. Daarom zijn geen cijfers voor 2018 en 2020 beschikbaar.

Jongeren met herkomst buiten Nederland vaker slachtoffer van vermogensdelicten

Wanneer slachtofferschap van traditionele criminaliteit in totaal wordt bekeken, zijn er geen verschillen onder jongeren met betrekking tot hun herkomstland. Wel is er sprake van verschillen wanneer het slachtofferschap wordt opgesplitst naar type delict.

Jongeren met een Nederlandse herkomst worden vaker slachtoffer van geweldsdelicten dan jongeren met een herkomst buiten Europa (10 tegen 8 procent). Dit komt vooral door het relatief lage slachtofferschap bij jongeren met een Turkse achtergrond (5 procent). Bij vermogensdelicten zijn het net de jongeren met een Nederlandse herkomst die minder vaak slachtoffer worden. 12 procent van deze jongeren gaf aan hiervan slachtoffer te zijn, tegen 16 procent bij jongeren met een herkomst anders dan de Nederlandse. Bij slachtofferschap van vernielingen speelt herkomst geen rol.

3.1.3 Jeugdige slachtoffers traditionele criminaliteit naar herkomstland, 2021
 Nederland (% 15- tot 25-jarigen)Europa (excl. Nederland) (% 15- tot 25-jarigen)Buiten Europa (% 15- tot 25-jarigen)
Traditionele criminaliteit totaal23,226,424,6
Geweldsdelicten10,29,97,8
Vermogensdelicten12,315,716,2
Vernielingen5,57,25,2
Bron: CBS, Veligheidsmonitor 2021

In de grote stad bijna dubbel zoveel jongeren slachtoffer van traditionele criminaliteit als op platteland

In zeer sterk stedelijke gemeenten, de grote steden, was 31 procent in 2021 slachtoffer van traditionele criminaliteit. In niet-stedelijke gemeenten, het platteland, was 17 procent slachtoffer.  

3.1.4 Jeugdige slachtoffers traditionele criminaliteit naar stedelijkheid gemeente, 2021
 Totaal traditionele criminaliteit (% 15- tot 25-jarigen)Geweldsdelicten (% 15- tot 25-jarigen)Vermogensdelicten (% 15- tot 25-jarigen)Vernielingen (% 15- tot 25-jarigen)
Zeer sterk stedelijk30,711,418,77,6
Sterk stedelijk24,29,913,55,6
Matig stedelijk19,88,910,24,9
Weinig stedelijk18,68,19,84,0
Niet stedelijk16,87,28,43,5
Bron: CBS, Veiligheidsmonitor 2021

In provincie Groningen jongeren het vaakst slachtoffer traditionele criminaliteit, in Friesland het minst vaak

In 2021 werd 29 procent van jongeren in de provincie Groningen slachtoffer van traditionele criminaliteit. Ook in de provincies Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland waren de slachtofferpercentages met ruim 25 relatief hoog. Friese jongeren waren met 19 procent het minst vaak slachtoffer, gevolgd door Gelderland, Zeeland, Limburg en Flevoland met ongeveer 20 procent. 

3.1.5 Jeugdige slachtoffers traditionele criminaliteit naar provincie, 2021
 Traditionele criminaliteit (% 15- tot 25-jarigen)
Groningen28,9
Utrecht26,3
Noord-Holland26,1
Zuid-Holland25,4
Noord-Brabant22,9
Overijssel22,7
Drenthe22,0
Flevoland21,0
Limburg20,5
Zeeland20,3
Gelderland20,3
Friesland18,9
Bron: CBS, Veiligheidsmonitor 2021

4 op de 10 jeugdige slachtoffers geweld kent de dader(s)

Aan slachtoffers van geweldsdelicten is gevraagd of ze de dader(s) kennen. In 2021 gaf 40 procent van de jeugdige geweldsslachtoffers aan dat dat het geval is. Bij slachtoffers van mishandeling zijn het vooral medestudenten of -scholieren die het geweld plegen (9 procent); bij bedreiging met fysiek geweld worden buurtgenoten het vaakst als dader genoemd (7 procent); en bij seksuele delicten is de dader relatief vaak een vriend of vriendin (12 procent).

3.1.6 Daders van geweldsdelicten, 2021 1)
 Mishandeling (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)Bedreiging met fysiek geweld (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)Seksuele delicten (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)
Medestudent of - scholier9,15,64,8
Ex-partner6,92,73,8
Buurtgenoot5,86,51,9
Vriend of vriendin5,6412,4
Familielid4,51,71
Partner0,60,20,1
Collega0,40,84,4
Bekende van sport of hobby0,20,81,9
Leidinggevende0,20,20,9
Docent of leraar00,10,2
Zorgverlener000,3
Andere bekende16,712,310,3
Bron: CBS, Veiligheidsmonitor 2021
1) Per delict zijn meerdere daders mogelijk.

Bijna helft van slachtoffers van traditionele criminaliteit heeft minder vertrouwen in medemens

Van de 15- tot 25-jarigen die in 2021 slachtoffer werden van traditionele criminaliteit gaf 45 procent aan hierdoor minder vertrouwen in mensen te hebben en 36 procent zei zich minder veilig te voelen. Vooral bij geweldsdelicten is de impact groot: meer dan de helft (55 procent) van de jonge slachtoffers voelt zich minder veilig door wat hen overkomen is. Ook angstklachten, slaapproblemen, het steeds opnieuw beleven van het voorval en depressieve klachten komen bij jonge slachtoffers van geweld met respectievelijk 14, 13, 12 en 10 procent relatief vaak voor. 

3.1.7 Emotionele of psychische gevolgen voor jeugdige slachtoffers traditionele criminaliteit, 2021
 Totaal traditionele criminaliteit (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)Geweldsdelicten (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)Vermogensdelicten (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)Vernielingen (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)
Minder vertrouwen in mensen44,943,544,143,3
Minder veilig voelen3654,525,516,8
Slaapproblemen812,55,32,8
Angstklachten7,614,13,82,2
Voorval telkens opnieuw beleven6,911,83,12,8
Depressieve klachten5,59,63,21,6
Bron: CBS, Veiligheidsmonitor 2021

In de Veiligheidsmonitor is ook gevraagd of men zich weleens onveilig voelt in de eigen buurt. Jonge slachtoffers van traditionele criminaliteit blijken zich meer dan dubbel zo vaak in de eigen woonomgeving onveilig te voelen dan jongeren die geen slachtoffer werden (31 tegen 14 procent). Van de jeugdige slachtoffers van geweld gaf 39 procent in 2021 aan zich weleens onveilig te voelen in de eigen buurt.

3 op de 10 jonge slachtoffers traditionele criminaliteit meldt dit bij politie 

In 2021 meldde 30 procent van de jeugdige slachtoffers van traditionele criminaliteit bij de politie wat hen overkomen is, 25 procent deed aangifte. De meldings- en aangiftebereid is bij vermogensdelicten met respectievelijk 39 en 34 procent duidelijk groter dan bij geweldsdelicten (respectievelijk 17 en 13 procent) en bij vernielingen (respectievelijk 14 en 10 procent).  

3.1.8 Melding en aangifte bij politie van traditionele criminaliteit, 2021
 Totaal traditionele criminaliteit (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)Geweldsdelicten (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)Vermogensdelicten (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)Vernielingen (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)
Melding29,517,13913,7
Aangifte24,712,834,410,3
Bron: CBS, Veiligheidsmonitor 2021

Bijna 4 op de 10 slachtoffers traditionele criminaliteit doen geen melding of aangifte omdat ze het niet belangrijk vinden of er niet aan denken

Van de jeugdige slachtoffers van traditionele criminaliteit die geen melding of aangifte hebben gedaan bij de politie gaf 38 procent aan dat niet gedaan te hebben omdat ze er niet aan gedacht hadden of het niet belangrijk vonden. Ook ‘het helpt toch niets’ en ‘dit is geen zaak voor de politie’ werden met respectievelijk 30 en 20 procent relatief vaak als reden genoemd. 

De redenen om geen melding of aangifte bij de politie te doen hangt sterk samen met het soort delict. Zo zijn schuld- en schaamtegevoelens en angst voor vervelende reacties of wraak bij jonge slachtoffers van geweldsdelicten tien keer zo vaak reden om geen melding of aangifte te doen dan bij jonge slachtoffers van vermogensdelicten (10 tegen ongeveer 1 procent).

3.1.9 Redenen geen aangifte of melding bij politie van traditionele criminaliteit, 2021
 Totaal traditionele criminaliteit (% 15- tot 25-jarige slachtoffers die geen melding/aangifte deden)Geweldsdelicten (% 15- tot 25-jarige slachtoffers die geen melding/aangifte deden)Vermogensdelicten (% 15- tot 25-jarige slachtoffers die geen melding/aangifte deden)Vernielingen (% 15- tot 25-jarige slachtoffers die geen melding/aangifte deden)
Niet aan gedacht, niet zo belangrijk383926,849,3
Het helpt toch niets29,728,526,629,9
Geen zaak voor de politie19,723,59,927,7
Geen zin of tijd, te veel moeite15,712,314,319,4
Het is al opgelost10,613,56,49
Uit angst voor vervelende reactie of wraak4,49,20,81,7
Door schuld- of schaamtegevoel3,16,60,70,8
Financiële schade is al vergoed1,20,21,22,3
Op advies van politie1,11,50,60,9
Digitale aangifte/melding doen lukt niet0,60,30,70,3
Nog niet aan toegekomen, ga ik nog doen0,80,510,2
Anders10,29,88,97,2
Bron: CBS, Veiligheidsmonitor 2021

3.2 Jeugdige slachtoffers online criminaliteit 

Jongeren worden niet alleen slachtoffer van traditionele vormen van criminaliteit zoals geweld, vermogensdelicten en vernielingen, maar ook van delicten en incidenten die online, dat wil zeggen via internet, e-mail of app plaatsvinden. Het gaat om strafbare feiten in de sfeer van oplichting en fraude (aan- en verkoopfraude, fraude betalingsverkeer, identiteitsfraude, phishing), hacken (computervredebreuk) en om voorvallen in de interpersoonlijke sfeer zoals bedreigen, pesten, stalken en shamesexting4)

Jonge vrouwen vaker slachtoffer van online criminaliteit

In 2022 gaf 21 procent van de 15- tot 25-jarige jongeren aan slachtoffer te zijn geworden van online criminaliteit. Ze werden vaker slachtoffer dan volwassenen (14 procent). De meeste jongeren hadden te maken met online bedreiging en intimidatie (10 procent), gevolgd door online oplichting en fraude (9 procent), en hacken (6 procent).

Jonge vrouwen werden vaker slachtoffer van online criminaliteit dan jonge mannen, vooral van online bedreiging en intimidatie. Van deze vorm van online criminaliteit werden minderjarige jongeren vaker slachtoffer dan meerderjarige. 

3.2.1 Slachtoffers online criminaliteit, 2022
   Totaal online criminaliteit (%)Online oplichting en fraude (%)Hacken (%)Online bedreiging en intimidatie (%)Overige online delicten (%)
Bevolking (15-plus)14,87,64,64,10,6
Volwassenen (25-plus)13,87,54,43,10,6
Jongeren (15-25 jaar)218,66,19,80,8
Leeftijd15- tot 18-jarigen23,38,87,212,40,9
Leeftijd18- tot 25-jarigen19,78,55,58,40,7
GeslachtJonge mannen18,97,56,28,21
GeslachtJonge vrouwen23,19,7611,50,6
Bron: CBS, Online veiligheid en criminaliteit 2022

Online bedreiging en intimidatie is de meest voorkomende vorm van online criminaliteit onder jongeren. Jongeren werden het vaakst slachtoffer van online bedreiging (5 procent), gevolgd door online pesten (4 procent), online stalken (3 procent) en shamesexting (1 procent). Minderjarige jongeren hadden vaker te maken met online pesten dan meerderjarige jongeren. Als het gaat om online stalken werden jonge vrouwen vaker slachtoffer dan hun mannelijke leeftijdsgenoten (zie tabellenset).

Ruim helft jeugdige slachtoffers online bedreiging en intimidatie kent dader(s)

Aan slachtoffers van online bedreiging en intimidatie is gevraagd of zij de dader(s) kennen. Ruim de helft van de jeugdige slachtoffers (56 procent) gaf in 2022 aan de dader te kennen. Dit is met name het geval bij online stalken, daar kende 73 procent de dader. Bij online bedreiging wisten jeugdige slachtoffers het minst vaak wie de dader was (35 procent). 

Bij online pesten was de dader in de meeste gevallen een medestudent of -scholier (31 procent). Ook een vriend/vriendin werd met 18 procent relatief vaak genoemd. Bij online stalken was de ex-partner het vaakst de dader (26 procent). Bij online bedreiging werden medestudenten/-scholieren, vrienden/vriendinnen en de ex-partner ongeveer even vaak als dader genoemd. 

3.2.2 Daders van online bedreiging en intimidatie 1) 2), 2022
 Online bedreiging (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)Online pesten (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)Online stalken (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)
Partner0,30,60,0
Ex-partner7,09,226,1
Familielid1,51,10,8
Buurtgenoot2,24,11,3
Vriend / vriendin7,618,45,4
Collega1,42,12,2
Leidinggevende0,41,90,0
Medestudent / -scholier9,031,06,8
Docent of andere leraar1,91,30,0
Bekende van sport of hobby1,46,72,4
Zorgverlener0,40,50,0
Andere bekende12,78,214,1
Bron: CBS, Online veiligheid en criminaliteit 2022
1) Per delict zijn meerdere daders mogelijk, bijvoorbeeld bij pesten kon zowel familielid of vriend / vriendin worden geantwoord. 2) Shamesexting is niet weergegeven i.v.m. een te gering aantal waarnemingen.

1 op de 3 jeugdige slachtoffers online criminaliteit voelt zich minder veilig 

Net zoals bij traditionele criminaliteit (zie figuur 3.1.7) voelde ook bij online criminaliteit ongeveer 1 op de 3 jeugdige slachtoffers zich minder veilig. Ruim 40 procent had minder vertrouwen in mensen door wat hen overkomen is. De andere klachten: het voorval telkens herbeleven, slaapproblemen, angstklachten en depressieve klachten werden door 10 à 15 procent van de jeugdige slachtoffers genoemd.  

Met name jeugdige slachtoffers van online bedreiging en intimidatie hadden relatief vaak te maken met emotionele of psychische problemen. Zo gaf de helft aan minder vertrouwen te hebben in andere mensen en voelde 40 procent zich minder veilig. Waar jeugdige slachtoffers van hacken vaker aangaven zich minder veilig te voelen (32 procent), gaven slachtoffers van online oplichting en fraude relatief vaak aan minder vertrouwen te hebben in andere mensen (38 procent). Jeugdige slachtoffers van online bedreiging en intimidatie geven het vaakst aan depressieve klachten, angstklachten of slaapproblemen te ervaren door het voorval.

3.2.3 Emotionele of psychische problemen voor jeugdige slachtoffers online criminaliteit 1), 2022
 Totaal online criminaliteit (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)Online oplichting en fraude (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)Hacken (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)Online bedreiging en intimidatie (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)
Minder vertrouwen in mensen40,938,122,549,8
Minder veilig voelen33,019,131,940,3
Depressieve klachten13,87,53,222,0
Angstklachten12,65,26,721,1
Voorval telkens opnieuw beleven11,910,01,415,7
Slaapproblemen11,75,84,818,1
Bron: CBS, Online veiligheid en criminaliteit 2022
1) De overige online delicten zijn hier buiten beschouwing gelaten i.v.m. de grote diversiteit aan opgegeven delicten.

Helft jeugdige slachtoffers online criminaliteit meldt voorval ergens

50 procent van 15- tot 25-jarige slachtoffers van online criminaliteit gaf aan ergens melding te hebben gedaan van het voorval. Het kan dan gaan om melding bij de politie of bij een andere instantie (bijvoorbeeld Meld Misdaad Anoniem of Veilig Thuis) en/of een persoon (bijvoorbeeld hulpverlener, docent, leidinggevende of personen uit de eigen omgeving zoals familie of vrienden). Het meldingspercentage bij de politie bedroeg 15. Bijna de helft van de jeugdige slachtoffers, 49 procent, meldde bij andere instanties of personen wat hen overkomen is.  

Online bedreiging en intimidatie werd het vaakst gemeld (door 60 procent van de jeugdige slachtoffers), maar dan met name bij andere instanties of personen. Melding bij de politie gebeurde het vaakst door jeugdige slachtoffers van online oplichting en fraude (24 procent). Jongeren die te maken hebben met hacken meldden dit het minst vaak.

Bijna alle meldingen van online criminaliteit bij de politie resulteerden in een aangifte: 15 procent maakte melding, 14 procent deed aangifte. Van online oplichting en fraude werd door jeugdige slachtoffers het vaakst aangifte gedaan bij de politie. Bij deze vorm van online criminaliteit waarbij vaak financiële schade wordt geleden ligt dit voor de hand omdat verzekeraars een aangifte als voorwaarde stellen om in aanmerking te komen voor schadevergoeding.  

3.2.4 Melding en aangifte van online criminaliteit 1), 2022
 Totaal online criminaliteit (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)Online oplichting en fraude (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)Hacken (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)Online bedreiging en intimidatie (% 15- tot 25-jarige slachtoffers)
Melding totaal49,744,533,359,9
Melding bij politie15,324,39,312,3
Melding bij andere instantie of persoon48,846,030,257,7
Aangifte bij politie14,023,79,310,6
Bron: CBS, Online veiligheid en criminaliteit 2022
1) De overige online delicten zijn hier buiten beschouwing gelaten i.v.m. de grote diversiteit aan opgegeven delicten.

Helft slachtoffers online criminaliteit doet geen aangifte omdat ze er niet aan dachten of het niet belangrijk vonden

Van de 15- tot 25-jarigen die te maken hadden met online criminaliteit en geen melding of aangifte deden, gaf 52 procent in 2022 hiervoor als reden ‘niet aan gedacht/niet zo belangrijk’. Ook ‘het helpt toch niets’ en ‘het is al opgelost’ werden met respectievelijk 36 en 27 procent relatief vaak als reden genoemd. 

De redenen om geen melding of aangifte te doen hangt sterk samen met het soort delict. Zo zijn schuld- en schaamtegevoelens en angst voor vervelende reacties of wraak bij jonge slachtoffers van online bedreiging en intimidatie relatief vaak reden om geen melding of aangifte te doen. Jonge slachtoffers van hacken zien vaak af van melding of aangifte omdat het ‘al is opgelost’.

3.2.5 Reden geen melding of aangifte van online criminaliteit bij politie 1), 2022
 Totaal online criminaliteit (% slachtoffers)Online oplichting en fraude (% slachtoffers)Hacken (% slachtoffers)Online bedreiging en intimidatie (% slachtoffers)
Niet aan gedacht / niet zo belangrijk51,841,352,952,8
Geen zin of tijd / teveel moeite19,120,114,318,0
Nog niet aan toegekomen / ga ik nog doen3,56,30,82,2
Het helpt toch niets35,631,629,136,5
Geen zaak voor de politie5,85,56,24,4
Financiële schade is al vergoed2,76,00,90,8
Het is al opgelost27,212,341,622,0
Uit angst voor vervelende reactie of wraak7,63,00,914,6
Door schuld- of schaamtegevoel5,03,51,17,8
Op advies van politie0,30,00,00,6
Digitale aangifte / melding doen lukt niet2,23,11,31,0
Andere reden16,317,010,517,0
Bron: CBS, Online veiligheid en criminaliteit 2022
1) De overige online delicten zijn hier buiten beschouwing gelaten i.v.m. de grote diversiteit aan opgegeven delicten.

3.3 Jeugdige slachtoffers huiselijk geweld 

Jongeren worden ook geconfronteerd met geweld dat gepleegd wordt door de ex-partner, partner of famieleden. Op dit slachtofferschap van huiselijk geweld wordt in deze paragraaf nader ingezoomd. De term huiselijk geweld heeft betrekking op de plegers: hiertoe worden gezins- en familieleden en ook eventuele (ex-)partners gerekend. Met ‘huiselijk’ wordt niet de locatie bedoeld: de voorvallen hoeven niet per se thuis te hebben plaatsgevonden.

Bijna 2 op 10 jongeren slachtoffer van huiselijk geweld

In 2022 gaf 18 procent van de jongeren van 16 tot 25 jaar aan slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld. Dit percentage is meer dan dubbel zo hoog als dat bij de 25-plussers (7 procent). Bij huiselijk geweld gaat het om verschillende vormen van geweld: fysiek geweld in huiselijke kring, dwingende controle in huiselijke kring en stalking door een ex-partner. 

Ongeveer 1 op de 10 jongeren was in 2022 slachtoffer van fysiek geweld in huiselijke kring. De meest voorkomende vormen hiervan waren geslagen worden en geduwd of aan de haren getrokken worden (van beide vormen was 45 procent slachtoffer). Van zeer ernstige vormen van fysiek geweld zoals poging tot wurging, het expres veroorzaken van brandwonden, en verwonden met een wapen werden respectievelijk 4, 1 en 1 procent slachtoffer. 
Eveneens 1 op de 10 had te maken met dwingende controle in huiselijke kring, waarbij een of meer personen het slachtoffer domineren en controleren. 5 procent van de jongeren met een ex-partner had te maken met stalking door een ex-partner. 

Minderjarige jongeren (16- tot 18-jarigen) waren vaker slachtoffer van huiselijk geweld dan meerderjarige jongeren (18- tot 25-jarigen): 25 tegen 15 procent. Jonge vrouwen werden vaker slachtoffer dan jonge mannen (22 tegen 14 procent). Vooral minderjarige jonge vrouwen werden er vaak mee geconfronteerd: 29 procent van hen gaf aan te maken te hebben gehad met één of meer vormen van huiselijk geweld. 

Bekeken is of het slachtofferschap van jongeren van huiselijk geweld samenhangt met andere kenmerken zoals stedelijkheid van de gemeente waar ze wonen of het welvaartsniveau van het huishouden waar ze deel van uitmaken (zie tabellenset). Dit blijkt niet het geval te zijn. 

3.3.1 Slachtoffers huiselijk geweld, 2022
   Totaal huiselijk geweld (%)Fysiek geweld (%)Dwingende controle (%)Stalking door ex-partner (%)
Bevolking (16-plus)8,83,952,1
Volwassenen (25-plus)7,42,84,31,7
Jongeren (16-25 jaar)1810,49,65,4
Leeftijd16- tot 18-jarigen24,615,214,27,9
Leeftijd18- tot 25-jarigen15,38,67,54,5
GeslachtJonge mannen14,48,773
GeslachtJonge vrouwen21,812,112,47,6
Bron: CBS, WODC, Prevalentiemonitor huiselijke geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag, 2022
 

1 op 8 slachtoffers fysiek geweld in huiselijke kring ondervindt dit structureel

Bij 13 procent van de slachtoffers van fysiek geweld in huiselijke kring vindt dit geweld structureel plaats, dat wil zeggen ten minste 1 keer per maand (zie tabellenset). Dwingende controle in huiselijke kring en stalking door de ex-partner zijn per definitie structurele vormen van huiselijk geweld. 

4 op 10 slachtoffers fysiek geweld in huiselijk kring ook in kinderjaren slachtoffer

41 procent van de jongeren die in 2022 slachtoffer werden van fysiek geweld in huiselijk kring gaf aan hiervan ook in de kindertijd (dat wil zeggen voor de leeftijd van 12) slachtoffer te zijn geweest. Van de jongeren die in 2022 geen slachtoffer waren, zei 13 procent in de kinderjaren slachtoffer van fysiek geweld in huiselijk kring te zijn geweest (zie tabellenset). Bij dwingende controle heeft 32 procent van de jonge slachtoffers dit ook in hun kindertijd meegemaakt, tegen 5 procent van de jongeren die in 2022 geen slachtoffer waren.

Pleger fysiek geweld vaakst broer of zus, pleger dwingende controle vaakst vader of moeder

Zowel bij fysiek geweld in huiselijke kring als bij dwingende controle in huiselijke kring was de pleger vaak een gezinslid. Bij fysiek geweld ging het vooral om een broer (genoemd door 37 procent van de slachtoffers) of zus (genoemd door 25 procent van de slachtoffers). Dwingende controle werd vooral uitgeoefend door ouders: 42 procent noemde de vader als dader en 43 procent de moeder. Bij fysiek geweld noemde iets minder dan 10 procent respectievelijk de partner of ex-partner als pleger, bij dwingende controle gaf iets minder dan 15 procent aan dat de (ex-)partner pleger was.

3.3.2 Plegers huiselijk geweld, 2022 1)
 Fysiek geweld in huiselijke kring (% 16- tot 25-jarige slachtoffers)Dwingende controle in huiselijke kring (% 16- tot 25-jarige slachtoffers)
Broer37,18,8
Zus25,46,6
Vader15,342,0
Moeder13,943,0
Mannelijke partner6,310,0
Vrouwelijke partner2,73,6
Mannelijke ex-partner7,810,7
Vrouwelijke ex-partner0,93,4
Zoon0,60,3
Dochter0,00,0
Ander mannelijke familielid3,45,4
Ander vrouwelijke familielid1,13,4
Geen antwoord 14,014,0
Bron: CBS, WODC, Prevalentiemonitor huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag, 2022
1) Stalking door ex-partner ontbreekt vanwege een te klein aantal waarnemingen.
 

Ruim 4 op de 10 jonge slachtoffers dwingende controle ervaren psychische problemen 

Ruim een kwart (27 procent) van de jeugdige slachtoffers van fysiek geweld in huiselijke kring gaf in 2022 aan psychische problemen te hebben ervaren als gevolg van wat hen overkomen is. Nog groter was de impact op de jonge slachtoffers van dwingende controle in huiselijk kring: 42 procent van hen zei psychische problemen te hebben gehad door het voorval. Ook leidden deze vormen van huiselijk geweld relatief vaak tot problemen met (een deel van) de familie of tot relatieproblemen. Lichamelijke problemen en seksuele problemen werden door ongeveer 5 procent van jonge slachtoffers van beide vormen van huiselijk geweld genoemd. 

3.3.3 Gevolgen slachtofferschap huiselijk geweld, 2022 1)
 Fysiek geweld in huiselijke kring (% 16- tot 25-jarige slachtoffers)Dwingende controle in huiselijke kring (% 16- tot 25-jarige slachtoffers)
Psychische problemen26,942,3
Problemen met (een deel van) familie16,418
Relatieproblemen13,423,4
Lichamelijk problemen5,56,8
Seksuele problemen5,36,8
Kon (een tijdje) niet meer werken2,43
Andere problemen met werk en/of opleiding8,813,7
Andere problemen3,88,5
Geen antwoord4,16,5
Bron: CBS, WODC, Prevalentiemonitor huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag, 2022
1) Stalking door ex-partner ontbreekt vanwege een te klein aantal waarnemingen.
 

Twee derde van de jeugdige slachtoffers praat met iemand over voorval

De meeste jonge slachtoffers van huiselijk geweld gaven aan met iemand hierover gepraat te hebben. Slachtoffers van fysiek geweld en van dwingende controle praatten vooral met andere gezins- of familieleden (respectievelijk 37 en 31 procent) of met vrienden/vriendinnen (respectievelijk 32 en 42 procent). Bij beide vormen van huiselijk geweld praatte iets minder dan 20 procent erover met hun partner. Verder werden hulpverleners relatief vaak opgezocht, bij dwingende controle met 21 procent iets vaker dan bij fysiek geweld. Met medewerkers van Veilig Thuis en de politie praatte rond de 1 procent van de jonge slachtoffers. 

3.3.4 Praten over huiselijk geweld, 2022 1)
 Fysiek geweld in huiselijke kring (% 16- tot 25-jarige slachtoffers)Dwingende controle in huiselijke kring (% 16- tot 25-jarige slachtoffers)
Totaal met iemand gepraat66,271,2
Met ander gezins- of familielid36,731,1
Met vriend/vriendin32,342,1
Met partner19,119,1
Met hulpverlener (bijv. huisarts, psycholoog, maatschappelijk werker)13,620,6
Met politie1,61
Met medewerker van Veilig Thuis0,50
Met iemand anders4,56
Geen antwoord5,73,7
Bron: CBS, WODC, Prevalentiemonitor huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag, 2022
1) Stalking door ex-partner ontbreekt vanwege een te klein aantal waarnemingen.

3.4 Jeugdige slachtoffers seksueel grensoverschrijdend gedrag 

Jongeren kunnen ook te maken krijgen met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het kan hier gaan om seksuele intimidatie, maar ook fysiek seksueel geweld. Seksuele intimidatie, waarbij geen lichamelijk contact plaatsvond, kan zich in de ‘echte wereld’ (offline) of op het internet (online) afspelen. Te denken valt aan kwetsende seksueel getinte opmerkingen of het moeten aanschouwen van seksuele handelingen. Fysiek seksueel geweld, waarbij lichamelijk contact plaatsvond, kan variëren van ongewenste aanrakingen tot verkrachting. 

1 op de 3 jongeren slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag

In 2022 kreeg bijna een op de drie 16- tot 25-jarige jongeren (32 procent) te maken met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dat is meer dan drie keer zo vaak als 25-plussers (10 procent). 

Van de jongeren kreeg 23 procent te maken met offline seksuele intimidatie en 19 procent kwam in aanraking met online seksuele intimidatie. Fysiek seksueel geweld kwam bij 11 procent van de jongeren voor.

Minder- en meerderjarige jongeren werden in 2022 even vaak slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Wel is er een groot verschil naar geslacht. Van de jonge vrouwen kreeg 49 procent te maken met seksueel grensoverschrijdend gedrag, van de jonge mannen 15 procent. Bijna 4 op de 10 jonge vrouwen werden geconfronteerd met offline seksuele intimidatie, 3 op de 10 met online seksuele intimidatie en 2 op de 10 met fysiek seksueel geweld.  

Met andere kenmerken zoals de stedelijkheid van de gemeente waar men woont en de welvaart van het huishouden waarvan men deel uitmaakt hangt het slachtofferschap van seksueel grensoverschrijdend gedrag onder jongeren niet of nauwelijks samen (zie tabellenset). 

3.4.1 Slachtoffers seksueel grensoverschrijdend gedrag, 2022
   Totaal seksueel grensoverschrijdend gedrag (%)Offline seksuele intimidatie (%)Online seksuele intimidatie (%)Fysiek seksueel geweld (%)
Bevolking (16-plus)12,78,76,43,5
Volwassenen (25-plus)9,76,64,52,3
Jongeren (16-25 jaar)31,722,718,611
Leeftijd16- tot 18-jarigen30,419,221,810,1
Leeftijd18- tot 25-jarigen32,424,417,111
GeslachtJonge mannen14,88,28,63,6
GeslachtJonge vrouwen49,437,929,218,7
Bron: CBS, WODC, Prevalentiemonitor huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag, 2022
 

1 op 14 jonge slachtoffers fysiek seksueel geweld ondervindt dit structureel

Bij 7 procent van de slachtoffers van fysiek seksueel geweld vindt dit geweld structureel plaats, dat wil zeggen ten minste 1 keer per maand. Van de slachtoffers van offline en van online seksuele intimidatie gaf respectievelijk 20 en 16 procent aan dat dit structureel gebeurde. 

1 op 10 jonge slachtoffers fysiek seksueel geweld ook in kinderjaren slachtoffer

Van de jongeren die in 2022 slachtoffer waren van fysiek sekueel geweld gaf 11 procent aan dit ook voor de leeftijd van 12 te hebben meegemaakt. Van de jongeren die in 2022 geen slachtoffer hiervan waren zei 3 procent dit in de kinderjaren te hebben meegemaakt.

2 op de 3 jeugdige slachtoffers seksuele intimidatie kennen pleger niet

Bij alle drie de vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag gaf een meerderheid van de jonge slachtoffers aan dat iemand van buiten de huiselijke kring de pleger was. In de meeste gevallen was het een onbekende: bij offline en online seksuele intimidatie wisten ongeveer 2 op de 3 slachtoffers niet wie de pleger was, bij fysiek seksueel geweld 1 op de 3. Ook goede vrienden/vriendinnen, dates, en bekenden uit het uitgaansleven werden relatief vaak genoemd. 

Indien de dader bekend was, ging het in de meeste gevallen om iemand die hiërarchisch op gelijke voet met het slachtoffer stond (bijvoorbeeld een vriend, medeleerling of collega) en geen bovengeschikte zoals een leiddinggevende, docent of coach (zie tabellenset).

Wanneer de pleger uit huiselijke kring kwam, ging het voornamelijk om ex-partners (4 procent bij offline seksuele intimidatie, 5 procent bij online seksuele intimidatie, en 8 procent bij fysiek seksueel geweld). Bij alle vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag was in 80 à 90 procent van de gevallen een man de pleger.

3.4.2 Plegers seksueel grensoverschrijdend gedrag, 2022
 Offline seksuele intimidatie (% 16- tot 25-jarige slachtoffers)Online seksuele intimidatie (% 16- tot 25-jarige slachtoffers)Fysiek seksueel geweld (% 16- tot 25-jarige slachtoffers)
Binnen huiselijke kring
Mannelijke ex-partner3,547,5
Vrouwelijke ex-partner0,60,80,4
Mannelijke partner2,71,84,1
Vrouwelijke partner0,400,3
Vader0,90,20,7
Moeder0,50,20,6
Broer0,300
Zus0,200
Ander mannelijke familielid1,60,30,6
Ander vrouwelijke familielid0,200,5
Geen antwoord 10,20,6
Buiten huiselijke kring
Een onbekende64,861,135,9
Iemand die ik ken van uitgaan of een feestje19,517,935,2
Een medeleerling of medestudent16,311,710,5
Een goede vriend(in)13,710,713
Een collega114,86,2
Iemand met wie ik een date had / net ontmoet had9,813,315
Iemand die ik online heb leren kennen, maar nog niet in het echt had ontmoet7,936,72
Een docent4,10,60,5
Mijn leidinggevende3,91,41,5
Iemand met wie ik eerder al seks had, maar geen relatie3,76,24,9
Een teamgenoot3,42,40,7
Mijn coach of trainer10,70,6
Mijn arts of zorgverlener0,50,70
Iemand anders dan bovengenoemde13107,8
Geen antwoord 3,11,41,5
Bron: CBS, WODC, Prevalentiemonitor huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag, 2022
 

Ruim kwart jeugdige slachtoffers fysiek sekueel geweld ervoer psychische problemen

De impact van fysiek seksueel geweld is groter dan die van offline en online seksuele intimidatie. Zo ervoer 28 procent van de jonge slachtoffers van fysiek seksueel geweld psychisch problemen door het voorval, tegen respectievelijk 19 en 16 procent van de slachtoffers van offline en online sekuele intimidatie. Ook bij andere relatief vaak genoemde gevolgen zoals seksuele problemen, relatieproblemen en lichamelijke problemen is een vergelijkbaar patroon zichtbaar.   

3.4.3 Gevolgen slachtofferschap seksueel grensoverschrijdend gedrag, 2022
 Offline seksuele intimidatie (% 16- tot 25-jarige slachtoffers)Online seksuele intimidatie (% 16- tot 25-jarige slachtoffers)Fysiek seksueel geweld (% 16- tot 25-jarige slachtoffers)
Psychische problemen1916,327,6
Seksuele problemen8,7715,1
Relatieproblemen6,2513,6
Lichamelijk problemen2,22,48,1
Problemen met (een deel van) familie10,51,2
Kon (een tijdje) niet meer werken0,70,31,4
Andere problemen met werk en/of opleiding2,22,15,5
Andere problemen6,745,9
Geen antwoord3,55,47,5
Bron: CBS, WODC, Prevalentiemonitor huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag, 2022
De antwoordcategorie 'zwangerschap' (alleen bevraagd bij fysiek seksueel geweld) ontbreekt.
 

Ruime meerderheid jeugdige slachtoffers praat over seksueel grensoverschrijdend gedrag

Jeugdige slachtoffers van fysiek geweld praatten met 77 procent nog iets vaker over wat hen overkomen is dan jeugdige slachtoffers van offline en online seksuele intimidatie (respectievelijk 67 en 64 procent). Verreweg de meeste jonge slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag, 50 à 60 procent, praatten met een vriend of vriendin. 15 à 20 procent praatte met de partner of met andere gezins- of famileden, 10 procent of minder met hulpverleners zoals een huisarts, psycholoog of maatschappelijk werker. Met de politie, met hulpverleners van het Centrum Seksueel Geweld of met medewerkers van Veilig Thuis praatte 1 procent of minder van de jonge slachtoffers. 

3.4.4 Praten over seksueel grensoverschrijdend gedrag, 2022
 Offline seksuele intimidatie (% 16- tot 25-jarige slachtoffers)Online seksuele intimidatie (% 16- tot 25-jarige slachtoffers)Fysiek seksueel geweld (% 16- tot 25-jarige slachtoffers)
Totaal met iemand gepraat66,863,876,9
Met vriend/vriendin50,647,961,2
Met ander gezins- of familielid20,71516,1
Met partner19,914,420,9
Met hulpverlener (bijv. huisarts, psycholoog, maatschappelijk werker)6,94,19,9
Met politie0,71,21
Met hulpverlener van het Centrum Seksueel Geweld0,40,30,8
Met medewerker van Veilig Thuis000
Met iemand anders6,23,66,5
Geen antwoord1,31,80,7
Bron: CBS, WODC, Prevalentiemonitor huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag, 2022
 

3.5 Relatie tussen jeugdige slachtoffers en verdachten

Uit de literatuur is bekend dat er samenhang bestaat tussen daderschap en slachtofferschap van criminaliteit. Verdachten van misdrijven zijn relatief vaak slachtoffer en vice versa (Reep & Oudhof, 2009; Rokven, Ruiter & Tolsma, 2013). 

In deze publicatie is onderzocht in hoeverre dit ook specifiek voor jongeren geldt. Uit hoofdstuk 2 en paragraaf 3.1 kwam naar voren dat jongeren die slachtoffer zijn van traditionele criminaliteit bepaalde kenmerken delen met jongeren die verdacht zijn hiervan. Zo zijn in beide groepen de meerderjarige jongeren oververtegenwoordigd, en is zowel het aandeel jonge slachtoffers als het aandeel jonge verdachten in meer verstedelijkte gemeenten groter dan in minder verstedelijkte gemeenten. Deze overeenkomsten wijzen mogelijk op een samenhang tussen slachtofferschap en daderschap bij jongeren.

De samenhang is in beeld gebracht door te onderzoeken in hoeverre jongeren die in de Veiligheidsmonitor aangeven slachtoffer te zijn geweest van traditionele criminaliteit ook voorkomen in de bestanden met de door de politie geregistreerde verdachten van criminaliteit. De relatie kan alleen in beeld worden gebracht voor slachtoffers van traditionele criminaliteit en niet voor online criminaliteit, huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dit omdat alleen voor traditionele delicten (gewelds- en vermogensdelicten en vernielingen) voldoende waarnemingen voor slachtoffers én verdachten in de bestanden (respectievelijk de Veiligheidsmonitor en het registratiesysteem Basis Voorziening Handhaving van de politie) beschikbaar zijn.   

Om ook te kunnen bepalen of de verdenking van criminaliteit voorafging aan het slachtofferschap, of omgekeerd, of de verdenking volgde op het slachtofferschap, is de relatie op twee manieren onderzocht:

  • Zijn jongeren die in 20216) slachtoffer waren van traditionele criminaliteit in de periode 2016-2020 vaker als verdachte van traditionele criminaliteit geregistreerd dan jongeren die in 2021 geen slachtoffer waren?
  • Zijn jongeren die in 2021 slachtoffer waren van traditionele criminaliteit in 2022 vaker als verdachte van traditionele criminaliteit geregistreerd dan jongeren die in 2021 geen slachtoffer waren?

Jeugdige slachtoffers van traditionele criminaliteit zijn van tevoren vaker als verdachte geregistreerd, met name van vermogensdelicten 

Jongeren die in 2021 slachtoffer werden van traditionele criminaliteit, waren in de vijf voorgaande jaren, de periode 2016-2020, vaker als verdachte geregistreerd dan jongeren die in 2021 geen slachtoffer waren: 5 tegen 3 procent. Het grootst is het verschil bij vermogensdelicten (6 tegen 3 procent). Bij geweldsdelicten is er een klein verschil maar door het beperkte aantal waarnemingen is dit niet statistisch significant. Bij vernielingen is er geen verschil tussen jeugdige slachtoffers en niet-slachtoffers. 

3.5.1 Samenhang tussen jeugdig slachtofferschap traditionele criminaliteit in 2021 en verdenking in 2016-2020
   Totaal verdacht 2016-2020 (% 15- tot 25-jarigen)Verdacht geweldsdelicten 2016-2020 (% 15- tot 25-jarigen)Verdacht vermogensdelicten 2016-2020 (% 15- tot 25-jarigen)Verdacht vernielingen 2016-2020 (% 15- tot 25-jarigen)
Totaal traditionele criminaliteitSlachtoffer in 20214,50,92,40,2
Totaal traditionele criminaliteitGeen slachtoffer in 20213,20,91,50,3
GeweldsdelictenSlachtoffer in 20214,50,92,60,2
GeweldsdelictenGeen slachtoffer in 20213,40,91,60,2
VermogensdelictenSlachtoffer in 20215,91,13,10,3
VermogensdelictenGeen slachtoffer in 20213,20,91,50,2
VernielingenSlachtoffer in 20213,51,32,20,1
VernielingenGeen slachtoffer in 20213,50,91,70,3

Jeugdige slachtoffers van traditionele criminaliteit ook erna vaker als verdachte geregistreerd, met name van vermogensdelicten

Jongeren die in 2021 slachtoffer werden van traditionele criminaliteit, waren in het erop volgende jaar, in 2022, vaker als verdachte geregistreerd dan jongeren die in 2021 geen slachtoffer waren: 2 tegen 1 procent. Ook hier is het verschil het grootst bij vermogensdelicten (3 tegen 1 procent). Bij geweldsdelicten is er een klein verschil maar door het beperkte aantal waarnemingen is dit niet statistisch significant. Bij vernielingen is er geen verschil tussen jeugdige slachtoffers en niet-slachtoffers. 

3.5.2 Samenhang tussen jeugdig slachtofferschap traditionele criminaliteit in 2021 en verdenking in 2022
   Totaal verdacht 2022 (% 15- tot 25-jarigen)Verdacht geweldsdelicten 2022 (% 15- tot 25-jarigen)Verdacht vermogensdelicten 2022 (% 15- tot 25-jarigen)Verdacht vernielingen 2022 (% 15- tot 25-jarigen)
Totaal traditionele criminaliteitSlachtoffer in 20211,90,40,50,3
Totaal traditionele criminaliteitGeen slachtoffer in 20210,90,20,20
GeweldsdelictenSlachtoffer in 20211,60,40,30,3
GeweldsdelictenGeen slachtoffer in 20211,10,30,30,1
VermogensdelictenSlachtoffer in 20212,60,50,70,4
VermogensdelictenGeen slachtoffer in 20210,90,20,20
VernielingenSlachtoffer in 202110,10,10
VernielingenGeen slachtoffer in 20211,10,30,30,1

Resumerend kan gesteld worden dat jeugdige slachtoffers van traditionele criminaliteit, en dan met name slachtoffers van vermogensdelicten, zowel vóór als na het slachtofferschap vaker verdacht zijn van dit soort delicten dan niet-slachtoffers. Door het te geringe aantal waarnemingen in het slachtofferbestand is het niet mogelijk om op een betrouwbare manier de verschillen nog te detailleren door bijvoorbeeld vermogensdelicten verder uit te splitsen naar onderliggende delicten zoals fietsdiefstal, autodiefstal, zakkenrollerij/beroving en woninginbraak.   

4) Shamesexting is een vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag waarbij naaktfoto’s of -filmpjes van het slachtoffer worden verspreid of hiermee wordt gedreigd.
5) De cijfers over online criminaliteit op basis van de Veiligheidsmonitor zijn door verschillen in onderzoeksopzet en vraagstellingen niet zonder meer vergelijkbaar met de cijfers over online criminaliteit op basis van het onderzoek Online Veiligheid en Criminaliteit.. 
6) De dataverzameling van de Veiligheidsmonitor 2021 vond plaats van augustus t/m oktober 2021. Het slachtofferschap is uitgevraagd voor de periode van 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek, en heeft dus betrekking op de periode augustus/oktober 2020-augustus/oktober 2021. Dit betekent dus dat het slachtofferschap van jongeren ook voor een deel betrekking heeft op het jaar 2020.